Adri van Houwelingen is de meest ervaren ploegleider van de Rabobankformatie. De Nederlander is dit jaar één van de ploegleiders van de oranjebrigade. Daags voor de Tour de France sprak Wielerflits met Van Houwelingen over de Tour de France. De ploegleider vertelde onder andere over de drie doelen die Rabobank in de Tour heeft: “Klassement, witte trui en aantrekkelijk koersen.”

Wat is het verschil tussen de verschillende rondes?
“Verschil in beleving wordt soms meer gemaakt door de buitenwereld. De meeste liefhebbers kiezen vaak de Giro en de Tour is groot door de publieke belangstelling. Zelf heb ik een voorkeur voor de Vuelta. Die past het beste bij mijn karakter, denk ik. Die ronde is wat rustiger en gemoedelijker.”

“Tijdens de Giro waren er maar een stuk of drie à vier Nederlandse journalisten, terwijl er bij een persconferentie in de Critérium du Dauphiné veel meer journalisten aanwezig waren.. Dit was niet voor die ronde zelf, maar omdat Gesink daar reed met het oog op de Tour de France. Er werd wel veel geschreven over de Giro, maar de Nederlandse media belangstelling was er niet zo heel hoog.”

Hoe ziet de voorbereiding van een ploegleider met oog op de Tour de France eruit?
“Ik heb al in april een aantal ritten met auto verkend, waaronder een paar bergetappes en de ploegentijdrit. Daarna zijn we in mei met een aantal renners in het Centraal Massief geweest. Ook bij het trainingskamp in de Pyreneeën ben ik een paar dagen geweest. Achteraf gezien met zeven van de negen renners voor de Tour de Critérium du Dauphiné gereden. Daarna met Gesink en nog een aantal mannen hebben we een aantal bergetappes in de Alpen verkend. Ook ben ik nog een paar dagen met de jongens op hoogtestage geweest in Zwitserland, maar daar ben ik ook niet alle dagen bij geweest.”

Is trainen voor de ploegentijdrit niet nodig?
“Het parcours van de ploegentijdrit is niet heel tactisch, als dit wel zo was geweest hadden we ergens tijd moeten vinden om er voor te trainen. Maar dit is niet het geval, daarnaast zaten ook de agenda’s behoorlijk vol en was het niet te combineren met de hoogtestages. Het is een vlak parcours en dit is voor ons wel gunstig. Hier gaan hoge snelheden gehaald worden en dan komt ook het materiaal erbij kijken. Dit is in ons voordeel. Hoe hoger het gemiddelden, des te belangrijker het materiaal, dit hangt met elkaar samen. Wij hebben in de winter veel aandacht besteed aan de aerodynamica en dat moet zijn vruchten gaan afwerpen.”

Wat zijn jullie doelen in de Tour de France?
“Op voorhand zou ik zeggen het klassement, maar eigenlijk hebben we drie doelen. Klassement, witte trui en aantrekkelijk koersen. Dus eigenlijk meer in de etalage rijden. Alleen voor Gesink gaat dit laatste punt niet op, hij kan alleen aantrekkelijk rijden als hij een goed klassement rijdt. Het heeft geen zin om met acht renners bij Gesink te blijven. Zo deden we het vorig jaar, maar dit kwam mede doordat we twee kopmannen hadden. Dus meer ruimte voor persoonlijke ambities.”

Is de Bolletjestrui een doel voor jullie?
“Op voorhand is dit geen doel. Dit komt mede door de nieuwe puntentelling, hierop moeten we nog gaan studeren. Feit is wel dat deze aan waarde heeft gewonnen. Ik denk wel dat iemand hier wint die ook een goed klassement rijdt en niet in tegenstelling tot vorig jaar een renner die geloof ik twee keer in de top twintig reed.”

Wie is de belangrijkste knecht voor Gesink?
“De Nederlanders denken en zeggen Mollema, maar ik denk zelf dat Juanma Garate de beste helper zal zijn. De beste knecht is niet direct de tweede beste klimmer. Het gaat meer om inbreng, ervaring, wat hij doet voor een kopman en klimkwaliteiten. Garate is daar goed in.”

We hebben nog weinig van Luis León Sánchez gezien, wat mogen we van hem verwachten?
“Sanchez is nieuw en het was voor beide wennen. Hij is toch een andere persoonlijkheid dan we hadden verwacht. Het blijkt een renner te zijn die meer gestuurd moet worden vanuit de ploeg. Daar ligt een mooie taak voor ons en wij zullen kijken hoe dat het beste gaat. Ik verwacht hem wel in de Tour de France. Zijn resultaten in vergelijking met vorig jaar vallen wat tegen, maar hij hoort wel tot beste negen renners. Vorig jaar kon hij meer verschillen maken. Hij kan zeker van waarde voor ons zijn. Ik ben de eerste om toe te geven dat we meer hadden verwacht.”

Wat kan een ploegleider doen om de kopman te ontlasten?
“Dit hebben wij gedaan door hem in de aanloop naar de Tour te helpen. Bijvoorbeeld door afspraken te maken en persmomenten te creëren en dit dus in te kaderen. In de Tour is dit een stuk lastiger om hem uit de luwte te houden. Als hij bijvoorbeeld een trui heeft, dan heb je daar allerlei verplichtingen en daar kunnen wij hem niet in bijstaan. Daar kan hijzelf goed mee omgaan. Wel zorgen wij ervoor dat hij zich geen zorgen hoeft te maken, de randzaken zoveel mogelijk beperken. Alles moet gereld zijn en dan hoeft hij zich alleen maar bezig te houden met het presteren en zijn prestaties uit te leggen aan de pers.”

Welk doel heeft het verkennen van de etappes?
“We hebben zes ritten verkend, tenminste de finales en zeker vier aankomsten bergop. Alpe d’Huez heeft Gesink als jonge beloften weleens opgereden. Voor andere renners is het vaak een opfrissing. Voor Robert zijn ook verschillende bergen in de Pyreneeën nieuw. Goed om de bergen gezien te hebben weten wat er komt, maar wat ook belangrijk is, is om in de modus van de Tour te komen. Als je daar traint ben je daar toch meer mee bezig, dan dat je in de achterhoek traint.”

Hoe is het voor jullie dat Vacansoleil-DCM meerijdt?
“Wij hebben altijd gezegd dat we dat prettig vinden. We hebben dat in het begin gehad met TVM. De rivaliteit is niet groter dan bij andere ploegen. Het is ook fijn als zij succes hebben, dan zijn wij wat meer in de luwte. Voor ons is het prettig als dat in het begin zou zijn. Dat kan ons ook ten goede komen.”

Wanneer is de Tour geslaagd?
“Dat is moeilijk te zeggen. Iedereen is het erover eens dat we kunnen spreken over een geslaagde Tour bij het behalen van een podiumplaats, maar met een vijfde, zesde of zevende plaatse en aantrekkelijk koersen, kunnen wij ook tevreden zijn. Als iemand een etappe wint, dan ligt het er ook aan welke etappe en op welke manier. Stel dat we een etappe winnen en Robert zakt door het ijs, dat zou dan toch teleurstellend zijn.”

Wie is de grootste kanshebber op de eindzege?
“Contador heeft de grootste kans op de eindzege. Als je al zes grote rondes hebt gewonnen, ben je voor mij de grootste kanshebber. Toch zijn er twee zwakke punten. Ten eerste dat hij de Giro heeft gereden en de sterkte van zijn ploeg. Die zwakte zouden we gezamenlijk uit moeten buiten. Maar als alle ploegen voor een eigen klassement gaan rijden, als is dat voor een zevende of achtste stek, dan lukt dat niet. Wij hadden dat geluk in de Giro met Menchov. Dan hoeft een mindere ploeg geen probleem te zijn. Natuurlijk maakt Andy Schleck zeker kans, maar Contador is voor mij de grote favoriet omdat hij de laatste zes grote ronden heeft gewonnen waar hij aan mee deed.”