Tom Dumoulin heeft geschiedenis geschreven door als eerste Nederlander ooit de wereldtitel op de individuele tijdrit bij de mannen te veroveren. De 26-jarige Nederlander was op het heuvelachtige parcours in het Noorse Bergen verreweg de sterkste. Het gat met de concurrentie was bijna een volle minuut. Primož Roglič pakte zilver, Chris Froome kreeg brons omgehangen. Wilco Kelderman eindigde op de zevende plaats.

Fietswissel-gate
De mogelijkheid om onderweg van fiets te wisselen hield de gemoederen bezig. In de beginfase van de tijdrit was het de vraag wie en hoe er gebruikgemaakt werd van de wisselzone voorafgaand aan de slotklim. Alexey Lutsenko was de eerste renner die daar passeerde en hij besloot inderdaad van ros te veranderen. Met een tijd van 47 minuten en 46 seconden, zette de Kazach een eerste eindtijd neer. Het Belgische klimtalent Laurens De Plus ging daar, zonder fietswissel, al snel onderdoor. De eerste toptijd werd gerealiseerd door Jan Tratnik uit Slovenië. Hij dook een dikke halve minuut onder de tijd van Nikias Arndt, die op dat moment de ranglijst aanvoerde.

Kelderman lost Tratnik af
De tijd van Tratnik hield vervolgens één shift stand. Uiteindelijk was het Wilco Kelderman die – als laatste renner van de op twee na laatste shift renners – onder de tijd van de Sloveen dook. Onze landgenoot koos er aan de voet van de slotklim voor om van fiets te wisselen. Dat bleek een goede keuze, want hij noteerde aan de finish de snelste tijd. Opvallend was wel dat Tratnik niet van fiets wisselde en op de slotklim drie seconden inliep op Kelderman. De Nederlander klokte bovenop Mount Fløyen een tijd van 46 minuten en 15 seconden.

Drietal doet aan stuivertje wisselen
In de voorlaatste shift streden drie renners onderling om de toptijd. Op de tussenpunten waren Gianni Moscon, Vasil Kiryienka en Nelson Oliveira beurtelings de beste op dat moment. Uiteindelijk zette de Portugees verrassend de toptijd neer op de slotklim. Aan de voet van Mount Fløyen was hij namelijk trager dan zijn twee tegenstrevers. Bovendien ging zijn fietswissel niet naar behoren, waardoor hij nog meer tijd verloor. Oliveira reed echter een ongekend goede klim en maakte die tijd goed. Spannend was het wel, want Kiryienka en Moscon eindigden beiden binnen anderhalve seconde. Kelderman was zijn virtuele medaille op dat moment kwijt.

Dumoulin in actie – Foto: Sirotti

Roglič maakt indruk, maar verbleekt bij Dumoulin
In de laatste groep was het Roglič die op het eerste tussenpunt de snelste tijd noteerde. Dumoulin kwam daar als derde door, op een kleine drie tellen van de Sloveen. Rohan Dennis en Froome, op voorhand de grootste uitdagers, gaven daar beiden tijd toe op onze landgenoot. De Australiër schakelde zichzelf niet veel later uit door een val, nadat het was begonnen met regenen. Het deerde Dumoulin echter niet: bij alle tussenpunten die volgden, noteerde hij de snelste tijd. Aan de voet van de klim besloot de Nederlander niet van fiets te wisselen. Met een bonus van veertig seconden op Kiryienka begon hij aan Mount Fløyen.

Dumoulin haalt Froome bijna in
Froome had zijn tijdrit goed ingedeeld en had bij het laatste tussenpunt een aantal plekken gewonnen. Ook hij besloot niet van fiets te wisselen. Tony Martin deed dat eveneens niet en tot op dat moment lag de uittredend kampioen ook nog altijd op medaillekoers. Roglič besloot wel te wisselen en deed dat nagenoeg vlekkeloos. Al snel bleek hij voordeel te pakken, want in een mum van tijd was hij virtueel de leider. Op de top deed hij een halve minut van de tijd van Oliveira af. Niet veel later werd al duidelijk dat Dumoulin de tijd van de Sloveen aan het verpulveren was. Onze landgenoot kreeg in de slotfase Froome nog in het zicht, maar hij wist hem niet meer te achterhalen.

Het podium, vlnr Roglic (2e), Dumoulin (1e) en Froome (3e)

‘Normale’ regenboogtrui
Voor de zege maakte dat niet meer uit: Dumoulin verbeterde de tijd van Roglič met 57 seconden en mag daardoor het komende jaar een seizoen lang in de regenboogtrui rondrijden. En waar Sunweb zijn Nederlandse kampioenstrui minimaliseerde tot een kleine rood-wit-blauwe baan op de borst, zal dat met de regenboogtrui niet gaan. De UCI heeft vastgelegd dat de trui van een wereldkampioen volledig wit moet zijn met de regenboogbanen halverwege het shirt. Volgens hoofdstuk 3, sectie 3, paragraaf 6 uit de UCI Cycling Regulations, moet de renner bovendien een bijpassende broek dragen. Meestal is deze wit of zwart.