Materiaalzone 
Fietstoerisme 
Wielerploegen 2016: LottoNL-Jumbo
Zo na de Tour Down Under resten nog een aantal samenstellingen van achttien WorldTour-teams, Roompot Oranje Peloton en de zeven Nederlandse continentale ploegen. Vandaag schenkt WielerFlits aandacht aan de enige Nederlandse ploeg op het hoogste niveau: LottoNL-Jumbo.
Een must have voor alle wielerfans! Met de Black Friday deal van RIDE Magazine haal je het ideale cadeautje voor de feestdagen in huis. Voor slechts € 13,95 ontvang je de najaars- en de winter-editie in jouw brievenbus. Dat betekent meer dan 300 pagina’s aan schitterende wielerverhalen. Wacht niet te lang, want OP=OP. Bestel nu jouw magazines en verzeker je van uren leesplezier.Land:
NederlandSponsor: Nationale loterij en een Nederlandse supermarktketen
Sinds: 1996 (als Rabobank)
UCI-code: TLJ
Fietsen: Bianchi
Tenue 2016: Klik
Aantal overwinningen 2015: 7
WorldTour-ranking 2015: 15
CQ-ranking: 15e met 5270 punten
Website: teamlottojumbo.nl
Facebook: /TeamLottoNLJUmboCycling
Twitter: @LottoJumbo_road
YouTube: Link
Vorig seizoen
Er is al veel gezegd en geschreven over het magere jaar van LottoNL-Jumbo. Met het afscheid van onder meer Bauke Mollema, Lars Boom, Stef Clement en Theo Bos verliest Belkin eind 2014 veel sterkhouders. Daar komen acht renners voor in de plaats, die allen niet de status hebben van de eerder genoemde vier. Tel daarbij de afwezigheid van Robert Gesink aan het begin van het jaar op, evenals de langdurig geblesseerde Marc Goos en de Nederlandse WorldTour-formatie beschikt maar over 23 fitte renners. Wanneer in de opbouw naar het voorjaar toe Laurens ten Dam, Tom Van Asbroeck en Jos van Emden ook wegvallen door blessures én praktisch driekwart van de ploeg te maken krijgt met een griepepidemie, is de ellende compleet.
Noem het onheil, noem het excuses zoeken. Het zijn de cijfers die tellen. En die liegen niet, na het voorjaar: nul keer winst. Maar daarnaast ook weinig podiumplekken; slechts vijf! Voor een WorldTour-ploeg is dat veel te weinig. Enkel Paul Martens (derde in eerste rit Volta ao Algarve), Wilco Kelderman (tweede in tijdrit Ruta del Sol), Van Asbroeck (tweede in rit vijf Volta ao Algarve), Bert-Jan Lindeman (tweede Ronde van Drenthe) en Barry Markus (tweede Dwars door Drenthe) weten voor 1 mei op het podium te geraken namens de geel-zwarte brigade van Richard Plugge. Sep Vanmarcke toont zich andermaal bedrijvig in de klassiekers en lijkt een van de sterkere renners te zijn, maar tegenspoed weerhoudt hem ervan om in vrijwel alle grote wedstrijden een finale te kunnen rijden. “Het is eigenlijk een heel vervelend voorjaar geweest, het was het voorjaar van de pech. Ik ben sterker geworden, maar heb het nergens kunnen laten zien”, treurt de Belgische kopman van de ploeg na Parijs-Roubaix.
De pechvogel van het voorjaar: Sep Vanmarcke – Foto: Sirotti
LottoNL-Jumbo maakt vervolgens een vrije val op de UCI-ranking. Nog diezelfde middag poetst Moreno Hofland in de Tour of Yorkshire de hatelijk nul weg. Vol goede moed reist de ploeg met speerpunten Steven Kruijswijk en diezelfde Hofland af naar de Giro d’Italia. Hoewel de sprinter uit Roosendaal enkel Elia Viviani voor zich moet dulden in rit twee, komt Hofland in de rest van de ronde simpelweg te kort. Een paar dagen later na Hoflands tweede plek lijkt Kruijswijk zijn klassementsambities direct in de kast te kunnen doen. In de eerste bergrit verliest hij acht minuten op zijn concurrenten. Door zijn aanvallende manier van koersen, een goede individuele tijdrit en een ijzersterke laatste week, schaart hij zich onder de beste klimmers en eindigt uiteindelijk als zevende in Milaan.
Na winst voor Hofland op La Gileppe in de Ster ZLM Toer en de nationale titel tijdrijden voor Kelderman, wacht de Tour de France. Gesink en Kelderman zijn er de kopmannen, Laurens ten Dam krijgt een vrije rol. Pech voor de laatste twee renners schakelt hen al vroeg uit, maar Gesink recht zijn rug en laat opnieuw aan de wereld zien bij de beste tien ronderenners van de wereld te horen. Vooral zijn aanval in de eerste bergrit naar La Pierre-Saint-Martin spreekt tot de verbeelding. Uiteindelijk eindigt de 29-jarige kopman als zesde in Parijs, op minder dan een minuut van nummer vijf Alberto Contador. In ogenschouw nemend dat Gesink in de waaieretappe naar Neeltje Jans anderhalve minuut verloor op de Spanjaard, is zijn prestatie na een jaar vol ellende een dikke pluim waard.
Robert Gesink finisht als vierde op La Pierre-Saint-Martin – Foto: Sirotti
Waar de nieuwbakken inwoner van Girona na de Tour wat langer nodig heeft om te herstellen, rijden Van Emden en Kelderman goed in de Eneco Tour. Van Emden wint er de tijdrit (voor Kelderman), terwijl de 24-jarige ronderenner als derde eindigt in het eindklassement. Hij moet echter wel lijdzaam toe zien hoe zijn generatiegenoot Tim Wellens soeverein de zege voor zich opstrijkt. Even daarvoor had ook Mike Teunissen sprankeltjes van zijn talent laten zien door als tweede te eindigen in de Ride London-Survey Classic en de proloog in de Tour de l’Ain op zijn naam te schrijven. In de Vuelta a España vertrekt LottoNL-Jumbo vervolgens voor het eerst in jaren zonder kopman. Vrijbuiters mogen hun kans gaan en daarvan profiteert rasaanvaller Lindeman: hij wint na een mooi gevecht de negende etappe met aankomst op La Alpujarra. Vuelta geslaagd.
Dankzij het magere aantal van zes zeges – waarvan maar twee in de WorldTour – mag men ondanks de pech, blessures en ziektes stellen dat LottoNL-Jumbo een slecht jaar achter de rug heeft. Toch een positieve noot: de groei die de ploeg doormaakte in de tijdrit-discipline, is bijzonder. Waar de tijdritfiets van Bianchi in 2014 nog een zorgenkindje is, werkt de nieuwe variant van de Aquila CV zich het voorbije seizoen op tot paradepaardje. “Ik denk dat de nieuwe tien tot twintig procent beter is dan de tijdritfiets van vorig seizoen”, vertrouwt Kelderman toe aan WielerFlits begin januari 2015. En dat blijkt: elf van de 34 podiumplekken het afgelopen jaar waren na een tijdrit. Dat is net iets minder dan een derde. Daar zit het volledige LottoNL-Jumbo-podium van het NK Tijdrijden bij, al kloppen Kelderman, Rick Flens en Van Emden daar wél specialist Tom Dumoulin. In de voorbije jaren, toen de resultaten aannemelijk beter waren, turft de ploeg maar twee (2014), zes (2013, op een Giant), vijf (2012, eveneens Giant) en tien (2011, Giant) podiumplekken in tijdritten. In 2010 zijn dat zeventien van de in totaal 74 plaatsen bij de eerste drie na een race tegen de klok.
Transfers
Het is voor Richard Plugge snel duidelijk wat hem te doen staat op de transfermarkt. Er moet een afmaker bij en daarnaast verlangen sponsoren naar een Italiaan en Amerikaan. Bovendien wil hij de zogenaamde ‘tweede lijn’ versterken. Er is echter één probleem: weinig budget en dus moet hij met een creatief beleid renners aantrekken. “De basis is nu breder”, vertelt Plugge in oktober aan WielerFlits. “Daarnaast hebben we met Dylan Groenewegen naast Van Asbroeck en Hofland een extra afmaker voor de grote en kleinere wedstrijden. Daarmee hopen we nu iets sneller aan overwinningen te komen. We bouwen ook aan de tweede lijn, zoals ik het altijd noem. Dat zijn renners die direct de kopmannen kunnen ondersteunen. Daarbij denk ik aan Primož Roglič. Op termijn moeten Alexey Vermeulen en Koen Bouwman dat ook kunnen. We moeten ze alleen nu al wel hebben om die tweede lijn verder uit te bouwen.”
Ook Enrico Battaglin en Victor Campenaerts zijn aangetrokken met het oog op een bredere basis. De Italiaan wint de vorige drie jaren echter ook twee ritten in de Giro en weet dus koersen af te maken. Twan Castelijns en Europees kampioen tijdrijden Steven Lammertink vervolledigen de ploeg voor 2016. LottoNL-Jumbo neemt daarnaast wel afscheid van boegbeeld Laurens ten Dam. De bebaarde klimmer vertrekt naar Giant-Alpecin, terwijl Markus en Nick van der Lijke een contract binnen slepen bij Roompot Oranje Peloton. Brian Bulgaç doet drie stappen terug naar de amateurs, terwijl nog niet bekend is wat Rick Flens gaat doen. Marc Goos’ toekomst is nog in het ongewisse; hij staat nog wel onder contract bij het team, maar het is nog maar de vraag of hij terugkeert. Kevin De Weert is al sinds mei geen renner meer van LottoNL-Jumbo. Hij heeft een punt achter zijn loopbaan gezet.
Enrico Battaglin – Foto: Sirotti
In
Enrico Battaglin (Bardiani-CSF)
Koen Bouwman (SEG Racing)
Victor Campenaerts (Topsport Vlaanderen-Baloise)
Twan Castelijns (Baby-Dump)
Dylan Groenewegen (Roompot Oranje Peloton)
Steven Lammertink (SEG Racing)
Primož Roglič (Adria Mobil)
Alexey Vermeulen (BMC Development)
Uit
Brian Bulgaç (De Volharding)
Laurens ten Dam (Giant-Alpecin)
Kevin De Weert (gestopt)
Rick Flens (?)
Barry Markus (Roompot Oranje Peloton)
Nick van der Lijke (Roompot Oranje Peloton)
De renners voor 2016
Komend seizoen zijn de doelen niet anders dan de voorbije jaren. LottoNL-Jumbo wil opnieuw scoren in de klassiekers en mee doen voor de klassementen in de grote rondes. Daarnaast focust LottoNL-Jumbo zich weer op een sprinttrein, omdat 2015 pijnlijk duidelijk laat zien dat de ploeg hierin te kort schiet. Hofland weet al precies wat voor jongens daarvoor in aanmerking komen. “Ik denk dat renners als Van Emden, Robert Wagner, Dennis van Winden, Timo Roosen en Teunissen allemaal heel veel power en explosiviteit hebben. Die kunnen allemaal een bepaalde functie in die trein vervullen”, aldus de belangrijkste sprinter van de ploeg. De afgelopen maanden zijn deze renners daar hard mee aan de slag geweest, waardoor LottoNL-Jumbo in sommige etappekoersen ook een trein voor de spurter mee gaat nemen.
Voor Vanmarcke is het zaak om vanaf Milaan-San Remo vijf weken lang in topvorm te zijn, waarbij zijn hoogste piek ligt bij de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Daaromheen zal hij de vruchten van zijn vorm ook willen plukken in de E3 Harelbeke, Gent-Wevelgem en de Amstel Gold Race. In die laatste koers zal Gesink kopman zijn van de ploeg, evenals in de andere heuvelklassiekers. Gesink mikt – al zegt hij dat nergens hardop – vol op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro, waardoor hij zich in de Tour voornamelijk zal richten op dagsucces en het ondersteunen van kopman Kelderman. Steven Kruijswijk gaat op zijn beurt het leiderschap krijgen in de Giro en de Vuelta, waardoor LottoNL-Jumbo in alle drie de grote rondes op een top-10 notering mikt in het eindklassement. Lindeman schuift daarnaast op in de hiërarchie van de ploeg en krijgt vaker een vrije rol om middels zijn aanvalslust ritten te kapen. Tevens gaat de Drent zich meer op het klimmen richten, zodat hij in die rol ook ondersteunend aan de kopmannen kan zijn. Het mikpunt van teammanager Plugge is vijftien tot twintig zeges.
Wilco Kelderman is kopman in de Tour. Spoelt hij zijn nare eerste kennismaking weg? – foto: Sirotti
Selectie LottoNL-Jumbo 2016
Enrico Battaglin
George Bennett
Koen Bouwman
Victor Campenaerts
Twan Castelijns
Jos van Emden
Robert Gesink
Marc Goos
Dylan Groenewegen
Moreno Hofland
Martijn Keizer
Wilco Kelderman
Steven Kruijswijk
Steven Lammertink
Tom Leezer
Bert-Jan Lindeman
Paul Martens
Primož Roglič
Timo Roosen
Bram Tankink
Mike Teunissen
Maarten Tjallingii
Tom Van Asbroeck
Sep Vanmarcke
Alexey Vermeulen
Robert Wagner
Dennis van Winden
Maarten Wynants
Volgens mij gaat Kruiswijk naar de giro en krijgt hij (mits iedereen fit) met bennet, roglic en battaglin toch, voor tlj begrippen, goede ondersteuning mee in de bergen. Daarnaast gaat hij ook nog de vuelta rijden.
Dus wat bedoel je precies?
Persoonlijk hoop ik dat Bennett als knecht mee gaat naar de Tour. Dan heb je in de Giro Kruijswijk als kopman met Roglic als knecht en Battaglin als knecht/aanvaller. En in de Tour heb je dan Kelderman als kopman met Bennett als knecht en Lindeman als knecht/aanvaller. Daarnaast heb je dan nog Gesink. Hij kan mee als medekopman (wat mij betreft zelfs dé kopman), maar ook als aanvaller/knecht. Dit lijkt mij een goede bezetting wat betreft de Giro en de Tour.
Edit: is opgezocht en Meintjes is er ook nog die is zelfs nog een jaar jonger.
Ik hoop, dat Gesink gewoon meegaat naar de TdF als medekopman, want als rittenkaper zal hij weinig tot geen kans krijgen.
Wat betreft het team denk ik, dat de aderlating van Ten Dam niet zo maar is op te vangen. Ik had eigenlijk gehoopt en verwacht, dat zij bij de versterkingen ook een type Warbasse erbij hadden gehaald voor de 2e. lijn Grote Rondetrein. Want wie gaat de Criterium du Dauphine rijden als kopman. Voor Roglic lijkt mij dat te vroeg en Kruijswijk heeft dan een zware Giro gereden.
Grotendeels eens. Als je echt voor een rit gaat met bepaalde renners moet je deze niet eerst flink laten werken als knecht. Ik hoop dat ze ook echt de keuze durven te maken om bijvoorbeeld in de Tour Lindeman en Gesink te sparen voor een aanval.
Als een renner na een of een paar keer in de aanval nog wat over heeft om te knechten is dat natuurlijk wel ok. Dan is de combinatie aanvaller en knecht wel te maken. Net zoals ik vind dat de combinatie voor sommige renners ook wel per wedstrijd verschillend kan zijn. Bijvoorbeeld Paul Martens mag wat mij betreft een pure knecht zijn in de Tour, maar kan in de ronde van noorwegen oid wel als aanvaller aangewezen worden. Die veelzijdigheid mag je wel van de renners verwachten
Wat ik niet begrijp is dat men zich dan stort op een onderdeel waar ze in de verste verte niet bij de wereldtop horen, namelijk de sprint. Ik begrijp dat ze meer willen winnen, maar zoals anderen al zeggen: kies iets waar je goed in bent en focus je daar dan op. Mijns inziens zijn dat de klassementen. Ik moet ook toegeven dat massasprints me totaal niet aanspreken, en LottoNL op deze manier een soort Skil-Shimano wordt.
Het is hopen op een uitschieter van Vanmarcke in het voorjaar of van Hofland in een koers a la Parijs-Nice. Het zal me niet verbazen als het (qua World Tour overwinningen) niets anders is dan afgelopen jaar.
Er zijn renners weg die niet (genoeg) hebben gepresteerd/gewonnen. De renners die hier als 'pelotonvulling' worden bestempeld, krijgen nu een rol in een sprinttrein of worden 'opgeleid' met een vaste discipline.
Verder: Vanmarcke geen wereldtop? Wint niet veel, maar op zijn wedstrijden wel altijd rijdend / goed genoeg om voor de knikkers mee te doen. Daarnaast 3 renners die een top 10 in grote rondes (kunnen) rijden; noem de andere ploegen met een dergelijk budget maar.
Geen sprinters? Hofland jong en talentvol en kan sprinters buiten de top 5 allemaal aan. Van Asbroeck heeft 2 jaar geleden genoeg gewonnen; doet hij hetzelfde komend jaar, is het ineens weer top.
Tot slot is een renner als van Emden, mits hij een kleine stap zet, zometeen wereldtop op proloog- gebied!
Genoeg om met plezier en een gezonde portie vertrouwen naar uit te kijken.
Van Asbroeck won 2 jaar geleden vrijwel niks. Hij won het klassement van de Europe Tour omdat hij zo constant was, steeds in de top-10. Als sprinter is dat nou niet een heel knappe prestatie.
Daar heb je op zich gelijk in (hoewel hij met die prestaties meteen veelwinnaar zou zijn bij TLJ). Daarnaast waren de andere sprinters dus wel minder constant ;-) maar het gaat uiteindelijk om winnen.
Van Asbroeck heeft wel een rit in de Tour de Wallonie 2014 gewonnen en 4e. in 't algemeen klassement van die Tour.
En daarom schrijf tendam "vrijwel niks". Twee zeges als sprinter is niet indrukwekkend
Als ik me niet vergis zeg jij vaak dat mensen te hoge verwachtingen hebben van dit team. Echter zeg je nu dat ze echt wel om de knikkers mee kunnen doen. Dat klinkt voor mij een beetje tegenstrijdig.
Enige wereldtopper die dit team heeft is Vanmarcke, en daar mag wat mij betreft dit jaar wel van verwacht worden dat hij een mooi kasseienkoers meepakt. In het klassement kunnen ze leuke dingen doen. Hopen voor Kelderman dat hij niet zo'n treurig jaar als 2015 heeft.
15 tot 20 zeges? Ik zou niet weten waar ze het vandaan moeten halen. Mij mogen ze verrassen, maar nu wil ik van Plugge niet aan het eind van het jaar horen dat het een degelijk seizoen was met 10 zeges.
Wat versta jij dan onder vrijwel niks? En volgens mij heeft TLJ nooit gezegd, dat zij met Van Asbroeck een topsprinter binnen hebben gehaald; wel een man net als Hofland die kan winnen en ook in heuvelritten. En TLJ heeft al niet veel renners, die dat in zich hebben.