foto: Sirotti

Kenny van Hummel kende drie jaar geleden een opmerkelijk debuut in de Ronde van Frankrijk. De sprinter onderging in het hooggebergte dagelijks een strijd om op tijd binnen te komen en werd daardoor de lieveling van het Nederlandse publiek. Dit jaar hoopt hij op een betere Tour. WielerFlits sprak met hem.

Van Hummel start volgende week zaterdag aan zijn tweede Ronde van Frankrijk. In dienst van Vacansoleil-DCM wil hij zijn vorige Tour doen vergeten en zich laten gelden in de vlakke etappes. Daarin verwacht hij een zware strijd om de dagzeges. De concurrentie onder de sprinters is dit jaar enorm. “De treintjes staat op scherp. Het zal een gevecht worden in de laatste kilometers. Wij zullen moeten profiteren van fouten van anderen. Wij zijn immers outsiders, geen topfavorieten. Maar mijn doel is om Cavendish te verslaan,” geeft hij aan. “Ik verwacht een paar verrassende sprints. We kunnen niet allemaal winnen. In een sprint is het bovendien niet altijd de sterkste die wint. De sprint is een groot psychologisch spel waarin je moet proberen de ander onderuit te halen.”

Hij ziet het niet als een nadeel dat hij weinig renners tot zijn beschikking heeft. “Ik heb niet per sé een treintje nodig. Ik kan het ook heel goed met één of twee man bij me.” De Belg Kris Boeckmans en de Italiaan Marcato zijn de aangewezen personen om van Hummel bij te staan. “‘Boekie’ is ook heel snel, maar ik ben iets meer een sprinter. Sla de resultaten er maar op na. Ik heb iets meer ervaring en denk ook dat mijn topsnelheid hoger ligt. Maar hij is een supergoede renner, die nog mooie dingen gaat laten zien.” Van Hummel is vol lof over zijn teamgenoten. “Boekie heeft er veel gevoel voor hoe je iemand af moet zetten, maar weet ook hoe hij het zelf moet doen. Met Marcato erbij heb ik er veel vertouwen in. Hij had tot vorig jaar een groot aandeel in de overwinningen van Borut Bozic. Daar wil ik nu proberen van te profiteren.”

foto: Sirotti

De aanloop naar de Tour geeft hem vertrouwen. Hij denkt de beklimmingen beter te kunnen verteren. “Ik heb de Tirreno gereden, daar kon ik moeiteloos mee met de bus. In de Ronde van Catalonië kwam ik zelfs samen met Basso over de streep.” Na zijn overstap van Skil-Shimano de voorbije winter is hij aan het werk gegaan. “Ik ben met een diëtiste aan de gang gegaan en dat heeft gewerkt. Ik ben nu beter voorbereid en hoop beter de bergen door te komen. Ik heb veel in mezelf geïnvesteerd en nu moet de piek komen.”

Van Hummel maakte in 2009 zijn Tourdebuut. Hij had het moeilijk in de bergetappes en kreeg van L’Equipe zelfs de dubieuze eretitel ‘de slechtste klimmer ooit’. Dit jaar zal het anders zijn. “Ik ben nu zeven kilo lichter en ben daardoor veel beter dan voorheen. Ik ga beter over de heuvels.” Daarnaast is dit jaar zijn aanloop anders. “De vorige keer dat ik in de Tour startte, had ik mijn piek al achter de rug. In eerste instantie was ik niet eens geselecteerd. Toen ik een paar wedstrijden won mocht ik toch nog mee,” kijkt hij terug. De Tour werd niet wat hij ervan verwacht had. “Ik verspeelde in de bergen zo veel energie, dat ik aan sprinten niet meer toe kwam. Nu heb ik me heel anders kunnen voorbereiden. Ik heb rustig naar de Tour toe kunnen leven. Ik ben fris in de kop en heb er veel zin in.”