Interview Deceuninck-Quick-Step miste in Gent-Wevelgem de eerste belangrijke waaier, knapte daarna veel werk op in de achtervolging, maar soupeerde daarbij de hele ploeg op. Op de koop toe gokte Viviani in de sprint op het foute wiel (Gaviria). “Een goede wake up-call”, noemt ploegleider Wilfried Peeters het.

“Natuurlijk hebben we in het begin de slag gemist”, was Peeters na afloop eerlijk. “Alleen Tim Declercq was mee. Hoe het kwam? Als je niet mee bent, ben je niet mee, hé. Zo gaat dat in een waaier. We hadden sneller moeten reageren, maar er was iets te veel twijfel. Nu, er waren nog ploegen niet mee, hé. Anderzijds moet je wel stellen dat we de boel daarna nog hebben gered.”

Kopmannen worden knechten
Toch kunnen ze bij Deceuninck-Quick-Step niet ontkennen dat ze op die manier de hele ploeg te snel moesten opsouperen. “Met Maximiliano Richeze en Fabio Jakobsen probeerden we daarna een nieuwe waaier op te zetten. Maar vooral Richeze had een mindere dag. Ook Jakobsen zat snel à bloc. Hij geraakte op de kant, ontplofte en het was voorbij. Lampaert, Gilbert en Stybar hebben het daarna wel perfect gedaan in functie van Viviani”, wist Peeters.

Ook teammanager Patrick Lefevere had lof voor het trio Lampaert-Gilbert-Stybar. “Toen Tim Declercq einde krachten was, hebben zij als kopmannen mee de koers gemaakt. Stybar mocht bij de tweede passage over de Kemmel zijn kans gaan. Samen met Wout van Aert raapte hij Kristoff op, maar met de wind deels op kop, hadden ze met hun drieën geen kans. Daarna hebben we uiteraard alles op Viviani gezet.”

Met de kop tegen de muur
Maar voor het tweede jaar op rij verknoeide de Italiaan het in de sprint. “Een inschattingsfout”, vertelt Peeters. “Elia kiest in de sprint voor het wiel van Gaviria, maar die stopte plots met trappen, waardoor hij compleet verrast was.”

Peeters trekt hier geen conclusies uit richting de Ronde van Vlaanderen. “Natuurlijk niet. Ik vind dit zelfs goed. Je moet eens met je kop tegen de muur lopen. We zijn nu met beide voeten op de grond gezet. Trouwens, ik ben al eens blij dat ik geen vanavond geen Champagne moet drinken”, besluit hij met een vette knipoog.