WK 2018: Voorbeschouwing wegwedstrijd U23 mannen
Steevast is het een van de leukste wedstrijden tijdens de wereldkampioenschappen wielrennen: de koers voor de U23-mannen. In het Oostenrijkse Innsbruck presenteert de UCI vrijdagmiddag een opvolger voor Benoît Cosnefroy. Met een waslijst aan kanshebbers, belooft deze beloftenkoers een onvoorspelbaar spektakelstuk te zijn. WielerFlits neemt het parcours en de vele sterke mannen onder de loep!
Het WK U23 is anno 2018 toe aan haar 24ste editie en daarmee is het een relatief nieuw onderdeel. Sterker nog: het is na de ploegentijdritten voor merkenteams de jongste categorie die toegevoegd is aan de wereldkampioenschappen wegwielrennen. Dat gebeurde in 1996, nadat Danny Nelissen een jaar eerder het laatste WK voor amateurs had gewonnen. Van de 23 edities die er daarna volgden, verdeelden vooral Italië en Frankrijk de buit. Beide Europese landen leverden sindsdien namelijk vier wereldkampioenen af. Waar de Italianen dat met name in de eerste edities deden, behaalden de Fransen hun successen na 2008.
Een bijzonder fenomeen is dat de topfavorieten in deze categorie hun status vrijwel nooit waarmaakten. Alleen Kristoffer Halvorsen (2016) en Romain Sicard (2009) slaagden daarin. Waar de jonge Noor zeker het voordeel van de twijfel krijgt, bewees de Franse Bask het andere bijzondere fenomeen dat rond dit WK hangt: winnaars groeien vrijwel nooit uit tot wereldtoppers. Je kunt dat eigenlijk alleen zeggen van Ivan Basso, Michael Matthews, Arnaud Démare en de dit jaar doorgebroken Matej Mohorič. Al moet de 23-jarige Sloveen zich nog altijd bewijzen. De laatste winnaars krijgen nog eventjes de tijd.
Wat nog meer opvalt, is het feit dat Nederland – en ook België – geen uitblinkers in deze categorie zijn. Namens Nederland wist alleen Thomas Dekker (brons in 2003, zilver een jaar later) voor eremetaal te zorgen. De Belgische score is identiek: Johan Vansummeren (zilver in 2003) en Tom Van Asbroeck (brons in 2012) zijn daarvoor verantwoordelijk. Ook vorig jaar kwamen beide landen niet in de buurt van de medailles. De Nederlanders zetten alles op Fabio Jakobsen, maar hij gaf onderweg roemloos op. Uiteindelijk zouden Lennard Kämna en Benoît Cosnefroy de achtervolgers net voorblijven, waarna de Fransman zegevierde.
Laatste tien winnaars WK U23
2008: Fabio Duarte
2009: Romain Sicard
2010: Michael Matthews
2011: Arnaud Démare
2012: Alexey Lutsenko
2013: Matej Mohorič
2014: Sven Erik Bystrøm
2015: Kévin Ledanois
2016: Kristoffer Halvorsen
2017: Benoît Cosnefroy
Parcours
De wegwedstrijd begint in het plekje waarover volkszanger Stef Ekkel ooit een meebalker zong: Kufstein. Vanaf de officiële start loopt het wegdek direct omhoog. Gezien het helse tempo in het begin van beloftenkoersen, zullen de mindere goden hier mogelijk direct al de rol moeten lossen. In zuidwestelijke richting trekken de beloften via een glooiende route naar Kramsach. Via Straß en Schwarz, beginnen ze na zestig kilometer aan de loeisteile beklimming naar Gnadenwald. Mocht er na dik anderhalf uur koers dus nog geen vroege vlucht zijn vertrokken, dan kunnen sterke jongens hier alsnog het verschil maken.
Na de afdaling vanuit Gnadenwald, zetten de renners koers naar het finale circuit in Innsbruck. Het zwaartepunt van de ronde – die 23,9 kilometer lang is – ligt in de eerste helft. Daarin is namelijk de 7,9 kilometer lange klim naar Igls opgenomen. Deze verloopt redelijk gelijkmatig aan een gemiddelde stijging van 5,7%, met op twee kilometer van de top een uitschieter naar 10%. Wanneer de renners de top gerond hebben, dalen ze van het natuurrijke gebied terug naar de finish in Innsbruck. De beloften rijden het finale circuit vier keer, wat resulteert in een koers van 179,9 kilometer met in totaal 2910 hoogtemeters.
Start: 12.10 uur
Finish: 16.50 uur
Favorieten
Hoewel het parcours aanstaande vrijdagmiddag de jongens van de jongetjes zal scheiden, gaat de vorm van de dag waarschijnlijk beslissen wie er met de wereldtitel vandoor gaat. Voor het wereldkampioenschap voor renners onder de 23 jaar is er op voorhand namelijk geen enkele naam die er mijlenver bovenuit steekt. Naast de tien favorieten zet WielerFlits daarom ook alle andere goede klimmers van de diverse landen op een rij. Het moge duidelijk zijn: door zo veel kanshebbers krijgen we in ieder geval geen gesloten koers. Smullen geblazen!
Remco Evenepoel domineerde de voorbije dagen de WK’s voor junioren. Maar ook bij het kampioenschap voor renners onder 23 jaar ligt de druk volledig bij de Belgen. Bjorg Lambrecht is er de kopman en gezien zijn eerste seizoen als prof is hij de absolute topfavoriet. Het 21-jarige lichtgewicht van Lotto Soudal behoorde in 2017 tot de beste vijf U23-renners van het jaar. Lambrecht liet tussen de profs zien ook zijn mannetje te kunnen staan. Hij pakte in de Tour de Fjords zijn eerste zege. Voor een pocketklimmer heeft de Belg een behoorlijk goed eindschot. Alleen pech weerhoudt hem van een bepalende rol.
Er staan de nodige profs op de startlijst. Een van hen is het Oekraïense toptalent Mark Padun. De 22-jarige klimmer heeft zijn eerste seizoen als beroepsrenner er bijna op zitten. Daarin wist hij meteen zijn eerste zege te behalen. De renner van Bahrain Merida toonde zich de beste in de slotrit van de Tour of the Alps. Een bijzondere zege, omdat de rit grotendeels over hetzelfde parcours als dat van vrijdag gaat. Padun bevestigde die prestatie met een lange solo tijdens de Hammer Climb in Limburg. De Oekraïener moet dus aanvallen, maar hij heeft de klasse om zijn geslagen kloof vast te houden tot aan de meet.
De mix tussen profs en de beste renners uit het U23-circuit belooft razend interessant te zijn. Juist omdat Lambrecht een sterk eindschot achter de hand heeft, zal de concurrentie de Belgische ploeg willen slopen. Aanvallers kunnen daarom een bondgenoot vinden in Tadej Pogačar. De pas 20-jarige Sloveen is dit seizoen misschien wel de beste belofte ter wereld en geldt als een van de allergrootste talenten voor het rondewerk. Zo won hij onder andere de Ronde van de Toekomst. Pogačar kennende, zal hij er alles aan doen om de wereldtitel te grijpen. Met zijn kwaliteiten moet hij het de verschillende profs heel moeilijk kunnen maken.
De beste klimmer van de ingeschreven renners is zonder enige twijfel Iván Ramiro Sosa. De 20-jarige Colombiaan wist dit seizoen de ene rittenkoers na de andere te winnen. Hij maakt volgend jaar dan ook de stap naar de WorldTour, al gaan er geruchten dat hij zijn contract bij Trek-Segafredo nooit ondertekend heeft. Hoewel zijn kwaliteiten als klimmer buiten kijf staan, heeft Sosa zichzelf nog nooit bewezen in het eendagswerk. In een rechtstreeks gevecht met zijn leeftijdsgenoten tijdens de Ronde van de Toekomst bleek bovendien dat de Colombiaanse pocketklimmer niet onoverwinnelijk is. Hij werd uiteindelijk zesde.
Hoewel hij graag ooit de Tour de France wil winnen, lijkt de toekomst van Eddie Dunbar in het eendagswerk te liggen. De 22-jarige Ier zag zijn ploeg Aqua Blue Sport eind augustus kapseizen, maar Sky bood hem de helpende hand. Inmiddels heeft de winnaar van de Ronde van Vlaanderen U23 2017 vier Italiaanse eendagskoersen in de benen, waar hij zich meteen liet opmerken. De kleine coureur reed vorige maand bovendien een verdienstelijke Ronde van de Toekomst, waarin hij als achtste eindigde. Dunbar is op papier niet de snelste en zal daarom ook moeten aanvallen om de wereldtitel op zijn palmares te kunnen bijschrijven.
Een van de sterkste blokken van het deelnemersveld is die van de Verenigde Staten. Zij starten met drie profs, waarvan Sean Bennett in potentie het verst zou moeten komen in een zware eendagskoers zoals die van vrijdag. De 22-jarige Amerikaan van Hagens Berman Axeon is bezig aan een heel constant en vlak seizoen, waarbij hij op meerdere terreinen liet zien over hoeveel talent hij beschikt. Bennett klimt goed, kan eendagsklassiekers aan en smijt zich zo af en toe ook in sprints met een omvangrijke groep. Een echte allrounder die moeilijk los te rijden is. Zijn vorm is rijzende, liet hij onlangs zien.
Waar Bennett vooral veel UCI-koersen reed, werkte zijn Hagens Berman Axeon-ploeggenoot João Almeida vooral een U23-programma af. En daarin bleek de 20-jarige Portugees een van de sterkste spelers op de markt te zijn. In april schreef hij op indrukwekkende wijze Luik-Bastenaken-Luik voor beloften op zijn naam. In de finale was de jongeling de enige die de oversteek naar de kop kon maken, om vervolgens alleen weg te rijden. Almeida bevestigde zijn groei door als tweede te eindigen in de Ronde van Italië U23 en een zevende plek voor zichzelf op te eisen tijdens de Ronde van de Toekomst, de mini-Tour de France.
Net als de Amerikanen beschikt ook Australië over een goed uitgebalanceerde ploeg. Robert Stannard reed dit seizoen vijf rittenkoersen en tien eendagswedstrijden. Alleen tijdens het Australische beloftenkampioenschap op de weg, de Dubai Tour (2.HC), de ZLM Tour U23 (niet gefinisht) en een teleurstellend verlopen Ronde van de Toekomst eindigde het 20-jarige toptalent buiten de top-9. Hij mocht daarnaast vier keer het zegegebaar maken. Al bij al is Stannard dus een van de meest constant presterende beloften. Een klasse coureur die bergop bij de besten hoort, de aanval niet schuwt en zich goed weet te plaatsen.
Net als Pogačar en Stannard behoort ook Marc Hirschi tot de allerbeste beloften van het voorbije seizoen. De renner van Sunweb Development is misschien niet zoveel ronderenner als de Sloveen en de Australiër, maar waar mogelijk als allrounder nog completer. De 20-jarige Zwitser was er op vele terreinen dichtbij: op de kasseien, in de heuvels, bergop, tijdens tijdritten én in vlakke eendagskoersen, maar winnen in een écht grote koers bleek lastig. Toch lukte het: in het Tsjechische Zlín kroonde Hirschi zich tot Europees kampioen. Het is wel even afwachten hoe het met hem is: tijdens het WK Tijdrijden kwam hij namelijk ten val.
Dat renners in deze categorie anoniem kunnen rondrijden in profkoersen en uitblinken in U23-wedstrijden, bewijst Aleksandr Vlasov dit seizoen. De 22-jarige Rus is beroepsrenner bij Gazprom-RusVelo, maar op dat niveau heeft hij zich nog niet kunnen bewijzen. In beloftenkoersen is de talentvolle ronderenner echter een usual suspect. In de Giro U23 toonde hij zich de meest constante coureur, waardoor hij de laatste roze trui in ontvangst mocht nemen. Hij bevestigde vervolgens in de Tour de l’Avenir, waarin hij als vierde eindigde in het eindklassement. Ook in eendagskoersen kan hij zijn partij meeblazen.
Overige landen onder het vergrootglas
De traditionele wielerlanden ontbreken in het lijstje met favorieten. Hebben zij dan geen kanshebber? Integendeel! Zo rekent Spanje op Fernando Barceló. De 22-jarige prof van Euskadi-Murias is iemand die bergop lang mee kan. Italië rekent vooral op jonkies Andrea Bagioli (19), Samuele Battistella (19) en Alessandro Covi (19), maar ook op de 22-jarige Alessandro Fedeli. Die laatste won dit seizoen diverse lastige eendagskoersen. Frankrijk start ook met een sterk collectief. Klimmers Clément Champoussin, Victor Lafay, Valentin Madouas en Aurélien Paret-Peintre (die laatste drie zijn prof) zullen hun stempel drukken.
Waar Les Blues vooral bouwen op de profs, gokt Groot-Brittannië op haar sterk klimmende beloften. Stephen Williams en Mark Donovan zijn hun beste troeven, al zou ook Ethan Hayter kunnen verrassen. Amerika heeft naast Bennett nóg twee troeven voor de wereldtitel in handen. Toptalenten Brandon McNulty en Neilson Powless maakten reeds hun profdebuut en laten daar hun kwaliteiten als ronderenner zien. Ook Aussies Michael Storer en Jai Hindley zijn al beroepsrenner, maar zij konden hun grote belofte nog niet inlossen. Wel komen beiden uit de Vuelta a España. Supercompensatie als gevolg?
‘Maar hoe zit het dan met Nederland?’, hoor ik u al een behoorlijke tijd denken. De kans dat een landgenoot met het goud aan de haal gaat is aanwezig, maar niet supergroot. Pascal Eenkhoorn en de piepjonge Thymen Arensman (18) lijken op dit parcours het meeste kans te maken. Luxemburg hoopt dan weer op een goede dag van Kévin Geniets of Michel Ries, maar ook zij behoren niet tot de topfavorieten. De Scandinavische klimmers Tobias Foss, Andreas Leknessund (beiden Noorwegen), Jonas Gregaard Wilsly en Jonas Vingegaard (beiden Denemarken) moeten zorgen dat ze alleen aankomen. De sterke Fin Jaakko Hänninen moet op de verrassing spelen.
Naast de Europeanen en de Angelsaksen, mag ook Zuid-Amerika hopen op een stunt. Naast Sosa hebben zij ook nog Alejandro Osorio, Miguel Eduardo Flórez (Colombia), Kévin Rivera (Costa Rica) en Luis Villalobos (Mexico) in de mix. Het Afrikaanse continent heeft eveneens een aantal gevaarlijke outsiders in de personen van Awet Habtom (Eritrea), Hafetab Weldu (Ethiopië), Abderrahim Zahiri (Marokko) en het Rwanda-duo Joseph Areruya en Samuel Mugisha. Allerlei leuke talenten die in Innsbruck kunnen laten zien wat voor moois Afrika te bieden heeft de komende jaren. Een wereldtitel helpt, maar is tegelijkertijd hoog gegrepen.
Polen zet vol in op prof Kamil Małecki, die in goede doen steekt. Hongarije kan verrassen met talenten als Attilla Valter en Barnabás Peák. Tsjechië rekent dan weer op crosser Adam Ťoupalík die vorige maand nog een rit won in de Arctic Race of Norway. Kazachstan heeft met Yevgeniy Gidich (allrounder en prof bij Astana), Vadim Pronskiy en Dinmukhammed Ulysbayev ook meerdere ijzers in het vuur voor een medaille.
Last but not least: drie – voornamelijk – Duitstalige landen. Thuisland Oostenrijk heeft nu niet direct kleppers in huis die op een dergelijk parcours tot de topfavorieten behoren, maar ex-wereldkampioen bij de junioren Felix Gall ontwikkelt zich gestaag en zou lang mee moeten kunnen. Zeker met steun van Markus Wildauer. Duitsland rekent op toptalent Lennard Kämna. Vorig jaar werd hij nog tweede, maar dit seizoen kampte hij met motivatieproblemen. Bij Zwitserland is het uitkijken naar eerstejaars prof Patrick Müller en de sterke Gino Mäder. Die laatste is als klimmer misschien wel de grootste dark horse.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Bjorg Lambrecht
*** Mark Padun, Tadej Pogačar
** Iván Ramiro Sosa, Edward Dunbar, Sean Bennett
* João Almeida, Robert Stannard, Marc Hirschi, Aleksandr Vlasov
Website organisatie
List of Entries – op dit moment is er nog geen startlijst voor handen
Weer en tv
De weersvoorspelling voor aankomende vrijdag kan bijna niet beter. ’s Middags is er slechts lichte bewolking en veel ruimte voor de zon. Het kwik stijgt dan ook tot maximaal 21 graden Celsius. De weerstations verwachten geen enkele drup regen en met windkracht twee uit het oosten, is ook dat te overzien. Al bij al dus een prachtig decor om de volgende wereldkampioen te verwelkomen. Bij Eurosport en Sporza kun je van begin tot eind genieten van deze titelstrijd. Beide zenders beginnen hun uitzending rond de klok van 12.00 uur. Bespreek het verloop van het WK traditiegetrouw in de Volg Hier van WielerFlits.
[poll id=”939″]
1. Er wordt in het stuk over Lambrecht beweerd dat hij de absolute topfavoriet is, terwijl er iets daarvoor nog gezegd is dat er niemand echt bovenuit steekt. Dat strookt voor mij niet echt met elkaar. Het laatste lijkt me overigens te kloppen, want ik zie nou niet in waarom Lambrecht boven mannen als Padun, Dunbar en Sosa uit zou moeten steken.
2. Waar bij Lambrecht staat dat hij heeft laten zien dat hij zijn mannetje kan staan tussen de profs staat bij Hindley en Storer dat ze hun belofte niet konden inlossen. Buiten het feit dat ze vanuit een hele andere rol de Vuelta reden zie ik eigenlijk niet echt enorme verschillen qua seizoensprestatie tussen deze 3 mannen. Hindley en Storer vind ik dus wel lichtjes onderschat worden, terwijl Hamilton niet eens genoemd wordt. Alle drie lijken ze me hoger in de hiërarchie te staan dan Stannard op dit parcours.
3. Zoals al door anderen gezegd vind ik ook de inschatting bij de Amerikanen krom. Net als Stannard is Bennett toch meer van het allround type, en ik denk dat beide zeker klimvermogen te kort gaan komen op dit parcours. McNulty zou veel langer mee moeten kunnen.
Verder ben ik erg benieuwd naar de koers. Door het hoge aantal profs met Sosa, Lambrecht, Hamilton, Storer, Hindley, Gidich, Padun, Dunbar, Madouas verwacht ik dat het niveau erg hoog ligt in deze wedstrijd. Ik denk dat Australie wel eens een hele belangrijke rol kan gaan spelen, die zijn enorm sterk in de breedte.
2. Hindley en Storer hebben dit seizoen niet hetzelfde gepresteerd als Lambrecht. Heel simpel: een voorbeschouwing is gebaseerd op uitslagen. Op basis van het seizoen 2018, komen Hindley en Storer niet in de buurt. Hamilton was voorbestemd om twee sterren te krijgen, maar hij is niet opgenomen in de uiteindelijke selectie van Australië. En ik denk dat je Stannard echt onderschat.
3. Powless en McNulty zijn op papier inderdaad betere klimmers als Bennett. Maar de klim op het parcours in Innsbruck is geen hooggebergte, waardoor het misschien niet zwaar genoeg is voor Powless en McNulty om het verschil te maken. Bennett gaat op die klim niet snel passen, denk ik. Met zijn snelle benen zie ik hem daarom verder komen dan de twee profs. Maar nogmaals: er zijn zo veel scenario's mogelijk, omdat er niemand écht bovenuit steekt.
Enfin, het belooft wederom een mooie wedstrijd te worden. :-)
Het WK junioren was in 1 woord FANTASTISCH en FASCINEREND. ;-)
Agree to disagree :-) We gaan het zien vanmiddag!
Alle favorieten hebben dit seizoen uitschieters gehad, maar ook mindere uitslagen. Ik ga, misschien vreemd, voor Powless.
Dus het wordt Pogacar vs. Dunbar
Ik zie hem ook wel ver meedoen.
Maar hier gaat een klimmer winnen. Parcours is echt wel zwaar. Zo juist die laatste klim nog afgereden en hier zitten echt wel steile stukken in. Als je die 4x op moet en dan eerder nog de Gnadewald.
Vandaag beiden junioren koersen gezien. De beste maakt hier wel het verschil.
Voor zondag. Die extra klim schijnt een muur te zijn. Zou niet normaal zijn naar horen zeggen. Ben benieuwd.
Bij de junioren heeft er eigenlijks ook een relatief grote groep rondgetourd tot de laatste klim als je Evenepoel en die Duitser die ie op sleeptouw nam buiten beschouwing laat...
waar dan?
"Ook Aussies Michael Storer en Jai Hindley zijn al beroepsrenner, maar zij konden hun grote belofte nog niet inlossen"
Hindley's optreden in de Vuelta is je ontgaan?
McNulty:
14e - Dubai Tour (2.HC)
5e - GP Beiras (2.1)
17e - Castilla y Leon (2.1)
7e - Tour of California (WT)
30e - Tour de l'Avenir (2.2U)
15e - GP Indurain (1.1)
11e - Klasika Amoribieta (1.1)
16e - Gp Montreal (WT)
Powless:
21e - Vuelta Valencia (2.1)
9e - Settimana Coppi & Bartali (2.1)
15e - Tour of California (WT)
82e - Dauphiné (WT)
13e - Tour of Utah (2.HC)
19e - Colorao Classic (2.HC)
7e - Tour of Britain (2.HC)
Jai Hindley:
72e - Algarve (2.HC)
71e - Vuelta Catalunya (WT)
57e - Ronde van het Baskenland (WT)
37e - Tour of Yorkshire (2.1)
36e - Tour of California (WT)
11e - Tour of Slovenia (2.1)
32e - Vuelta a Espana (GWT)
Op basis hiervan moet je vaststellen dat McNulty en Powless rustig doorgroeien. Hindley een pak minder, na zijn goede laatste jaar als belofte. Natuurlijk, zijn programma was een pak zwaarder. Maar deze voorbeschouwing moet ik schrijven aan de hand van prestaties en feiten. En dan moet je concluderen dat - ondanks een sterke Vuelta van Hindley - die andere twee net iets verder lijken te zijn. Maar dat maakt U23-koersen met profs juist zo leuk: nu pas kunnen we écht zien of dat klopt! :-)
Klopt, maar dat is exact wat me gevraagd werd ;-)
De prestatie van Hindley in de Vuelta is razend knap. Maar om nu meteen te zeggen dat een 32e stek de leidraad is om hem omhoog te stuwen: nee. Kan uiteraard gebeuren, zie mijn post op je vorige bericht. Realisme en objectiviteit zíjn op de plaats.