WK 2022: Foss zorgt voor daverende verrassing in tijdrit, brons voor Evenepoel
Niet Filippo Ganna, Remco Evenepoel of Stefan Küng, maar Tobias Foss is de nieuwe wereldkampioen in het tijdrijden. De Noor, die normaal uitkomt voor Jumbo-Visma, wist de wielerwereld te verbazen door in Wollongong naar het goud te snellen. Küng moest genoegen nemen met zilver, brons was er voor Evenepoel.
Het WK wielrennen 2022 wordt deze week verreden in Wollongong, Australië. De eerste dagen staan in het teken van het WK tijdrijden en vandaag waren de elitevrouwen- en mannen aan de beurt. Bij de vrouwen wist Ellen van Dijk met verve haar titel te verdedigen en zich zo voor een tweede opeenvolgende keer tot wereldkampioene tegen de klok te kronen. Bij de mannen waren de meeste ogen gericht op titelverdediger en topfavoriet Filippo Ganna, de kersverse Vuelta-winnaar Remco Evenepoel en de Zwitsers Stefan Küng en Stefan Bissegger. Deze kleppers kregen een parcours van 34,2 kilometer voor de wielen geschoven.
Thuisfavoriet Plapp zet eerste richttijd neer
Maar laten we beginnen bij het begin. De individuele tijdrit bij de elitemannen werd om 05.42 uur Nederlandse tijd afgetrapt door de Maltees Daniel Joseph Bonello. De 35-jarige Bonello bleek – zoals verwacht – echter niet in staat om hoge ogen te gooien. Het was toch vooral uitkijken naar de tweede renner op het parcours: toptalent Luke Plapp. De 21-jarige Australiër werd als thuisrijder net iets harder aangemoedigd door het publiek en wist aan de finish de eerste échte richttijd neer te zetten. Met een tijd van 41.26 minuten, aan een gemiddelde snelheid van 49,5 kilometer per uur, mocht Plapp plaatsnemen in de hot seat.
De tijd van Plapp leek al snel van de tabellen te worden geveegd door Edoardo Affini. De Italiaanse tempobeul kwam goed uit de startblokken en zette aan het eerste tussenpunt de snelste tijd neer, maar verloor in deel twee van de tijdrit toch wat van zijn pluimen. Aan de streep was het verschil vier seconden in het voordeel van Plapp. De Australiër was zo voor even gerustgesteld, maar moest al snel weer vrezen voor zijn koppositie. Magnus Cort, Yves Lampaert (de winnaar van de openingstijdrit in de Tour) en met name Stefan Bissegger (de regerende Europees kampioen tegen de klok) waren inmiddels ook bezig aan hun tijdrit.
Bissegger legt de lat nóg wat hoger
Cort bleek niet bij machte om zich te mengen in de strijd om de betere ereplaatsen, maar Lampaert en Bissegger wisten hun status wel waar te maken. Beide mannen waren aan het eerste tussenpunt nog langzamer dan Affini, maar kwamen daarna pas echt onder stoom. Dat bleek ook wel aan het derde tussenpunt: Lampaert (30.06 minuten) en Bissegger (29.59 minuten) doken daar ruim onder de tussentijden van Plapp en Affini. Ook de Franse tijdritkampioen Bruno Armirail (30.07 minuten) was goed onderweg en kwam in de buurt van de tijden van de Zwitser en Belg.
Van deze drie kleppers kwam Armirail als eerste over de streep en de Fransman wist met een eindtijd van 41.12 minuten de voorlopige snelste tijd te realiseren. Een scherpe tijd en dus moest Lampaert in de laatste kilometers nog alle zeilen bijzetten om onder de tijd van zijn Franse concurrent te duiken. De West-Vlaming slaagde in zijn missie, maar wel met slechts vierhonderdste van een seconde, wat zeker niet genoeg bleek voor een medaille, laat staan de wereldtitel. De tijd van Lampaert werd namelijk al vrij snel weer verbeterd door Bissegger, die de lat met 40.50 minuten nog wat hoger wist te leggen.
Met de Zwitser als de nieuwe man in de hot seat, ging de tijdritstorm voor even liggen. In de derde reeks gingen er met Mikkel Bjerg, Tobias Foss en Magnus Sheffield nog wel meerdere tijdritspecialisten van start, maar de grootste belagers van Bissegger volgden pas in de vierde en laatste golf. Althans, dat was toch de verwachting. Stefan Küng, Tadej Pogačar, Remco Evenepoel en last but not least Filippo Ganna: met deze tijdritkleppers begonnen we aan de apotheose van dit WK tijdrijden. Küng, de Europese kampioen van 2021, zette als eerste grote favoriet een tijd neer aan het eerste meetpunt na 7,1 kilometer.
Küng snelste aan eerste meetpunt, Evenepoel en Ganna geven iets toe
En de Zwitser wist met 8.51 minuten een uitstekende tussentijd te realiseren, al konden we pas conclusies trekken na de doorkomst van Pogačar, Evenepoel en Ganna. De Sloveen leek niet meteen een bedreiging te vormen voor Küng, aangezien Pogačar al zestien seconden moest toegeven na iets meer dan zeven kilometer. Evenepoel was daarentegen wel goed op dreef en bleef aan het meetpunt binnen de seconde van zijn Zwitserse rivaal. En Ganna? De tweevoudig kampioen was pas goed voor de vijfde tussentijd, al bleef hij met 8.53 minuten wel in de buurt van Küng en Evenepoel.
Een driestrijd om de wereldtitel leek in de maak, al was het ook uitkijken naar jonkies Magnus Sheffield en Tobias Foss, die in de schaduw van de grote blikvangers ook bezig waren aan een uitstekende tijdrit. Küng bleef intussen stevig doormalen en kreeg na verloop van tijd met Bauke Mollema zelfs een renner in het vizier. Dit was een flinke tegenvaller voor de Nederlandse kampioen, maar voor Küng een teken dat het crescendo ging richting de finish. Aan de finish zagen we inmiddels ook nog de nodige deelnemers binnendruppelen. Sheffield kwam na een val in de slotfase niet verder dan 41.47 minuten, maar Foss zette met 40.03 minuut een nieuwe toptijd neer.
Küng lijkt op weg naar wereldtitel… maar dat is buiten Foss gerekend
De Noor bleef maar liefst 47 seconden sneller dan Bissegger en deed zo een gooi naar een medaille. Foss moest echter nog wel wachten op de finish van de laatste starters. Küng, Pogačar, Evenepoel en Ganna moesten eerst nog aan het tweede tussenpunt passeren, en daar werden we al een stuk wijzer. Küng ging namelijk rustig door op zijn elan, klokte 29.06 minuten en was elf seconden sneller dan de verrassend sterke Foss. De tijd van Küng bleef een onoverbrugbare horde voor zijn concurrenten. Evenepoel gaf namelijk al vijftien tellen toe, een teleurstellende Ganna volgde daar al op bijna veertig seconden en Pogačar was driekwart minuut langzamer.
Küng leek met andere woorden op weg naar zijn eerste wereldtitel in het tijdrijden. Er leek in de laatste kilometers geen vuiltje aan de lucht voor de Zwitser, maar dat was buiten Foss gerekend. De Noor kende een ijzersterke slotfase, Küng verloor alsmaar meer terrein in de resterende kilometers naar de finish en bleek aan de streep drie seconden langzamer dan de verbazingwekkende Foss. Die laatste lag zo plots in pole position voor de titel, al moesten we nog even wachten op de binnenkomst van Evenepoel. De Belg wist in de slotfase nog iets dichterbij te sluipen, maar kwam alsnog negen seconden tekort en moest genoegen nemen met brons.
Foss kon vervolgens al voorzichtig een feestje vieren, ook al moest Ganna nog binnenkomen. De Italiaan kende echter een teleurstellende race tegen de klok en was met een zevende plaats de grote tegenvaller van dit WK. Maar na de finish ging alle aandacht uit naar de verrassende nieuwe wereldkampioen tijdrijden, Tobias Foss. Küng moet – niet voor het eerst in zijn carrière – genoegen nemen met zilver. Brons is er dus voor Evenepoel. Pechvogel Ethan Hayter (de Brit kreeg onderweg af te rekenen met kettingproblemen) en Bissegger maakten de top-5 vol.
In de top-10 komen we verder nog de namen van Pogačar, Ganna, Nelson Oliveira, Yves Lampaert en Bruno Armirail tegen. De twee Nederlandse deelnemers aan dit WK, Bauke Mollema en Daan Hoole, speelden geen rol van betekenis. De 23-jarige Hoole finishte als 23ste op meer dan twee minuten van winnaar Foss, twee plekken voor Mollema, die niet verder kwam dan een teleurstellende 25ste plaats.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.