WF interviewt Wesley Kreder: “Voel me thuis bij Vacansoleil”
zaterdag 29 december 2012 om 11:24

WF interviewt Wesley Kreder: “Voel me thuis bij Vacansoleil”

Wesley Kreder

foto: Sirotti

“Hilaire, die jongen, die moeten we volgend jaar erbij hebben,” opteerde Bjorn Leukemans na Parijs-Tours tegen ploegleider Van Der Schueren. De Belgische kopman van Vacansoleil-DCM kreeg zijn zin: de jonge Nederlandse stagiair die hem goed uit de wind zette is volgend seizoen een ploeggenoot. Voor zover Leukemans de ploegleiding nog niet had overtuigd, deed Kreder dat een week later zelf. De renner uit Zevenhuizen soleerde naar de overwinning in de Tour de Vendée, een hors categorie-koers. Dit betekent dat na Michel en Raymond volgend seizoen een derde Kreder in het profpeloton rijdt. WielerFlits sprak uitgebreid met de jongste; Wesley.

Het is geen wonder dat Wesley Kreder via zijn familie in de wielrennerij terecht is gekomen. In navolging van zijn vader en enkele ooms, die toertochten reden, begon hij op zijn zevende aan de wielersport. Als eerstejaars junior besefte Kreder voor het eerst dat hij later prof zou kunnen worden. In dat jaar won hij een grote klassieker voor de junioren. Zijn ontwikkeling kwam in 2010 in stroomversnelling na het tekenen van een contract bij de opleidingsploeg van Rabobank. Met een overwinning in de Ronde van Midden-Nederland behaalde hij in zijn eerste seizoen – naar eigen zeggen – gelijk zijn mooiste resultaat uit zijn Raboperiode.

Ook dit jaar begon Kreder het seizoen goed. “Ik hikte tegen een overwinning aan. Ik werd steeds tweede of derde. Het ging eigenlijk steeds beter, tot ik in mei mijn elleboog brak. Ik heb toen een week niet kunnen fietsen. Vervolgens ben ik rustig begonnen met opbouwen. Er kwam echter wederom wat tussen, omdat er bij een knieholte een scheurtje in het bot zat. Daarna heb ik met de Boucles de la Moyenne en het NK nog twee wedstrijden kunnen rijden, maar toen was ik niet in goede doen. Na die elleboogbreuk kwam ik niet tot een piek, tot ik na een trainingskamp bij Vacansoleil-DCM een stagecontract tekende. Vanaf toen is het eigenlijk alleen maar beter gegaan.”

Een kans bij Vacansoleil-DCM
Kreder noemt het een vrij makkelijke beslissing om als stagiair naar Vacansoleil-DCM te vertrekken. “De opdracht was om in de koersen de ploeg te helpen en bovendien mocht ik in wedstrijden die mij liggen voor mijn eigen kans rijden.” Het eerste deel van deze opdracht voerde de 22-jarige Nederlander zelfs zo goed uit dat Bjorn Leukemans na Parijs-Tours een groot compliment maakte naar zijn jonge ploeggenoot. “In deze wedstrijd moest ik hem uit de wind houden. Toen ik de bus in kwam, zag ik Leukemans met ploegleider Hilaire Van Der Schueren zitten. Leukemans wees mij vervolgens aan en zei tegen Hilaire: ‘Hilaire, die jongen, die moeten we volgend jaar erbij hebben.'”

“Op dat moment dacht ik wel even van: ‘oke’. Dan gaat er toch wel wat door je heen. Ik dacht toen: Misschien zit er dan toch wel wat in me en ik heb blijkbaar een goede koers gereden,” zo zegt Kreder enthousiast. Hij stelt dat hij in het algemeen erg goed is opgevangen door zijn nieuwe ploeggenoten. “Je komt als een nieuweling binnen, maar ze gaan allerlei gesprekken met je voeren. Ze willen jou beter leren kennen. Ik voelde me meer thuis dan bij Rabobank. Bij Rabobank heb ik ook jongens waar ik het goed mee kan vinden, maar ik kan vrijwel met iedereen bij Vacansoleil-DCM goed opschieten. Je praat vanwege de taalbarrière natuurlijk wel wat minder met de buitenlanders, maar ik ben zeer blij dat ik hier terecht ben gekomen.”

Een week na de succesvolle Parijs-Tours mocht Wesley Kreder zelf zijn handen in de lucht steken. Hij wist de hors categorie-koers Tour de Vendée na een solo op zijn naam te schrijven. Kreder denkt nog redelijk vaak aan deze overwinning. “Nu wat minder, maar op het trainingskamp hoorde je er ook sommige jongens over. Daar hebben we er nog over gesproken. Ik heb zeker drie of vier keer dat filmpje (zie hieronder met de aanval van Kreder vanaf 11:20, red) teruggezien. Vooral die week erna heb ik er elke dag wel weer aan zitten denken. Het was ook niet zomaar een beloftekoers of iets dergelijks, maar gelijk een wedstrijd van hoog niveau. Dat je die dan bij de profs kan winnen, is absoluut reden om er vaak aan terug te denken.”


Coupe de France Tour de Vendee 2012 Manche 16

“Je ziet op het filmpje dat ik in de laatste kilometers alleen maar achteruit aan het kijken ben,” weet Kreder. “Op dat moment ben je gewoon zó nerveus. Je hebt nog nooit zoiets meegemaakt in zo’n koers. Ik was gewoon erg benieuwd of ze kwamen aansluiten. Voor het laatste heuveltje dacht ik nog: Ik ben eraan voor de moeite. Ik ga hier zo enorm blokkeren, dat wordt niet normaal. Ik ga vervolgens dat heuveltje op, ik ga staan en ik voel gewoon dat ik kàn blijven staan tot bijna boven. Toen wist ik dat het binnen was.” Op de beelden is te zien dat niet alleen Kreder erg blij is. Ook ploegmaat Marco Marcato komt juichend over de streep. “Dat vond ik een heel mooi moment.”

“Als een ploegmaat voor jou juicht is dat toch wel speciaal. Vooral omdat ik slechts stagiair was en hij al een paar jaar prof met verschillende koersen op zijn erelijst. Als hij dan voor jou juicht, als een van de kopmannen van Vacansoleil-DCM, dan kan je daar best wel van genieten,” aldus een opgewonden Kreder, die wel vermoedde dat hij prof zou kunnen worden nadat hij over de meet reed. Snel daarna kreeg hij de bevestiging. “Toen ik me achter het podium stond om te kleden, belde manager Daan Luijkx naar de ploegleider. Die gaf mij aan de lijn en hij vroeg meteen of ik akkoord zou gaan met een tweejarig contract. Ik heb daarop gelijk ‘ja’ gezegd, omdat ik me hier gewoon thuis voel. Ik voel me goed bij deze ploeg,” stelt de renner uit Zevenhuizen.

Kreder vroeg niet om allerlei zaken in het contract. “Ik zei gewoon gelijk ‘ja’. Ik kan als neoprof wel allemaal dingen vragen, maar je bent net nieuw. Daar kan je beter pas over een paar jaar over beginnen. Nu was gewoon het belangrijkste dat ik prof werd.” Mocht het bij Vacansoleil-DCM niet lukken, dan had hij nog altijd andere aanbiedingen achter de hand. “Euskaltel, Lampre en NetApp wilden me ook hebben. Eerstgenoemde kwam er trouwens pas later mee, nadat ik mijn contract bij Vacansoleil-DCM al had getekend. Ik denk dat ze gezien hebben dat ik de Tour de Vendée had gewonnen. Daar reed Euskaltel zelf ook.” Vacansoleil-DCM blijft echter met afstand de eerste keus voor Kreder.

Klassiekers
Het jonge talent is er nog niet helemaal uit wat voor renner hij is. “Ik denk dat ik meer een renner voor de klassiekers ben. Wedstrijden met een heuveltje in de finale.” Het is moeilijk voor Kreder om voorbeelden aan te wijzen aangezien hij nog niet veel klassiekers heeft gereden, maar Parijs-Tours en de Tour de Vendée zijn volgens hem op zijn lijf geschreven. “Dus niet héél lastig. De klimmetjes zijn dan nog goed te doen, je kan daarop een verschil maken. Wedstrijden als Parijs-Roubaix en de Ronde van Vlaanderen zijn wat dat betreft droomkoersen. Daartegenover zijn de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik net iets te lastig en te lang.”

“Met welke profrenner ik dan te vergelijken ben? Poeh, dat is een lastige,” vindt Kreder. “Misschien zelfs wel Marco Marcato. Hij heeft een goede sprint voor op het einde. Daarnaast kan hij ook wel een heuvel oprijden. Alleen denk ik dat Marcato nog wel wat langer bergop mee kan, maar dat is natuurlijk ook omdat hij ouder is. Misschien heb ik dat over een paar jaar.” Beiden heren hebben in ieder geval een redelijke sprint. “In massasprints kan ik wel top-10 rijden indien ik goed geplaatst ben.” Wesley is echter niet zo’n rassprinter als neef Raymond. “Misschien dat dat nog kan komen, maar momenteel niet.”

Raymond Kreder is inmiddels genoemd. Hij en zijn broer Michel rijden bij Garmin-Sharp, zij zijn neven van Wesley. Dat betekent dat er in 2013 drie Kreders in het profpeloton rijden. Hierdoor kunnen er vreemde situaties ontstaan. “Ik had het daar van de week nog met Wouter Mol over, met hem was ik op trainingskamp. Hij zei: ‘Stel, je komt met ploegmaat Pim Ligthart en Michel Kreder in de ontsnapping. Wat dan?’ Toen dacht ik wel: Dat moet ik zien te voorkomen. Dan moet ik zorgen dat ik weg rijd. Je zit natuurlijk in een ploeg en dan zal je voor de ploeg moeten rijden, maar ik hoop dat dat moment nooit komt. Je weet het nooit. Het wordt makkelijker als in plaats van Ligthart iemand van buiten het team meezit. Dan moet gewoon een Kreder winnen.”

Teambuilding
In voorbereiding op het nieuwe seizoen waren er verschillende teambuilding activiteiten bij Vacansoleil-DCM. In groepen werden er in de sneeuw pallets getild, moest er op vijftig meter hoogte een parcours met allerlei touwen worden afgelegd en werd er een spel georganiseerd op de langste trap van Europa. “Romain Feillu zat bij mij in de groep. Bij het tweede spel zat hij aan die touwen te trekken zodat het allemaal wat gevaarlijker werd. Dat is dan typisch Feillu. Ze zeggen dat hij de gevaarlijkste renner uit het peloton is, dat kan je dan van hem verwachten.” Al deze activiteiten stonden in het teken van de mentale begeleiding, waar Vacansoleil-DCM sinds dit seizoen mee begint. Kreder toont zich daar erg positief over.

Feillu

foto: Feillu is niet alleen op de fiets een durfal (Sirotti)

Een blikvanger bij Vacansoleil-DCM volgend seizoen is José Rujano. De Venezolaanse pocketklimmer zat bij Kreder in de groep tijdens trainingen. “Eerst dacht ik: Hoe zou die jongen zijn? Hij blijkt gewoon een vriendelijke renner te zijn. Toen hij wegging en ik hem gedag riep, was hij inmiddels al honderd meter verder, maar hij kwam teruglopen om een hand te geven en mij mooie kerstdagen te wensen. Hij is gewoon een aardige jongen. Het is alleen jammer dat ie geen Engels kan, hij spreekt slechts Spaans en Italiaans. Het was allemaal nieuw voor hem natuurlijk. Al kende hij Hilaire Van Der Schueren wel vanwege zijn tijd bij Unibet,” aldus Kreder, die zich tijdens trainingen verwonderde over hoe makkelijk Rujano kan klimmen.

Kreder noemt de sfeer het grootste verschil tussen de Rabo Continentals en Vacansoleil-DCM. “Hoe het gebeurt bij de ploeg zelf, hoe het bij de koers en het trainingskamp is. Bij Rabobank was dat allemaal wel echt serieus. Ik wil niet zeggen dat het bij Vacansoleil-DCM niet serieus is, maar er kan altijd nog een goede grap tussenkomen van iedereen die daar dan bij is. Ik voel me eigenlijk gewoon thuis bij hun. Ik kan gewoon mijn eigen ding doen. Bij Rabobank werd nog wel eens gezegd dat je bepaalde dingen niet mag doen. Bij Vacansoleil-DCM kan je bijvoorbeeld af en toe een jongen voor de gek houden en dat soort dingen, dan weet je dat je die grap terugkrijgt. Bij Rabobank is het zo dat ze dat dan niet durven, omdat het daar wat serieuzer is.”

“De begeleiding daar was serieus. Als je op het trainingskamp kwam, had je ook allerlei dingen zoals dat je serieus moest eten,” zo vervolgt Kreder. “Terwijl ze bij Vacansoleil-DCM niet kijken naar wat je eet. Het is nou ook weer niet zo dat ik elke dag patat wil eten, maar ik wil af en toe wel een lekker cakeje of wat anders nemen. Als je dat bij Rabobank deed, keken ze gelijk op je bord en zeiden ze: ‘Hé, jij bent niet serieus bezig.’ Dan denk ik van: Laat ons ook een keer genieten. Als je er vervolgens op in ging, kreeg je weer gelijk te horen: ‘Jij wil toch wielrenner worden?’ Dan kon je er beter niet op ingaan. Dit geldt overigens voor de Continentals, ik weet niet hoe het bij de profs is.” Wel noemt Kreder zijn oude werkgever sportief gezien de beste opleidingsploeg ter wereld.

Toekomst
Wesley Kreder zat in eerste instantie in de selectie voor de Tour Down Under. Dat gaat echter niet door. “Vier weken geleden ben ik geopereerd aan mijn elleboog, ik heb de ijzerdraadjes eruit laten halen. Ik kreeg vervolgens een ontsteking,” zo legt de 22-jarige renner uit. “Daardoor sloot ik me ook wat later bij de groep aan tijdens het trainingskamp. Toen heeft de ploegleiding gezegd: Dan laten we jou nog trainen in december en januari, dan begin jij gewoon ergens anders.” Kreder staat nu op de reservelijst voor de Rondes van Oman en Qatar. “Ik heb het verder nog niet exact over mijn programma gehad, omdat ik eerst gewoon moet trainen. In januari hebben we weer een trainingskamp. Dan weet ik meer.”

“Als er iemand uitvalt in de selectie van Oman en Qatar, rijd ik daar. Anders sta ik misschien aan de start van de Ster van Bessèges of iets dergelijks, dat is ook zo’n koers die dan net begint,” weet Kreder. Het is nog onbekend of hij volgend jaar al grote klassiekers mag rijden. “Ik weet wel dat Leukemans heeft gezegd dat ‘ie mij graag in een grote klassieker mee wil hebben. Dan moeten we even afwachten hoe mijn vorm zal zijn en wat mijn ploegleiders hierover denken.” Ook is er binnen de ploeg al gesproken over een grote ronde. “We zijn er nog niet uit welke het zal worden. Ik zelf heb een voorkeur voor de Vuelta, omdat deze ronde op het einde van het jaar is en toch veel andere renners daar ook een kans krijgen.”

“Ik heb dan liever de Vuelta dan de Giro, die toch wat eerder op het seizoen is,” verklaart de jongeling. “Je weet natuurlijk nooit hoe sterk ik ben. Als je al meer koersen hebt gereden, ben je toch al sterker geworden voor een grote ronde.” Kreder heeft al wel duidelijkheid gekregen over zijn rol binnen de ploeg. “In grote koersen zal ik moeten knechten voor de kopmannen, maar in kleinere wedstrijden krijg je bij Vacansoleil-DCM sowieso altijd een kans. Die wil ik gewoon grijpen om te laten zien dat ik niet zomaar vanwege die ene overwinning bij ploeg zit. Dan denken ze misschien dat ze mij later ook als kopman kunnen gebruiken.” Kreder hoopt volgend seizoen dan ook wederom een klassieker te kunnen winnen.

“Dan heb ik het vooral over kleinere 1.1 koersen zoals de Ronde van Drenthe en de Volta Limburg Classic. Ik hoop daarnaast dat ik een keer een WorldTour-koers kan rijden om te kijken hoe dat aanvoelt. Bovendien wil ik er ook echt voor de ploeg zijn.” Op de vraag waar hij over vijf jaar wil staan, stelt Kreder dat hij dan finales wil rijden in grote klassiekers. “Wedstrijden als Parijs-Roubaix en de Ronde van Vlaanderen zijn droomkoersen. Ik hoop dat ik dan écht in beeld kan komen. Vijf jaar is natuurlijk best lang, er kan veel gebeuren. Misschien rijd ik volgend jaar al heel goed, maar ik vind dat ik realistisch moet blijven. Ik wil eerst voelen dat ik WorldTour-wedstrijden werkelijk aan kan en dan pas bekijk ik wanneer ik echt mee kan doen,” zo besluit de aanwinst van Vacansoleil-DCM.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.