WF interviewt Van Gerwen: “Ethiek is voor sponsor bepalend”
Naast natuurlijk de Rabobank-ploeg is er nog een team in de ProTour met een Nederlandse manager. Gerry van Gerwen is sinds 2008 team manager van het Duitse Team Milram. De ex-prof leidt het team nu voor het derde jaar en is inmiddels een gevestigde naam in de internationale wielerwereld. WielerFlits sprak hem aan de vooravond van de Giro d’Italia.
Sponsor
Voorlopig is 2010 een jaar van onzekerheid voor Milram. Het Duitse zuivelconcern Nordmilch AG zal na dit jaar het sponsorschap stopzetten. Vooralsnog is echter niet bekend of er voor die tijd een vervangende sponsor gevonden wordt. Vrijdag maakte Van Gerwen, tijdens de persconferentie voor de Giro, bekend dat hierover tijdens de tweede rustdag van de Tour de France openheid komt. De Nederlander heeft nog altijd goede hoop op een positieve afloop.
Op details wil Van Gerwen echter niet intreden. “Zoals we dat steeds in de Duitse pers vermelden: daar geven we geen waterstand van. Maar we houden ons er heel actief mee bezig.” Van de 24 renners die bij Milram onder contract staan, komen er 16 uit Duitsland. Zal de volgende sponsor ook uit Duitsland komen? “Nee, dat hoef niet zo te zijn. De wereld is zo klein tegenwoordig. Daar zitten geen limiteringen op. Behalve sex, gokken en dat soort dingen. Dat mag sowieso niet. Maar je vult altijd de wensen van de sponsor zo goed mogelijk in. Als we aannemen dat het een internationale sponsor wordt, zouden de renners ook iets minder Duits kunnen zijn.”
Aan het begin van het seizoen sprak Van Gerwen de verwachting van 25 overwinningen uit. Het zijn er voorlopig vier, iets dat hij geen gunstige ontwikkeling vindt. “Je verwacht er altijd meer. Maar ik heb ook gezegd: ik ruil er tien in, als er één goede bij zit.” Of dat nog gaat gebeuren, wil hij niet voorspellen. “Als ik nu weer een verwachting uitspreek, heeft dat niet veel zin. In de zoektocht naar sponsoren heb ik wel één ding geleerd: dat uitslagen ab-so-luut niet bepalend zijn. De ethische kant, je kunt een heldere en transparante werkwijze laten zien over hoe je met alles omgaat, dat is van groter belang. Een bedrijf wil weten hoe je aan de resultaten komt.”
Anti-doping
Inmiddels zijn er echter veel ProTour-ploegen die een uitgebreid anti-dopingprogramma hebben. Saxo Bank, dat ook nog op zoek is naar een sponsor voor 2011, werkte tot voor kort nog met de bekende dopingexpert Rasmus Damsgaard. Is Milram dan niet één van de velen? “Ik kan helaas niet in de keuken kijken van andere teams. Maar nog steeds zie je dat er soms wel twee of drie renners tegelijk positief zijn bij teams. Dat betekent toch dat er ergens iets niet goed gaat. Het kan ons ook gebeuren, want idioten zijn er altijd op deze wereld, maar ik kan me alleen over mijn eigen ploeg uitspreken. Wij doen er alles aan.”
‘Alles’ slaat in dit geval op een zeer uitgebreid anti-dopingprogramma. “Wij hebben een heel strikt antidoping-beleid, dat op de website precies te vinden is. Sinds een paar jaar geleden, toen ik het op een persconferentie heb uitgelegd, heb ik daar geen vragen meer over gehad in Duitsland. Dat wat we kunnen, dat doen we ook. Het internationale systeem is ondertussen steeds meer verfijnd geworden, met in het bijzonder het biologisch paspoort. Juridisch gezien kun je daar misschien vragen over stellen, maar voor ons is het een prachtig instrument ter bestrijding van bedriegers. In contracten met onze renners hebben we vastgelegd dat geruchten, vermoedens dan wel verdachte waarden aanleiding kunnen zijn tot onderzoek van een onafhankelijk expert. De uitkomst daarvan is bindend.”
Selectiesysteem
Op 28 januari jongstleden kreeg Van Gerwen te horen dat de ASO Milram als enige ProTour-ploeg niet uitnodigde voor Parijs-Nice. Hij vindt echter niet dat de Tourorganisatie hiermee een machtsspelletje speelde. “Je kunt het ook anders zien: wij hebben daar geen automatisch startrecht. Wij vielen buiten de uitnodiging, omdat de Tour toen vond dat ze Vacansoleil en Skil de kans wilden geven zich te bewijzen. Dat was de uitleg van de ASO. En wij waren uiteraard geen zeventiende, al scheelde het maar drie punten. De regels zijn correct gehanteerd.”
Over die regels bestaat echter enige discussie. Naast het feit dat ze soms redelijk ingewikkeld zijn, is ook de eerlijkheid ervan een heikel punt. “Ik denk dat er een hele fundamentele discussie zou moeten starten. Tot nu toe zijn er alleen stellingnamen geweest van de ASO en UCI. Een vrije discussie, met een goede conclusie, zou echter veel meer zin hebben. Het is van eminent belang dat er een heldere competitie komt. In de ProTour van nu zitten niet de beste wedstrijden. Dat komt natuurlijk wat vreemd over. Vandaar dat ik zeg: we moeten discussiëren over je doelen, hoe je wedstrijden attractiever wil maken, hoe je kosten wilt verdelen en wat de regels moeten worden.”
Nederlanders
Bij Milram rijden drie Nederlanders. Wegkapitein Servais Knaven zal in augustus de switch naar ploegleider maken. Wim Stroetinga kwam begin 2009 over van Ubbink, waarna hij direct indruk maakte in de Tour Down Under. Daar wist hij echter tot nu toe geen goed vervolg aan te geven. In 2010 was hij redelijk onzichtbaar. “Hij was niet redelijk, maar absoluut onzichtbaar”, verbetert Van Gerwen. “Na zijn redelijke debuut in Australië twee jaar geleden, was onze hoop dat we een geweldig talent hadden gehaald die mooie dingen zou laten zien. Dat heeft hij niet kunnen bevestigen. Veel ziek geweest, verkoudheidjes, allerlei behoorlijke dingen, maar aan het eind van het verhaal staat overeind: Wim komt zelden aan bij een koers, en dan komt hij sowieso niet aan sprinten toe.”
Stroetinga, die zijn carrière begon op de baan, is inmiddels 24 jaar. Volgens Van Gerwen heeft de ploeg er alles aan gedaan om zijn wegcapaciteiten te verbeteren. “Wij hebben heel veel in hem geïnvesteerd. Speciale trainingen, een speciale trainer, op hoogte laten trainen en bergop rijden, want dat is toch zijn handicap. We hebben van alles geprobeerd, maar tot nog toe heeft het niet mogen baten. De verwachtingen waren hoger, we hebben hem zeker niet links laten liggen. Er is heel veel werk in geïnvesteerd, maar het heeft niet mogen baten.”
Nederlander nummer drie, Niki Terspstra, reed een redelijk voorjaar. Een derde plaats in Dwars door Vlaanderen was echter zijn enige podiumplaats. Vorig jaar reed hij de Tour de France, maar dat is voorlopig nog niet zeker. “Als alles normaal verloopt, zal Niki zeker een grote ronde rijden.” Of dat de Tour of Vuelta is, wordt later duidelijk. Bij Milram krijgt niemand daarover zekerheid. “Geen enkele. Niemand is zeker op dit moment. Iedereen moet laten zien dat hij Tour-waardig is.” Zal dat niet zorgen voor renners die zich leegrijden voordat ze in Frankrijk aan de start staan? “Nee hoor. Wij gaan ook geen idiote dingen doen. Als de conditie te slecht is of het vetgehalte te hoog, dan gaan wij wel vragen stellen. We houden dat scherp in de gaten.”
Ronde van Italië
Momenteel is Van Gerwen bij zijn ploeg in de Giro. Daarin heeft Milram geen kopman. “We hebben geen ploeg om in drie grote rondes te schitteren, dus we moeten keuzes maken. In de Giro willen we vooral op dagsuccessen gokken. Gerald Ciolek komt nog niet terug van zijn blessure, terwijl Thomas Rohregger en Linus Gerdemann meer voor dagzeges zullen gaan dan het algemeen klassement. De laatste week is dusdanig zwaar, met hele steile hellingen, dat gaat zijn vermogen als klimmer te boven.” Heeft hij daarvoor ook al de ritten aangestipt? “Nee, we gaat kijken welke dagen gepast zouden zijn, maar dat hebben we nog niet gedaan.”
Van Gerwen is blij met de start in Amsterdam. “In Nederland leeft het meer. Ik denk dat het een hele goede ontwikkeling is. Grote rondes die starten in het buitenland vind ik perfect”, zegt hij. Daar zijn veel collega’s, zoals onlangs nog Johan Bruyneel, het niet mee eens. “Zoals ik eerder zei, is de wereld heel klein geworden. Waarom zouden we niet in Washington starten, of nog verder? Ik denk dat het goed is om de wielersport uit te dragen in andere landen. We moeten een beetje weg van de traditie dat de wielersport alleen in Europa is. Dat gaat tegen ons werken.”
Een veel aangedragen tegenargument is het feit dat de vlucht van de Verenigde Staten naar Italië, voor een jetlag zal zorgen. “Je kunt meteen aan problemen denken, maar ik wil iets nieuws bedenken en daarna pas oplossingen te zoeken. Bijvoorbeeld, als je in Washington start, dan moet je misschien een extra rustdag na de reisdag plaatsen. Als je dat voor heel het peloton doet, lijkt me dat geen probleem.” Tot slot: wie gaat de Giro winnen? “Dat vind ik te moeilijk. Basso? Als ik zijn uitspraken zie: hij zou zich volledig concentreren op de Giro, ik heb hem ook bijna nog niet gezien. Dan is het nu of nooit, zou ik zeggen.” Voor Alexander Vinkokourov ziet hij geen podiumplaats weggelegd. “Ik denk het niet. Een eendagskoers is heel iets anders dan een rittenkoers van drie weken.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.