WK 2021: Voorbeschouwing wegwedstrijd beloften
Na een jaar afwezigheid mogen de beloften zich komende vrijdag weer opmaken voor een wereldkampioenschap op de weg. In Vlaanderen gaat de UCI op zoek naar een opvolger voor Samuele Battistella, die in 2019 na een veel besproken diskwalificatie van de eigenlijke winnaar Nils Eekhoff de wereldtitel toebedeeld kreeg. WielerFlits blikt vooruit!
Historie
Het WK U23 kent nog niet zo’n heel lange geschiedenis. In Leuven krijgt straks pas de 25ste wereldkampioen bij de beloften een regenboogtrui omgehangen. Dat heeft er alles mee te maken dat de beloftencategorie pas in 1996 in het leven werd geroepen. Daarvoor heette die categorie nog amateurs en was er niet een specifieke leeftijdsafbakening. De laatste editie van dat WK werd overigens gewonnen door Danny Nelissen. De eerste editie nieuwe stijl vond plaats in het Zwitserse Lugano, waar Giuliano Figueras zich tot eerste U23-kampioen ooit kroonde. De Italiaan had het jaar voordien ook de wereldtitel bij de militairen veroverd.
Zijn grootste wapenfeiten bij de profs waren een tweede plek in de Ronde van Lombardije 2001 en een derde plek in de Clásica San Sebastián van 1999. Een jaar later was het de beurt aan Kurt-Asle Arvesen, de huidige ploegleider van Uno-X. De Deen verschalkte dat jaar Óscar Freire. De Spanjaard werd bij de profs wel drie keer wereldkampioen en groeide uit tot een topper. Arvesen was een verdienstelijk prof, werd talloze keren Noors kampioen en won in 2008 de E3 Prijs Vlaanderen. In de eerste vijftien jaren wonnen er meer jongens die uitgroeiden tot goede profs, maar geen kleppers werden. Iván Basso is de uitzondering.
De Italiaan was na Figueras en Arvesen de derde winnaar. Hij zou later – met af en toe een beetje hulp – tot de beste klassementsrenners van zijn generatie behoren. Oud-winnaars Jevgeni Petrov (2000), Yaroslav Popovych (2001), Sergey Lagutin (2003), Gerald Ciolek (2006) en Peter Velits (2007) lieten slechts af en toe nog sprankeltjes van hun grote talent zien. In die jaren zorgden Johan Vansummeren (2003, zilver) en Thomas Dekker (brons in datzelfde jaar, zilver in 2004) voor de medailles namens de Lage Landen. Tom Van Asbroeck (2012) en wijlen Bjorg Lambrecht (2018) deden er voor België nog een bronzen en zilveren medaille bij.
De laatste tien edities is er echter een kentering te zien. Michael Matthews won in 2010 voor eigen volk in Geelong, waar overigens ook een bijzonder feit plaatsvond. John Degenkolb veroverde het zilver, maar het brons ging naar Guillaume Boivin én Taylor Phinney. De UCI-officials bekeken talloze keren de fotofinish, maar een verschil tussen hen was niet te zien. Het is de enige keer in de recente geschiedenis dat de UCI twee medailles voor dezelfde plek uitwees. Matthews groeide uit tot een van de beste wielrenners ter wereld en is dat nog steeds. Degenkolb won dan weer Parijs-Roubaix en Milaan-San Remo.
Ook in de edities daarna stonden renners op het hoogste schavot die het schopten tot de wereldtop. Denk aan Arnaud Démare en Alexey Lutsenko. Kristoffer Halvorsen en Samuele Battistella krijgen nog het voordeel van de twijfel, terwijl Marc Hirschi vorig jaar natuurlijk al de stap naar de beste coureurs ter wereld maakte. De weg van Matej Mohorič is een stuk geleidelijker; bij hem is het wachten op zijn eerste écht grote klapper. De Sloveen heeft zeker dit jaar laten zien dat hij op een goede dag iedereen kan verslaan. Benoît Cosnefroy ook. Hij won dit seizoen de Bretagne Classic voor Julian Alaphilippe en vorig jaar was hij tweede in de Waalse Pijl en Parijs-Tours, met daarbij nog een derde plek in de Brabantse Pijl.
Laatste tien winnaars WK U23
2020: geen editie vanwege corona
2019: Samuela Battistella
2018: Marc Hirschi
2017: Benoît Cosnefroy
2016: Kristoffer Halvorsen
2015: Kévin Ledanois
2014: Sven Erik Bystrøm
2013: Matej Mohorič
2012: Alexey Lutsenko
2011: Arnaud Démare
2010: Michael Matthews
Vorige editie
Vanwege corona ging de koers in 2020 dus niet door en daarom blikken we – met enige frustratie – nog een keer terug op de tumultueuze editie van Yorkshire. In Groot-Brittanië was de koers op voorhand al ingekort wegens het slechte weer en de daardoor vroeg invallende avond. Daarna ontstond er een waar spektakelstuk en groeide het WK uit tot misschien wel de allermooiste U23-editie tot nu toe. De koers had alles wat wielerfans maar wensten: slecht weer, koers van kilometer nul, waaiers, hellingen, strijd en een ongekende spanning tot op de streep. Met helaas ook een dramatische plotwending na de finishlijn.
Vanuit het vertrek regende het aanvallen. Van een vroege vlucht was amper sprake. De dertien renners die een bres wisten te slaan, kregen nooit meer dan twee minuten voorsprong. Bij de aanvallers onder meer Jonas Hvideberg, Johan Jacobs, Alessandro Covi, Ben Healy, Stanisław Aniołkowski, Andreas Kron en Fred Wright. Namens Nederland zat ook Marijn van den Berg mee, terwijl België een pion had in de vorm van Stan Dewulf. Al bij al een zeer sterke groep. Ze maakten de opdracht voor het peloton niet simpel, zeker gezien de barre weersomstandigheden. Het waren in het pak de Amerikanen die het werk opknapten.
Ondertussen regende het niet alleen aanvallen en water, maar ook pech en valpartijen. Onder meer Tom Pidcock en Nils Eekhoff gingen tegen de grond. Beiden konden terugkeren. Op dik vijftig kilometer van de streep trokken Noorwegen en Duitsland het peloton bovenop Greenhow Hill in waaiers. Topfavoriet Jasper Philipsen, Andreas Stokbro en Kevin Vermaerke – voor wie de Amerikanen zo hard gewerkt hadden – misten de slag en bleken later kansloos voor de wereldtitel. Bij het opdraaien van de eerste van twee lokale rondes in Harrogate, reden Szymon Sajnok en Idar Andersen van kop af aan weg. Een startsein voor de finale.
Korte tijd later sloten namelijk Stefan Bissegger en Samuele Battistella aan. Eventjes daarna maakten ook Tobias Foss en Pidcock de oversteek. De zes bleven vooraan over, al viel Andersen snel daarna weg vanwege materiaalpech. In de achtergrond bundelden Eekhoff, Kron, Sergio Higuita en Georg Zimmermann de krachten. De vier gingen op zoek naar het vijftal op kop, maar na een versnelling van Bissegger ging ook Sajnok overboord. In de diepe finale kwamen Eekhoff, Higuita en Kron – Zimmermann was gelost – steeds dichterbij de leiders in de wedstrijd. In de slotkilometer wisten zij vervolgens aan te sluiten bij de vier.
Na een zinderende finale volgde een passend, bloedstollend einde van deze wielerthriller. In de stromende regen monsterden de zeven op de eindsprint af. Breed uitgesmeerd over de weg nam Eekhoff de kop met Bissegger naast hem aan de andere kant. Kron en Foss golden als strijkijzers in een sprint, maar de overige vijf waren aan elkaar gewaagd. Uiteindelijk kon Higuita zijn zenuwen het minst goed onder controle houden. De Colombiaan zette aan op 200 meter van het einde en Eekhoff sprong meteen in het wiel. Pidcock nam het initiatief over, maar de Nederlander zat met overschot, kwam langszij en drukte zijn wiel als eerste over de streep.
Eekhoff bezorgde Nederland zo de eerste wereldtitel in de geschiedenis. De euforie was echter van korte duur. Al vrij snel na de finish bleef een uitslag uit en verscheen er Results under investigation in beeld. Eekhoff gaf ondertussen een flashinterview waarin hij zijn wereldtitel bejubelde. Kort daarna meldde een official zich bij hem, of hij wilde meekomen. Er werden vervolgens beelden getoond van Eekhoff, die na een valpartij – waarbij zijn schouder uit de kom schoot – via de wagens terugkwam. Sheltering behind or taking advantage of the slipstream of a vehicle (for sometime), klonk het verdict in het juryrapport.
Eekhoffs wielerdroom viel in duigen. Logischerwijs hevig geëmotioneerd verliet hij het strijdtoneel en mocht Battistella enkele minuten later het goud aannemen. Bissegger schoof zodoende op naar het zilver, terwijl local hero Pidcock nu het brons kreeg omgehangen. Waar Team Sunweb, zijn management SEG en bondscoach Adriaan Helmantel furieus voor hun pupil op de bres sprongen, laakte KNWU-directeur Thorwald Veneberg zijn taak om voor Eekhoff op te komen. “De UCI gaf de uitleg dat ze hem in het belang van het wielrennen uit koers moesten halen”, zei Helmantel. “Ik heb gezegd, als je in het belang van het wielrennen handelt, huldig je hem als wereldkampioen.” Maar dat gebeurde niet, ook niet nadat Eekhoff en zijn entourage hun gram probeerden te halen bij het CAS.
WK wielrennen U23 2019
Doncaster – Harrogate, 179 kilometer
Samuele Battistella in 3u53m52s
Stefan Bissegger z.t.
Tom Pidcock z.t.
4. Sergio Higuita z.t.
5. Andreas Kron z.t.
6. Tobias Foss z.t.
7. Pascal Eenkhoorn +38s
8. Mikkel Bjerg z.t.
9. Mathieu Burgaudeau z.t.
10. Torjus Sleen z.t.
Volledige uitslag
Volledig wedstrijdverslag
Parcours
Vlaanderen huisvest het wereldkampioenschap 2021, de regio die wereldwijd misschien wel het meeste koers ademt. Niet geheel toevallig is de start van de wegwedstrijden op de Grote Markt in Antwerpen. Daar waar de Vlamingen begin april steevast de tenoren op gang schreeuwen tijdens de Ronde van Vlaanderen. Nu is het plein het decor voor het vertrek van het WK, ook voor de wedstrijd van de beloften. Na het startschot om 13.25 uur rijden zij eerst een neutralisatie van ruim negen kilometer. Een kwartier later is de officiële start voorzien net aan de buitenzijde van de Havenstad. Daarna volgen 160,9 kilometers.
Na de neutralisatie zal een vroege vlucht met een aantal exoten mogelijk de ruimte krijgen, al is dat bij de beloften een stuk minder vanzelfsprekend. Eens te meer omdat het WK voor U23-begrippen aan de korte kant is. Sterker nog: het is qua afstand de kortste koers in tien jaar tijd. De eerste 52 kilometer zijn nagenoeg vlak. Via lange, rechte wegen, voert de route het peloton onder meer langs Wilrijk, Kontich, Mechelen en Keerbergen (een van de officiële WK-dorpen). Daarna trekken de renners zuidwaarts om via Tremelo, Werchter (bekend van het rockfestival) en Rotselaar koers te zetten naar Leuven. Na 52 kilometer arriveren ze daar.
Zeven kilometer verder rijden ze het lokale circuit op. Deze is in totaal 15,5 kilometer lang en voert de beloften dwars door de studentenstad. De omloop bevat vier hellingen: de Sint-Antoniusberg (230 meter aan 5,5%, maximaal 11%), Keizersberg (290 meter aan 6,6%, maximaal 9%), Decouxlaan (975 meter aan 2,5%, maximaal 6%) en de Wijnpers (360 meter aan 7,9%, maximaal 9%). De beloften komen de eerste keer aan de achterzijde op het rondje, waardoor de Wijnpers de eerste klim van de dag is. Na anderhalve keer het Leuven-circuit, verlaten de U23-renners het lokale circuit weer en trekken ze richting het zuiden.
Van het Leuven-circuit gaat het namelijk naar het zogeheten Flandrien-circuit in en rond Overijse, waar traditioneel ook de beslissing valt in de Brabantse Pijl. Enkele hellingen die we de laatste jaren kennen uit deze Belgische semiklassieker, treffen de renners vrijdag ook weer op hun pad. Met een lengte van 32 kilometer en een opeenvolging van zes korte en vooral pittige klimmetjes, zal het Flandrien-circuit een zeer pittig intermezzo vormen. Hoewel er op de top van de Smeysberg (daarover zo meer) nog ruim zeventig kilometers af te leggen zijn, kunnen de toplanden hier alvast een voorontsnapping laten vertrekken.
Met de Smeysberg (700 meter aan 8,8%, maximaal 16%), de met kasseien bezegelde Moskesstraat (550 meter aan 8%, maximaal 16%), de S-bocht in het centrum van Overijse (738 meter aan 5,5%, maximaal 18,3%) in combinatie met de Taymansstraat, de steile en smalle Bekestraat (439 meter aan 7,7%, maximaal 15%), de Veeweidestraat (484 meter aan 5,2%, maximaal 12%) en een tweede passage van de Smeysberg, staat de renners het nodige te wachten. Na de laatste klim rijden de coureurs over dezelfde route terug naar Leuven, waar ze het circuit opnieuw betreden daar waar ze 32 kilometer eerder zijn afgeslagen.
De beloften leggen het Leuven-Circuit vervolgens nog eens 2,5 keer af. Daar wachten dan nog acht van de in totaal twintig hellingen, goed voor een beloftenkoers met 1049 hoogtemeters. Geen onoverkomelijke opdracht, maar de tweetrapsraket Decouxlaan-Wijnpers is voldoende om in de diepe finale het mes op de keel van de sprinters te zetten. De derde beklimming van de Sint-Antoniusberg (een smal klimmetje over een met tegels en kasseien bezaaide weg) is op twee kilometer van het einde de laatste helling van de dag. Positionering is key, want de licht hellende aankomst op de Geldenaaksevest volgt dan snel.
Datum: Vrijdag 24 september
Afstand: 160,9 kilometer
Start: 13.25 uur
Finish: tussen 17.25 en 17.48 uur
Hoogtemeters: 1049
Favorieten
Nog nooit slaagde er een belofte in om het WK twee keer te winnen. In een categorie waarin je jezelf als renner slechts vier jaar bevindt, is dat natuurlijk ook lastig. Ook dit jaar gaat het niet gebeuren, want titelverdediger Samuele Battistella is intussen te oud voor deze categorie. Maar, mocht hij anders mee doen? Hij is toch prof? Klopt allemaal. Tot een paar jaar geleden waren WorldTour-profs onder de 23 jaar uitgesloten van deelname aan het WK voor beloften. ProContinental-renners mochten dan weer wel meedoen. De UCI besloot een paar jaar geleden om alles gelijk te trekken: iedereen onder de 23 jaar mag meedoen.
Zodoende is ook Florian Vermeersch van de partij. De 22-jarige Belg werd op 1 juni 2020 prof bij Lotto Soudal, maar rijdt hier de beloftenwedstrijd. Eerder deze week deed hij ook het WK tijdrijden U23 en daar veroverde hij brons. Omdat een tijdrit nooit liegt, kunnen we stellen dat hij in topvorm is. Hij vindt in Leuven een parcours dat hem op het lijf geschreven is. Vermeersch is een klassiekerspecialist in spe en zal hier voor eigen volk willen uitpakken. Hij verdient de status als topfavoriet en zal met die druk moeten omgaan. Vorig jaar werd hij dertiende in Gent-Wevelgem en dit jaar eindigde hij als zestiende in de E3 Saxo Bank Classic.
De Belgen beschikken sowieso over een sterke selectie. Met rondetalenten Fabio Vandenbossche en Lennert Van Eetvelt hebben ze twee werkpaarden die in functie van de kopmannen zullen rijden. Naast Vermeersch – die in een klein groepje ook zeer rap is – hebben ze met man in vorm Stan Van Tricht nog een pion die ze kunnen meesturen met aanvallen. Ook hij kan goed aankomen. Houden ze nog twee sterke sprinters achter de hand: Arnaud De Lie en Thibau Nys. Voor hem is het parcours ook perfect en daarnaast is hij watervlug. Op het EK verraste hij nog, maar dat gaat daardoor op het WK heel lastig zijn.
In de breedte is er geen enkel team sterker dan dat van Nederland. Van geen enkele renner in de ploeg zou het een verrassing zijn, mochten ze de wereldtitel grijpen. In alle scenario’s is Marijn van den Berg de Nederlander om in de gaten te houden. De 22-jarige renner van Groupama-FDJ U23 won dit jaar al zeven UCI-koersen, waarvan twee etappes in de Tour de l’Avenir. Meestal klust hij dat klaar in een massasprint, maar Van den Berg is zo veel meer dan een spurter. Hij is niet bang om zelf de forcing te voeren. Hij zal in ieder geval niets aan het toeval overlaten. Op het EK gokte hij er nog op dat Nys en co terug zouden vallen.
Dat gebeurde niet en dus moest Van den Berg voor plek acht sprinten. Dat spurtje won hij met twee vingers in de neus, maar na afloop kon hij daar moeilijk mee leven. Hij is uit op revanche. Met Mick van Dijke heeft Oranje nog een heet ijzer in het vuur. Hij is sinds de Tour de l’Avenir in hoogvorm, schuwt de aanval niet, heeft een punch en hij bereidde zich tot in de puntjes voor. Derde titelkandidaat voor Nederland is Olav Kooij. De eerstejaars prof van Jumbo-Visma geldt vooral als een talentvolle sprinter, maar ook in het Vlaamse werk komt hij goed tot zijn recht. Zijn WorldTour-ervaring kan hier weleens de doorslag geven. Maar als Daan Hoole, Tim van Dijke of Casper van Uden wint, is dat ook geen verrassing.
Was het WK op een bergachtig parcours geweest, dan behoorde Noorwegen met de tweelingbroers Johannessen tot de absolute favorieten. Nu staan ze daar net onder en is het de taak voor Søren Wærenskjold om hun land een nieuwe gouden medaille te bezorgen. De 21-jarige renner van Uno-X beschikt over een geweldige motor en is gebouwd voor de Vlaamse klassiekers. Wærenskjold is een sterke atleet, die een solo uit zijn benen kan toveren én zelfs in staat is massasprints te winnen. De tegenstanders zullen van hem af moeten geraken, want anders zitten ze met een heel groot probleem opgescheept.
Eritrea is niet meteen een land dat vaak de revue passeert in voorbeschouwingen op een WK en zeker niet wanneer er kasseien in het spel zijn. Maar de Europeanen, Amerikanen en Oceanische renners moeten oppassen. Het Afrikaanse land brengt namelijk Biniam Girmay aan het vertrek. De 21-jarige renner van Intermarché-Wanty Gobert heeft in zijn eerste twee profjaren indruk gemaakt tijdens eendagskoersen. Zo werd hij vorig jaar meteen tweede in de Trofeo Laigueglia en in het najaar ook in de Tour de Doubs. Onlangs won Girmay wel de Classic Grand Besançon Doubs en werd hij in de Druivenkoers (in Overijse) zevende.
Met Henok Mulubrhan en Natnael Tesfatsion heeft Girmay ook twee uitstekende helpers. Zij genoten hun opleiding bij Qhubeka in Italië. Dat land brengt ook een van de favorieten aan de start in de persoon van Filippo Baroncini. Naast een zeer degelijke tijdrijder, weet de 21-jarige Italiaan ook prima hoe om te gaan met eendagskoersen. Hij reed deze maand vijf wedstrijden, waaronder een rittenkoers, het volledige EK en het WK tijdrijden. In al die koersen eindigde hij bij de eerste negen. Baroncini baarde het meeste opzien in de Coppa Sabatini. Achter Michael Valgren en Sonny Colbrelli werd de jongeling daar vierde.
Op het EK op de weg hoefde Baroncini alleen Nys voor zich te dulden, om achteraf te zeggen dat hij de Belg niet kende en onderschat had. Hij zal zich graag herstellen, met een uitgebalanceerde ploeg rond zich. Baroncini zelf is in een klein groepje niet traag, maar in een sprint zullen ze gokken op Michele Gazzoli, Luca Colnaghi of Luca Coati. Net als op het EK zal Filippo Zana proberen in de finale een bres te slaan, maar hij is wel meer een klimmer. Hij kan in ieder geval goed werk doen om zijn kopmannen uit de wind te houden. Voor de volledigheid geven we ook nog maar de laatste Italiaan mee: Marco Frigo van SEG Racing.
De Australiërs hebben ooit met meer renners aan de start gestaan van het WK, al kunnen de strenge coronamaatregelen Down Under daar misschien ook mee te maken hebben. De Aussies hoeven de koers dus niet te dragen en dat betekent dat Jarrad Drizners rustig achterover kan leunen. Volgens diens teammanager Axel Merckx heeft de 22-jarige Drizners iets speciaals. Hij is snel en reed voor zijn periode bij Hagens Berman Axeon een batterij aan kermiskoersen, waarvan hij er ook twee won. Afgelopen weekend stond hij nog bijna op het podium van Luik-Bastenaken-Luik U23. In de laatste honderd meter werd hij pas gegrepen. De sterker sprinter lijkt als renner veel op Michael Matthews. Drizners gaat hier meedoen.
Eritrea is wellicht een vreemde eend in de bijt als het gaat om de toplanden, maar daar kunnen we nog een tweede bij zetten: Nieuw-Zeeland. Het talent in hun selectie druipt ervan af: klimtalent Reuben Thomson, rondetalent Finn Fisher-Black, sprinttalent Laurence Pithie én ex-wereldkampioen op de baan Corbin Strong. De 21-jarige Kiwi van SEG Racing Academy is een absoluut toptalent. Vanwege corona koerste hij amper in Europa, maar desondanks besloot Israel Start-Up Nation daar niet op te wachten en hem al te contracteren. In enkele Nederlandse nationale offroad-klassiekers liet Strong zien dit aan te kunnen. Rijd in ieder geval niet met hem naar de meet, want hij won al meerdere massasprints.
De grote outsider voor dit WK vinden we terug in de selectie van Spanje. Eerstejaars belofte Juan Ayuso (19) heerste in het eerste deel van het seizoen. In de Giro d’Italia U23 zette hij de kroon op zijn werk: de Spanjaard won drie etappes en alle klassementen. Het toptalent voor het rondewerk komt in Vlaanderen echter een parcours tegen waarop hij nog amper gekoerst heeft. Als hij de kasseien goed overleeft en niet van zijn fiets afschudt, dan gaan de overige favorieten voor de wereldtitel er een geduchte tegenstander bijkrijgen. Spanje kan daarnaast ook nog terugvallen op de sterke sprinter Marc Brustenga, die dit wel aankan.
Frankrijk kan ook bouwen op een sterke equipe in de breedte. Ze missen een topfavoriet, maar dat kan ook juist in hun voordeel werken. Het is niet aan de Fransen om het vuile werk op te knappen. Ze komen hier dus zonder geijkte namen, maar dat deden ze in het verleden wel vaker. Kévin Ledanois wist zodoende de titel te grijpen en toen Benoît Cosnefroy in 2017 Lennard Kämna versloeg, hadden op voorhand ook maar weinig kenners op hem gerekend. Voor die rol komen nu Matis Louvel (Arkéa-Samsic) en Alexis Renard (Israel Start-Up Nation) in aanmerking. Hugo Page zal de aanval kiezen en voor een sprint hebben ze Paul Penhoët.
Een ander sterk blok dat we in deze voorbeschouwing ook absoluut niet mogen vergeten, is Groot-Brittannië. Met Sam Watson en Lewis Askey hebben ze twee mannen in hun ranks die goed over kasseien gaan. Zij kunnen zomaar verrassen. Mocht het al op een sprint met een uitgedunde groep uitlopen, kijk dan vooral uit voor de razendsnelle Ethan Vernon. Hij moet dit parcours normaliter goed aankunnen. De Amerikanen behoren hier ook tot de outsiders, maar ze brengen wel Magnus Sheffield en Kevin Vermaerke aan het vertrek. Beiden zijn op dit moment prof en zullen de kans om voor zichzelf te rijden met beide handen aangrijpen.
Het probleem waar Frankrijk en Groot-Brittannië mee kampen, geldt ook voor Duitsland. Zij kunnen eveneens een enorm sterk team opzetten, zonder een uitgesproken favoriet. De selectie is nog niet definitief, maar Maurice Ballerstedt, sprinter Kim Heiduk, Leon Heinschke en Michel Heßmann zijn erbij. Allemaal goede en sterke coureurs, maar niet een van hen steekt er dit jaar met kop en schouders bovenuit. Dat geldt – in tegenstelling tot bij de tijdritten – in een overtreffende trap eveneens voor Denemarken. Jacob Hindsgaul heeft liever een veel zwaarder parcours en William Blume Levy stagneert dit jaar een beetje.
Tot slot zijn er nog een aantal renners die op een goede dag tevens voor een relatief grote verrassing kunnen zorgen. Denk dan aan Alpecin-Fenix-prof Tobias Bayer (Oostenrijk), Fran Miholjević (Kroatië), Pavel Bittner, de halve Nederlander Tomas Kopecky (beiden Tsjechië), de in vorm stekende Erik Fetter (Hongarije), de sterke Ben Healy (Iers kampioen op de weg), noeste hardrijder Filip Maciejuk (Polen), de sterke Russische sprinter Gleb Syritsa en de piepjonge Andrii Ponomar uit het naburige Oekraïne. Dan missen we alleen nog Mauro Schmid, die hier de Zwitserse eer hooghoudt. Hij is misschien wel de grote dark horse.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Florian Vermeersch
*** Marijn van den Berg, Mick van Dijke
** Olav Kooij, Søren Wærenskjold, Biniam Girmay
* Filippo Baroncini, Thibau Nys, Jarrad Drizners, Corbin Strong
Deelnemerslijst (FirstCycling)
Website organisatie
Weer en tv
Vrijdagnamiddag voorspelt Weeronline fijn koersweer in en rondom Leuven. Tussen de wolken door is er af en toe ruimte voor de zon. Het kwik stijgt tot een maximum van negentien graden Celsius. Er valt geen regen en de wind waait aan windkracht drie uit het zuidwesten. Normaal zal dat niet z’n weerslag op de koers hebben. Wie dat wil zien, schakelt om 13.20 uur in bij Eurosport 1, op de Eurosport Player of op Één bij Sporza. Bespreek het verloop van het WK U23 in de Volg Hier van WielerFlits.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.