WK 2024: Voorbeschouwing tijdrit beloften mannen – Kan Alec Segaert mede-profs van goud houden?
foto: Cor Vos
Youri IJnsen
maandag 23 september 2024 om 07:45

WK 2024: Voorbeschouwing tijdrit beloften mannen – Kan Alec Segaert mede-profs van goud houden?

De UCI is op maandag 23 september op zoek naar een opvolger voor Lorenzo Milesi als het gaat om een wereldkampioen tijdrijden bij de beloften. Een moeilijk te voorspellen kampioenschap, omdat er veel profs op de startlijst staan. De meesten van hen lijken dan ook de grootste kanshebbers op goud en de regenboogtrui. Wat kan Alec Segaert? WielerFlits blikt vooruit!

Historie


Vorige editie

Lorenzo Milesi pakte ietwat verrassend het goed in Glasgow – foto: Cor Vos

EENDAG

Parcours

Bij het horen van de naam Pfannenstiel krijgen veel nostalgische wielerliefhebbers (mooi pleonasme) al zwakke knieën. De Pfannenstiel wordt namelijk geassocieerd met de legendarische Züri Metzgete. Het is namelijk de naam van de bergrug ten zuidoosten van Zürich. En die bergrug moeten de beloften ook over tijdens het WK tijdrijden. De start is in Gossau, vanwaar de eerste vijf kilometer weinig voorstellen. Het is of vlak of het gaat zelfs lichtjes naar beneden.

Maar dan komen de U23’s aan bij de heuvelzone, waar de benen maar beter helemaal opgewarmd kunnen zijn. De tijdrijders beginnen met 1.100 meter aan 4,6% gemiddeld op de Leerütistrasse, maar dat is slechts een opmaat naar het langste klimmetje. Het gemiddelde verandert niet, echter is de klim nu bijna drie kilometer vanuit Oetwil am See. Bovenop heb je ongetwijfeld een mooi uitzicht, al zullen de beloften vermoedelijk enkel het asfalt vlak voor zich zien. Of sterretjes.

Na een snelle afzink van ruim twee kilometer volgen nog twee kleine uitsmijters. We beginnen met een klimmetje van 600 meter aan 6,3%, om met een klim van 350 meter aan 6,4% op de Pfannenstielstrasse het klimwerk af te sluiten. Wat er dan rest, is een goede 800 meter vlak, een goede kilometer dalen, 750 meter vals plat omhoog en een afsluitende steile afzink richting de oevers van de Zürichsee.

Op 12,2 kilometer van de finish sturen de renners op hoge snelheid naar rechts om over een biljartlaken naar de Sechseläutenplatz te trekken. Aan het einde van de Zwitserse Goudkust ligt er na 29,9 kilometer afzien een gouden medaille en een regenboogtrui klaar voor de belofte die het parcours met 327 hoogtemeters als snelste heeft afgelegd.

Maandag 23 september: Gossau – Zürich (29,9 km)
Start: 14.45 uur, eerste starter
Finish: rond 17.30 uur, laatste renner


Favorieten

Er zijn al langere tijdritten voor de beloften geweest en niet heel vaak ook kortere, maar normaal gesproken is deze afstand lang genoeg voor de topfavorieten om hun kracht in toptijden uit te drukken. Verrassingen zijn natuurlijk altijd mogelijk, maar in een tijdrit over deze afstand geldt vaak wel het recht van de sterkste. Al is de competitie een beetje scheef, omdat er veel jonge profs meedoen. Dat mag dit jaar in ieder geval nog en dat betekent voor hen een uitgelezen kans.

Het is niet voor niets dat Alec Segaert anderhalve week geleden op het EK in België bedankte om bij de profs te starten. De 21-jarige tijdritspecialist won voor de derde maal Europees goud en was zelfs sneller dan de winnaar bij de profs, Edoardo Affini. Het WK tijdrijden U23 is een hiaat op zijn palmares. Segaert werd de laatste twee jaar namelijk steeds tweede. Hij hoopt dat driemaal scheepsrecht is, zodat hij in de regenboogtrui afscheid kan nemen van de beloften. Hij mag weliswaar volgend jaar – mits de regels niet veranderen – ook uitkomen in deze categorie, maar hij is dat wel ontstegen. Vorige maand won hij immers de WorldTour-tijdrit in de Renewi Tour.

Segaert won onlangs voor de derde keer het EK tijdrijden U23, dit keer voor Söderqvist en Mouris – foto: Cor Vos

Een van zijn grote uitdagers is de grillige Hamish McKenzie. De 20-jarige Australiër van Hagens Berman Axeon maakt volgend jaar zijn profdebuut bij Jayco AlUla en is een begenadigd tijdrijder. Twee jaar geleden veroverde hij zilver bij de junioren in Wollongang, vorig jaar werd hij uit het niets derde bij zijn eerste deelname bij de beloften in Glasgow. Het is lastig om te bepalen hoe goed hij momenteel is, omdat er maar weinig tijdritten in het beloftencircuit zijn. Buiten het Australisch kampioenschap reed hij er slechts eentje dit jaar: hij werd achtste in de openingstijdrit van de Giro Next Gen. Die was echter maar 8,8 kilometer lang. Maar op basis van zijn jaar 2024: pas op!

Het gebeurt tijdens een beloftenkampioenschap vaker: jonge profs die heel het jaar onder de radar vliegen, maar juist door die ervaring op het hoogste niveau plots komen bovendrijven in een tijdrit met leeftijdsgenoten. Denk maar eens aan Milesi vorig jaar. Die rol kan Darren Rafferty dit jaar spelen. De 21-jarige Ier werd vorig seizoen al vijfde op het WK in Glasgow en eindigde in O Gran Camiño nog als tweede – weliswaar op ruime achterstand – achter Joshua Tarling. In het verdere verloop viel de Ierse renner van EF Education-EasyPost niet heel erg op, maar dat zegt dus niets op dit WK. Overigens is zijn jongere broertje Adam (19) ook een zeer begenadigd tijdrijder.

Darren Rafferty – foto: Cor Vos

Als we alle profs zouden wegstrepen en louter naar de beste tijdrijder uit het U23-circuit zouden kijken, dan kom je uit op Jakob Söderqvist. De 21-jarige Zweeds kampioen bij de elites is met afstand de beste belofte als het om tijdrijden gaat. De talentvolle renner van Lidl-Trek Future Racing veroverde onlangs op het EK zilver achter Segaert. Met zijn tijd was Söderqvist als vierde geëindigd bij de profs, nog voor erkende specialisten als Victor Campenaerts en oud-U23-wereldkampioenen Søren Wærenskjold en Mikkel Bjerg. Dat wil toch iets zeggen. De vraag is wel in hoeverre de jonge Zweed kan opboksen tegen al die WorldTour- en ProTeam-profs hier.

Een van die beroepsrenners die het hier ook zo maar ineens goed kan doen, is Michael Leonard. De 20-jarige Canadees is nog vrij onbekend bij het grote publiek, maar is wel al bezig aan zijn tweede jaar bij het sterrenensemble van INEOS Grenadiers. Vorig jaar was hij in Glasgow ook al goed voor een tiende plek, als eerstejaarsbelofte. Hij is inmiddels een jaartje ouder en vooral een profseizoen sterker. Binnen het collectief van de Britse formatie valt Leonard niet enorm op, omdat hij veelal voor de ploeg werkt. Onlangs was hij wel dertiende in de tijdrit van de Vuelta a Burgos en won hij de proloog in de Tour de l’Avenir. Zijn landgenoot Jonas Walton is een outsider.

Jan Christen – foto: Cor Vos

Er is UAE Emirates veel aan gelegen om de wereldtitel bij de beloften te grijpen. De ploeg uit het Midden-Oosten heeft dankzij meesterscout Matxín Fernández een patent op het vastleggen van groeibriljantjes, waarvan er hier drie zijn die mogen hopen op een wereldtitel. Het grootste ijzer in het vuur is thuisrijder Jan Christen. De 20-jarige Zwitser is bezig aan zijn tweede jaar als prof en won dit seizoen al drie profkoersen. Ook in het tijdrijden weet hij mooie resultaten neer te zetten. Zo werd hij onlangs nog negende in de individuele tijdrit in de Ronde van Polen (WorldTour). Dat was wel een tijdrit over een glooiend parcours, maar ook in en rond Zürich verwachten we hem.

En wat te denken van zijn ploeggenoot Isaac Del Toro? De 20-jarige Mexicaan ontwikkelt zich de laatste jaren stormachtig. Vorig jaar won hij na een sterk slotweekend in de Alpen de Ronde van de Toekomst. In zijn eerste jaar bij de beroepsrenners maakt hij ook meteen diepe indruk. Hij werd gelijk derde in de Tour Down Under en bleek in de Volta ao Algarve ook te kunnen tijdrijden: na 22 kilometer waren daar alleen Remco Evenepoel, Magnus Sheffield en Stefan Küng sneller. Wel dook Del Toro onder de tijd van Filippo Ganna. Dat niveau zagen we later in het jaar niet meer, al werd hij in de Vuelta a España wel vijftiende in de slottijdrit. Wat is dat waard in dit U23-veld?

Jørgen Nordhagen – foto: Cor Vos

Wat dat betreft is het ook een mooie graadmeter om te zien wat Jørgen Nordhagen daar tegenover kan stellen. De 19-jarige Noor van Visma | Lease a Bike Development geldt als een absoluut toptalent voor het rondewerk. Als je daar tegenwoordig in wil scoren, moet je ook beschikken over een sterke tijdrit. Dat is ook bij de Noorse pocketklimmer het geval. Inhoud heeft hij in ieder geval genoeg, want hij is de huidige wereldkampioen langlaufen bij de junioren. In die leeftijdscategorie werd hij op het EK en WK tijdrijden respectievelijk tweede en vierde. Sinds de zomer rijdt hij op een constant hoog niveau en gezien zijn uitslagen is Nordhagen in topvorm.

Nederland mag ook stiekem hopen op eremetaal. Dat werd op het afgelopen EK namelijk duidelijk. De 22-jarige Wessel Mouris veroverde er brons achter Segaert en Söderqvist. De Nederlandse kampioen tijdrijden bij de beloften was over dezelfde afstand bij de profs in dezelfde tijd geëindigd als Daan Hoole, die de nationaal kampioen bij de elites is. Mouris reed namens zijn ploeg Metec-Solarwatt ook al een knappe individuele tijdrit in de ZLM Tour, waar hij tussen de profs als negende wist te eindigen. De Noord-Hollander is zo’n beetje de enige favoriet of outsider die voor een ploeg rijdt die niet aan een World- of ProTeam verbonden is. Dat wil wel iets zeggen.

Wessel Mouris – foto: Cor Vos

In België zullen alle ogen gericht zijn op Alec Segaert, maar er is er daar nog eentje die stiekem voor eremetaal kan zorgen. En als je op het podium kan staan, kan je ook winnen. In Hasselt miste Robin Orins (22) weliswaar net de medailles; hij werd vierde. Maar in andere tijdritten doorheen het jaar op nationaal niveau was hij wel ongenaakbaar. Hij won begin september de Memorial Igor Decraene, in maart was hij ook al de beste in de Testtijdrit in Borlo en voorts kroonde hij zich ook tot tijdritkampioen van de provincie West-Vlaanderen én van heel België. Het voordeel van de klassiekerrenner in spe is wel dat het in Zürich iets meer glooit dan op het EK.

Outsiders

In het rijtje met favorieten missen toch best wel een heel aantal traditionele wielerlanden. Toch hebben zij wel outsiders op de titel. Denk bijvoorbeeld aan Italiaans kampioen Andrea Raccagni Noviero, de sterke Deense krachtpatser Rasmus Søjberg Pedersen, de Duitse beer Niklas Behrens en het piepjonge Franse tijdrittalent Arthur Blaise. De Amerikanen brengen met de piepjonge Andrew August en Artem Shmidt (volgend jaar ploeggenoten bij INEOS Grenadiers) ook twee gevaarlijke outsiders aan het vertrek. En dan is er ook nog Aivaris Mikutis uit Litouwen, die de laatste twee EK’s tijdrijden bij de beste zes eindigde.

Ben Wiggins – foto: Cor Vos

Toch lijken zij vooral een top-10 plek te mogen ambiëren. Échte gevaarlijke klanten buiten de tien favorieten voor de titel, zijn opnieuw twee profs. Het grote klassiekertalent António Morgado blonk nooit echt uit als tijdrijder, maar doet het dit jaar een stuk beter en werd in juni plots Portugees kampioen bij de elites. Ook Iván Roméo – tweedejaars prof bij Movistar – kan op een goede dag uithalen. Op het EK werd hij vorig jaar nog vierde. De grootste dark horse is echter Ben Wiggins. De 19-jarige zoon van oud-wereldkampioen Wiggo pakte vorig jaar bij de junioren zilver, maar reed dit seizoen weinig tijdritten. Maar als hij het talent van zijn vader heeft, berg je dan maar.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Alec Segaert
*** Hamish McKenzie, Darren Rafferty
** Jakob Söderqvist, Jan Christen, Michael Leonard
* Isaac Del Toro, Jørgen Nordhagen, Wessel Mouris, Robin Orins, Andrea Raccagni Noviero, Ben Wiggins

UPDATE maandag 23 september 08.00 uur
Hamish McKenzie en Jørgen Nordhagen haalden de definitieve startlijst niet. Zij zij in de sterrenverdeling vervangen door de Andrea Raccagni Noviero en Ben Wiggins. Zij stonden al bij de outsiders. De Italiaan is de huidige nationale kampioen, werd tweede in de openingstijdrit van de Giro Next Gen (achter Söderqvist) en werd onlangs zevende op het EK. De Brit reed alleen het nationale kampioenschap tijdrijden als referentiekader, waar hij tweede werd achter Tomos Pattison van Visma | Lease a Bike Development. Maar op het WK U19 van vorig jaar was hij dus tweede achter Oscar Chamberlain.

Deelnemerslijst (CyclingFlash)
Website organisatie


Weer en TV

De weergoden zijn de beloften slecht gezind. Maandag verwachten de weerstations de slechtste dag in en rond Zürich. De regen komt met bakken uit de lucht, wat weliswaar voor veel zuurstof zal zorgen. De westzuidwesten wind staat tot vlak voor het tweede tussenpunt pal tegen, maar blaast slechts met windkracht twee. Dat zal het probleem niet zijn, maar de regen is dat in het meer technische (al valt dat ook wel weer wat mee) eerste deel van de tijdrit wel. Het kwik stijgt maandagmiddag tot maximaal zestien graden Celsius.

De individuele tijdrit voor beloften is maandagnamiddag live te volgen bij Sporza (VRT1), Eurosport 1 en de online kanalen HBO Max en Discovery+. Bekijk alle tv-zenders en uitzendtijden in onze tv-gids Wielrennen op TV.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.