Wie is Tadej Pogacar, dat 21-jarige toptalent uit Slovenië dat de Tour wint?
Special Jumbo-Visma had de Tour de France volledig in handen. Niets deden ze fout. Ze botsten alleen op een supertalent uit de stal van UAE Emirates: Tadej Pogačar. Slechts 21 jaar, uit Slovenië. Zaterdagmiddag reed hij Primož Roglič uit de leiderstrui én zette hij de Ronde van Frankrijk naar zijn hand. Maar wie is deze jonge snaak en hoe kwam hij eigenlijk in het wielrennen terecht? Een portret.
Pogačar (uitspraak po-GA-tsjar) groeide op in Komenda, een dorpje met zo’n duizend inwoners, net ten noorden van de Sloveense hoofdstad Ljubljana. Als zoon van een lerares Frans op de middelbare school en van een vader werkzaam bij een bedrijf in de houtindustrie, had het gezin met vier kinderen weinig binding met (top)sport. Dat vertelt Miha Koncilija, jeugdtrainer bij wielerclub Rog en de bondscoach van de nieuwelingen bij de Sloveense bond. “Ik ken Tadej al sinds hij in de luiers zat”, vertelt hij aan WielerFlits. “Al voordat hij geboren was, was ik een vriend van de familie. Sterker nog, we zijn vandaag de dag nog steeds buren. Of althans, bijna; zijn ouders wonen twee kilometer verderop.”
Rustige tienerjaren
Als kind is Pogačar vooral te vinden op het voetbalveld. Totdat zijn oudere broer Tilen (hij heeft ook nog een oudere zus Barbara en een zusje genaamd Vita, red.) zich aanmeldt bij de wielerclub van Koncilija. “Dat was aan het begin van de herfst. Tadej was toen negen jaar oud. Hij kwam een keer mee met Tilen. Bij onze club krijgen alle leden een fiets te leen, zodat iedereen makkelijk kan kennismaken met de sport. Tadej was echter te klein; hij paste nog niet op een 24 inch-fiets. We zeiden toen dat hij op een normale fiets moest rijden in de winter, omdat er toen toch geen koersjes waren. In het voorjaar zou hij dan groot genoeg zijn voor zijn eigen racefiets. Daar was hij uiteindelijk heel erg blij mee, dat hij er een kreeg.”
Koncilija herinnert Pogačar zich als een voorbeeldig kind. “Hij deed nooit moeilijk en luisterde goed. Ook voor ons als trainers was het een fijne jongen om erbij te hebben. Maar aanvankelijk hadden wij niet het idee dat Tadej zo veel talent had. Daarbij moet ik wel zeggen: de hele generatie uit 1998 was ontzettend sterk, veel beter dan de gemiddelde Sloveense lichtingen. Tadej was veel kleiner en lichter dan zijn leeftijdsgenoten en moest daardoor fysiek altijd tegen hen opboksen. Het was geen Remco Evenepoel, zeg maar. Hij had toen nog niets speciaals. Pas op zijn zestiende kwam Pogačar bovendrijven. Hij werd dat jaar nationaal kampioen op de weg bij de nieuwelingen, in een sterk deelnemersveld.”
Volgens de jeugdtrainer was Žiga Jerman een veelbelovender talent. “Hij won in de jeugdcategorieën tal van wedstrijden, veel meer dan Tadej”, stelt Koncilija. De twee reden samen bij Rog en zijn nu mekaars beste vrienden. “Tadej en ik kennen elkaar nu elf jaar”, vertelt Jerman (22), die zelf uitkomt voor de opleidingsploeg van Groupama-FDJ. “Wat Miha je heeft verteld, klopt. Maar ik ben meer een sprinter, terwijl Pogačar het van zijn klimbenen moet hebben. Toen hij jong was, had hij ook niet in de gaten dat hij talent had. Hij was erg klein en moest altijd vechten om bij te blijven. Tadej hield er ook zijn bijnaam aan over, Tamau. Dat betekent ‘kleine jongen’ in het Sloveens. Omdat hij de kleinste van ons was.”
“In onze regio zijn er veel vlakke wedstrijden, net zoals in Nederland”, grapt Koncilija daarover. “In koersen bergop herkenden we wel zijn talent, maar pas als junior kwam hij er écht door. Tadej won in 2016 de vermaarde Italiaanse U19-koers Giro della Lunigiana en anderhalve week later werd hij derde op het EK in Plumelec (nog voor Nils Eekhoff en Samuele Battistella, red.). Tot die tijd was hij niet een speciaal talent, maar daarna ontwikkelde hij zich erg snel en ging zijn niveau per jaar met zevenmijlslaarzen omhoog. Ikzelf heb Tadej in totaal vijf jaar onder mijn hoede gehad. De eerste drie jaar dat hij bij Rog reed en daarna nog twee jaar toen ik binnen de club ook de nieuwelingen ging begeleiden.”
Hvala Kolesarsko društvo Rog za vsa ta leta. Bilo je super in tud sam sem najbolh vesel da sem lahko odraščal v tako dobri družbi. 👌🏼💥
Geplaatst door Tadej Pogačar op Maandag 7 september 2020
Waar Koncilija zijn voormalig poulain tijdens de Ronde van Frankrijk zo veel mogelijk met rust laat, onderhoudt Jerman dagelijks contact met hem via WhatsApp. “Samen met Matej Mercun reden we jarenlang voor Rog en groeiden we uit tot beste vrienden. In het offseason trekken wij altijd met elkaar op. We gaan dan ergens voetballen of gaan op pad met de mountainbike. Tadej is een heel aardige jongen, iemand die je blind kunt vertrouwen. Die ene vriend die iedereen zou willen hebben. Hij ontmoette bij onze club bovendien ook zijn vriendin, Urška Žigart (profwielrenster bij Alé BTC Ljubljana, red.). Omdat we elkaar allemaal al zo lang kennen, is onze band heel hecht en weten we precies wat we aan elkaar hebben.”
Doorgroeien bij Ljubljana Gusto Xaurum
Vanuit de juniorencategorie stroomde Pogačar als belofte in bij Ljubljana Gusto Xaurum. De continentale Sloveense ploeg hangt – net als voorheen het UCI-vrouwenteam BTC City Ljubljana – boven wielerclub Rog. Die club bestaat al sinds 1949 en bracht eerder renners als Zoran Klemenčič, Andrej Hauptman, Jan Tratnik, Luka Mezgec en Jan Polanc voort. “Tadej was al lid van onze club sinds hij begon met fietsen, dus was het meer dan logisch dat hij ook opgenomen werd in onze Continental-ploeg”, vertelt Tomaž Poljanec, ploegleider bij wat nu heet Ljubljana Gusto Santic. “We kenden hem door en door. Door Miha Koncilija en Andrej Hauptman werd hij aangemerkt als jong talent en namen we hem in 2017 op in ons team.”
Aanpassen was voor de Sloveen niet nodig. “Dat ging natuurlijk, omdat hij al als kind lid was van onze wielerclub”, gaat Poljanec verder. “Hij hoefde zich daardoor niet anders voor te doen dan hij was, hij kon gewoon zichzelf blijven. Dat is een van de voordelen die je hebt met zo’n unieke weg in de ontwikkeling van een renner. Je leert ze door en door kennen en kunt daardoor het maximale uit hun potentieel halen. Zeker gezien de profs die wij in het verleden al naar het hoogste niveau hebben gebracht, herkenden we Tadejs talent. Door het aanbieden van kwalitatief goede wedstrijden in met name Italië, kregen we de kans om zijn mogelijkheden te ontdekken. Zodoende konden we hem klaarstomen voor het grote werk.”
Dat zag ook Bogdan Fink, teammanager van het concurrerende Adria Mobil. Dat is de Sloveense Continental-formatie waaruit Primož Roglič in 2016 overstapte naar LottoNL-Jumbo. “Bij de junioren merkte je het al”, zegt Fink. “Hoewel Pogačar slechts één wedstrijd in Slovenië wist te winnen, was iedereen het erover eens dat we het over een potentiële wereldtopper hadden. Je herkende dat aan zijn techniek op de fiets, aan de soepele tred, de manier waarop hij de bochten aansneed, beklimmingen op stoof en hoe hij accelereerde in de sprints. Het was allemaal niet perfect, maar op jonge leeftijd al wel erg goed. Toen hij bij Ljubljana Gusto Xaurum koerste, reden we met Adria Mobil veel dezelfde wedstrijden.”
Fink – die ook verslag doet van de Tour op een Sloveense nationale radiozender – roemt vooral de kracht die Pogačar toen al had. “Ik herinner me een situatie in de Ronde van Kroatië van 2018. Hij zat in een vroege vlucht van acht renners, maar dat brak in twee groepjes uiteen. Pogačar reed toen vier minuten achter de koplopers, maar hij had nog een bonus van vier minuten op het peloton. In zijn groepje draaide het voor geen meter, waarna hij er plots van weg reed. Samen met een renner van – volgens mij – Astana reed hij in dertig kilometer het gat dicht. Op dat moment realiseerden we ons dat hij ook tactisch een stap had gemaakt, want daar schortte het in zijn jeugdjaren nog weleens aan. Hij kon plots alles.”
Poljanec benadrukt dat zij geprobeerd hebben om Pogačar zo veel mogelijk te faciliteren, maar dat hij het toch vooral zelf heeft afgedwongen. “Onder begeleiding van Koncilija en Hauptman werd er een solide basis gelegd. Coach Marko Polanc werkte daarna intensief met hem samen. We wisten toen al dat hij gemaakt was voor de grote rondes en konden daardoor op jonge leeftijd al gericht daar naartoe werken. Het kan voor sommige mensen een verrassing zijn dat Pogačar zo maar uit het niets verschijnt. Maar je ziet nu dat de jarenlange training en het werk dat hij er zelf heeft ingestopt, zijn vruchten afwerpt. Wij zijn er erg trots op dat we een rol konden spelen om hem hiervoor gereed te maken”, aldus Poljanec.
Prof bij UAE Emirates
In de Kroatische Istrian Spring Trophy van 2017 ziet Joxean Fernández met eigen ogen het talent van Pogačar. De Spanjaard – beter bekend als Matxin – is dan nog scout bij Quick-Step Floors, maar later dat jaar gaat hij als teammanager aan de slag bij UAE Emirates. Zijn eerste wapenfeit als gezant bij de ploeg uit het Midden-Oosten? Een contract aanbieden aan de jonge Sloveen, die meteen toehapt. “Ik hoorde voor het eerst over hem toen hij bij de junioren reed. In zijn laatste jaar als U19-renner heb ik contact gezocht en voerden we de eerste gesprekken. In februari 2017 ontmoette ik Tadej voor het eerst in de Istrian Spring Trophy. Hij won daar weliswaar niet, maar liet wel een diepe indruk op me achter.”
Fernández twijfelde geen seconde en was andere WorldTour-teams veel te snel af. Pogačar tekende eind 2017 een voorcontract bij UAE Emirates, waardoor andere teammanagers – die in het voorjaar van 2018 tevergeefs bij hem aanklopten – te laat waren. “Toen ik hem daar in Kroatië voor het eerst aan het werk zag, zag ik meteen dat hij met 18 jaar al een erg goede coureur was. Maar ik zag tegelijkertijd dat hij nog heel veel progressie kon boeken. Tadej was slim en bleek in de loop van 2017 ook een van de beste U23-renners in het circuit te zijn. Volgers van die categorie waren het roerloos met elkaar eens dat hij uit kon groeien tot een van de beste renners ter wereld. Dat zag je ook aan alles bij hem.”
De eerste koers van Pogačar in het shirt van de Emiraten-ploeg was de Tour Down Under. De jonge Sloveen werd er meteen dertiende. Het liet Matxin niet verbaasd. “Ik zal je een leuke anekdote vertellen. Voorafgaand aan die Tour Down Under ging ik een weddenschap aan met Neil Stephens. Hij was in die koers onze ploegleider. Ik zei hem dat Tadej daar meteen zijn eerste zege ging boeken. Neil zette in op Jasper Philipsen, toen ook nieuw bij ons team. Uiteindelijk verloor ik die weddenschap, want Jasper won. Tadej kreeg die kans niet, omdat hij – trouw als hij is – zich wegcijferde voor kopman Diego Ulissi. In Europa ging Pogačar dan meteen aan de haal met rit- en eindwinst in de Volta ao Algarve.”
Daarna ging het hard met Tamau (die intussen in Monte Carlo woont), die direct tot grootse prestaties in staat bleek. Zesde in de Ronde van het Baskenland, winst in de Ronde van Californië (zijn hoofddoel) en vierde in de Ronde van Slovenië. Orgelpunt was de Vuelta a España van vorig jaar, waar hij drie bergetappes won en derde werd in het eindklassement. “Ik ben van mening dat jonge talenten vandaag de dag meteen competitief kunnen zijn bij de profs”, stelt de Spanjaard. “Tadej heb ik daarom altijd behandeld als kampioen. Het is een plezante jongen in de omgang, supergoed als persoon. Hij ligt goed in onze ploeg en is ook nooit te beroerd om in dienst te rijden. Tadej is altijd aardig en dankbaar, eigenlijk is hij de perfecte wielrenner.”
En nu, nog geen 22 jaar oud, stevent Pogačar meteen af op de eindzege in zijn allereerste Tour de France ooit. Dat terwijl Matxin hem vooraf uit de wind hield en Fabio Aru aanwees als vooruitgeschoven man. “Ik wist dat hij ging meedoen, maar wilde hem geen druk op de schouders leggen of verantwoordelijkheid opdringen. Hij moet plezier maken en genieten van iedere dag. Alleen Tadej is een winnaar. Hij is niet alleen fysiek een toprenner, maar ook zijn mentaliteit draagt daaraan bij. Of hij talentvoller is dan Wout van Aert, Egan Bernal, Remco Evenepoel of Mathieu van der Poel? Dat denk ik niet. Iedereen heeft zijn talent. Hen vergelijken is een veelgemaakte fout in onze sport. Geniet nou van eenieder afzonderlijk.”
Potentiële winnaar Tour de France
Toch moeten we het zekere voor het onzekere nemen. Wat Pogačar presteert, kan dat allemaal wel op die jonge leeftijd? “Ja”, twijfelt Fink van Adria Mobil geen moment. “Je ziet het tevens aan andere jonge renners in de WorldTour: Evenepoel, Marc Hirschi en ook Bernal. Zij maken nu al de dienst uit in de grootste wedstrijden ter wereld. Tegenwoordig is dat mogelijk. Ik hoop dat het oude systeem intussen uit de wielersport verdwenen is. De nieuwe generatie maakt het verschil, veel meer dan dat vroeger het geval was.” Boezemvriend Jerman doet er zelfs nog een schepje bovenop. “Wen er maar aan, want Pogačar gaat de komende tien jaar heersen in de grote rondes. In de klimtijdrit hoop ik op een eerlijke strijd.”
“Tadej is netjes, vriendelijk, relaxt en niet gauw onder de indruk”, schetst Poljanec nog maar eens een beeld. “Hij is het type persoon waarmee je kunt lachen, waarvan je het leuk vindt om tijd mee door te brengen. Op de fiets is hij hetzelfde. Altijd respectvol en dankbaar voor de steun die hij krijgt. Hij kan zich zeer goed focussen en heeft een enorme toewijding. Het meest indrukwekkende aan hem is dat hij nooit opgeeft. Tadej vindt altijd iets extra’s, zelfs in de moeilijkste situaties.” Ook Fink voorspelt hem een grote toekomst toe. “Hij kan klimmen, hij kan tijdrijden en hij heeft een sprint in de benen. Pogačar heeft alle kwaliteiten in zich om komende jaren koersen als de klassiekers, WK’s en de grote rondes te winnen.”
Dat beaamt ook Koncilija. “Ik wil het toch zeggen. Als ik hem bezig zie, dan zie ik nog altijd veel ruimte voor verbetering. Hij gaat in de toekomst nog completer zijn. Kijk maar eens naar zijn benen. Daar zit bijna geen spiervezel in. In de jeugd hebben we er ook altijd voor gezorgd dat hij niet te veel trainde. Hij is nu tweedejaars prof en je ziet Tadej stappen maken. Hij is nog lang niet uitgegroeid. En hoewel hij nu op de fiets erg agressief koerst, blijft hij als persoon altijd kalm. In de waaierrit eerder deze Tour maakte hij zich bijvoorbeeld totaal niet druk om de minuut die hij verloor. Nog een sterk punt: hij geniet van het eropuit gaan op de fiets. Op deze leeftijd moet je niet alleen motivatie hebben, maar ook plezier.”
Of hij dit jaar de Tour al kon winnen? “Dat is niet eenvoudig. Het komt aan op de tijdrit en daarin is Roglič ook een grote specialist. Waar we gaan strijden tot het eind!”, zei Fernández voor vandaag. De rest is geschiedenis. Pogačar vond zaterdagmiddag iets extra’s, verpulverde de concurrentie en eiste zo op indrukwekkende wijze de eindzege op. Maandag viert hij zijn 22ste verjaardag. “Hij is het gewoon om te blijven vechten”, sluit Koncilija af. “Tadej geeft nooit op en zal altijd proberen om ergens tijd terug te pakken. Laat ik vooral zeggen: dit is geweldig voor Slovenië. Twee renners uit ons land die strijden om de zege in de grootste koers ter wereld. Dit duurt misschien nog vier of vijf seizoenen en daarna gebeurt het waarschijnlijk nooit meer. We moeten genieten van dit sprookje!”
Noot WielerFlits: Dit portret werd voorafgaand aan de klimtijdrit naar La Planches des Belles Filles gepubliceerd. Daarna is het op een paar kleine puntjes geactualiseerd.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.