WK 2024: Voorbeschouwing wegwedstrijd beloften mannen – UAE Emirates heeft titel voor het grijpen
Een van de drie topfavorieten: Isaac Del Toro - foto: Cor Vos
Youri IJnsen
donderdag 26 september 2024 om 19:45

WK 2024: Voorbeschouwing wegwedstrijd beloften mannen – UAE Emirates heeft titel voor het grijpen

Steevast een van de leukste koersen op het WK: de wegrit bij de beloften mannen. Met een uitdagend parcours lijkt dat komende vrijdag 27 september opnieuw zo te zijn. De UCI is op zoek naar een opvolger van Axel Laurance, die vorig jaar in Glasgow naar de wereldtitel soleerde. Wie doet de talenten van UAE Emirates iets? WielerFlits blikt vooruit.

Historie


Vorige edities

Het podium van vorig jaar, v.l.n.r.: António Morgado, Axel Laurance en Martin Svrcek – foto: Cor Vos

EENDAG

Parcours

Het parcours voor de beloften gaat over exact dezelfde wegen als de vrouwenwedstrijd. Het enige verschil is dat de U23-renners een extra startronde doen rondom de Greifensee. De start is in Uster, waarna een vrij gemakkelijke ronde van 22 kilometer volgt. Ze doen die lus dus twee keer. Of bijna twee en een half keer, want na de tweede doorkomst bij de start buigen de renners in het plaatsje Maur af naar Binz, waarna ze meteen op het finale circuit uitkomen. Na 66,2 kilometer passeren ze de finish een eerste keer en wachten er nog vier rondes.

De finale speelt zich af op een omloop van 26,8 kilometer in en rond Zürich. Het begin van de ronde is het lastigst, met twee hellingen die elkaar snel opvolgen. Eerst is er de Zürichbergstrasse (1,1 km à 7,4%). Deze klim begint op een brede weg, maar via een rechtse en linkse bocht komen de renners op een smalle weg en begint het echte klauterwerk. De klim loopt in trapjes omhoog en het venijn zit hem in de staart. De laatste honderden meters zijn bijzonder steil, met een uitschieter tot 16%

Na deze Zürichbergstrasse volgt een vrijwel vlakke tussenstrook van 1,5 kilometer, gevolgd door de tweede scherprechter op de lokale omloop: de Witikonerstrasse (3,5 km à 4,4%). De renners klimmen hier de hele tijd op een brede weg. De eerste stroken zijn niet al te uitdagend, eerder vals plat, maar eenmaal terug in de bewoonde wereld volgt er één kilometer aan een gemiddelde van 7 à 8%. Naar het einde toe vlakt de klim weer af.

Daarop volgt eerst een plateau van zo’n tien kilometer op het glooiende terrein van de Pfannenstiel (bekend uit het vermaarde Kampioenschap van Zürich) – met nog een aantal korte knikjes – zoals de Zollikonstrasse (650 m à 5,5%) en de Farlifangstrasse (800 m à 3,6%), vooraleer de afdaling wordt ingezet naar Küsnacht. Wat dan nog rest, is een niet al te lastige klim van 1,5 kilometer (maximaal 5%) op de Alte Landstrasse richting Zollikon. Dit is op vijf kilometer van de streep.

Vervolgens trekken de renners langs het meer van Zürich – eerst via een flauwe afdaling en dan twee vlakke kilometers – naar de finishstreep in Zürich. Dan volgt voor de winnaar – na 173,6 kilometer en 2.483 hoogtemeters – de ultieme beloning: de zo felbegeerde regenboogtrui.

Zondag 29 september, Uster – Zürich (173,6 km)
Start: 12.45 uur, flag-ch Uster
Finish: tussen 16.40 en 17.00 uur, flag-ch Zürich


Favorieten

Ondanks dat er tegenwoordig een flink aantal beloften al vroeg de overstap maken naar de profs, doen er ook nog altijd heel veel beroepsrenners mee in hun leeftijdscategorie. In de loop der jaren zijn er op dat vlak nogal eens profs geweest die de wereldtitel grepen en zodoende nooit hun regenboogtrui konden tonen. Zo ook Axel Laurance vorig jaar. Nu zijn er eveneens een aantal mannen die eigenlijk al prof zijn, maar hier toch komen meedoen. Gevoelsmatig zijn dat er meer dan ooit. 

Jan Christen – foto: Cor Vos

UAE Emirates kan er echt wat van. Zij brengen meer dan vijf renners uit hun World- en U23-team aan de start. Het moet ook gek lopen wil die ploeg niet de nieuwe wereldkampioen hebben, want drie van hun renners behoren tot de topfavorieten. Te beginnen met Jan Christen. De 20-jarige Zwitser is tweedejaarsprof, maar klopt al stevig op de deur. Hij won in juli de Giro dell’Appennino en de Ordiziako Klasika, waarna hij negende werd in de Clásica San Sebastián. Aan het begin van het seizoen was hij ook al vijfde in de Trofeo Laigueglia en tweede in Milaan-Turijn. Maandag reed hij ondanks maagproblemen solide naar het brons op de tijdrit en met het thuispubliek kan hij ongetwijfeld iets extra’s. Met zijn broer Fabio Christen hebben de Zwitsers een tweede troef. 

Een van de grootste revelaties van het seizoen is eerstejaars prof Isaac Del Toro. De 21-jarige Mexicaan baarde opzien in verschillende rittenkoersen en onlangs reed hij met de Vuelta a España ook zijn eerste grote ronde. Op Lagos de Covadonga werd hij uit de vroege vlucht nog zesde. Vooral bergop laat Del Toro veel zien, waarbij zijn explosiviteit met name ook op deze omloop heel goed van pas komt. Moet gezegd: heel veel ervaringen met eendaagsen heeft de Mexicaan niet, al werd hij in april wel zesde in de Giro della Romagna en tweede maanden later vierde in de GP Kanton Aargau. Gezien zijn talent, ervaring en kwaliteiten doet Del Toro vrijdag mee voor goud.

António Morgado – foto: Cor Vos

Gaan we naar de derde topfavoriet, ook al in dienst bij UAE Emirates. Afgaande op zijn voorjaar zou António Morgado hier altijd de absolute topfavoriet moeten zijn, maar de resultaten van de 20-jarige Portugees laten de laatste twee maanden wel wat te wensen over. Dat neemt niet weg dat hij in maart en april achtereenvolgens tweede in Le Samyn werd, vijfde in de Ronde van Vlaanderen en hij won de Giro della Romagna. Morgado is gemaakt voor de heuvelklassiekers en veroverde op het WK van vorig jaar zelfs nog zilver achter de ongenaakbare Axel Laurance. Ondanks zijn mindere vorm de laatste weken is de Portugees wel in staat om hier op te staan.

Een van de beste renners in het U23-circuit van dit jaar is zonder enige twijfel Joe Blackmore. Van oorsprong is hij mountainbiker en deed hij ’s winters aan veldrijden. Vorig jaar besloot hij zijn geluk eens op de weg te beproeven en dat ging zeker niet onaardig. Israel-Premier Tech besloot hem een plekje te gunnen in hun opleidingsploeg, maar al na een paar maanden maakten ze hem prof. Aan het begin van het jaar won hij de Tour du Rwanda en de Tour de Taiwan, in Europa gevolgd door de eindzege in het Circuit des Ardennes. Tussendoor was hij ook achtste in de Volta NXT Classic, daarna werd hij vierde in de Brabantse Pijl en won hij Luik-Bastenaken-Luik U23.

Het eindpodium v.l.n.r.: Torres, Blackmore en Graat – foto: Tour de l’Avenir

Dat Blackmore veel in zijn mars heeft, toonde hij ook met zijn eindzege in de Ronde van de Toekomst. Daarna werd hij ook nog vijfde in de Tour of Britain en vorige week achtste in de GP de Wallonie. De Brit heeft een indrukwekkend gabarit, maar klimt dus als de beste én heeft ook nog eens een goed eindschot. Wapens die goed van pas komen op het Zwitserse parcours van Zürich. Bovendien weet hij ook Matthew Brennan nog rond zich. De 19-jarige renner van Visma | Lease a Bike Development staat als een groot talent te boek, overleeft heel vlotjes lastige klimmetjes en boezemt daar angst in voor de concurrentie: aan de meet is hij watervlug.

Dat geldt niet voor zijn misschien nóg meer getalenteerde ploeggenoot Jørgen Nordhagen. De 19-jarige Noor is pas eerstejaars belofte, maar is wel een rijzende ster. Nadat hij in april derde werd in Luik U23, fietst hij sinds eind juli op een heel hoog niveau. In de Tour Alsace won hij de bergrit naar La Planches des Belles Filles, daarna was hij de beste in de GP Sportivi di Poggiana. Tien dagen later mocht hij met de profs van Visma | Lease a Bike mee en werd hij zevende in de Lidl Deutschland Tour. Als klap op de vuurpeil won hij begin september de Giro della Regione Friuli Venezia Giulia, een zware UCI 2.2-koers met een rijk palmares. Hij versloeg er Giro-revelatie Giulio Pellizzari en het Spaanse klimwonder Pablo Torres. Nordhagen is met andere woorden in topvorm en heeft met Johannes Kulset en Embredt Svestad-Bårdseng sterke klimmers rond zich.

Jørgen Nordhagen – foto: Cor Vos

In de breedte is Italië misschien wel dé te kloppen ploeg op dit WK. Met klimmer in vorm Giulio Pellizzari, heuvelklassiekerspecialist in spe Francesco Busatto én de sterke Florian Kajamini hebben ze drie renners die ze kunnen meesturen in de pre-finale, of wanneer er een gevaarlijke groep vertrekt in de diepe finale. Maar ze hebben ook een afmaker die enigszins behoudend kan koersen en moet wachten op zijn kans. We hebben het over eerstejaarsprof Davide De Pretto. Hij rijdt een sterk seizoen en met name de laatste drie weken is hij uitstekend op dreef. Anderhalve week geleden werd hij nog achtste in de Memorial Marco Pantani en vierde in de Trofeo Matteotti.

Je hebt zo nu en dan ook wereldkampioenen die bij de profs rijden, maar op dat niveau nog niet de uitslagen hebben. En er dan plots toch staan op het WK U23. Kijk maar eens naar Iván Roméo eerder deze week op de tijdrit. Dat uitgerekend de Spanjaard won, was een daverende verrassing. Dat zou vrijdag niet zo zijn mocht Darren Rafferty hetzelfde doen. De 21-jarige Ier is bezig aan zijn eerste jaar als prof bij EF Education-EasyPost, maar duizelingwekkende resultaten heeft hij nog niet geboekt. Als laatstejaars belofte deed hij dat vorig jaar echter wel. Zijn kwaliteiten spreken ook boekdelen en dus mogen we niet raar opkijken als we Rafferty zien meedingen.

Jarno Widar – foto: LaPresse

Naast Italië vormt ook België een enorm sterk collectief. Aaron Dockx, William Junior Lecerf, Robin Orins, Alec Segaert en Emiel Verstrynge: normaal zijn zij er allemaal bij in de finale en kunnen ze in meerdere tactieken en strategieën ook zélf zegevieren. Dat geeft bondscoach – ook hier – Sven Vanthourenhout meerdere opties om de koers te winnen. De uitgesproken kopman is Jarno Widar. Het 18-jarige toptalent behoeft geen introductie: als winnaar van de Ronde van Limburg, de Alpes Isère Tour, de Giro Next Gen en de Giro Valle d’Aosta (en tweede plekken in de Ronde de l’Isard en Flèche Ardennaise) behoort hij hier altijd tot de topfavorieten. Waarom dan zo laag? In de Tour de l’Avenir zakte hij door het ijs en gaf hij aan vermoeid te zijn. Een veeg teken?

Wat dat betreft gaf Nederland een veel betere indruk in de Ronde van de Toekomst. Met een serieuze en onverwachte putsch in de voorlaatste etappe werd het klassement door Oranje nog eens flink overhoop gehaald. Leider Torres werd op vijf minuten gereden, Widar op meer dan zeven. Drie van die jongens die daarbij betrokken waren, rijden hier ook: Darren van Bekkum, kersvers Europees kampioen Huub Artz en Menno Huising. De 20-jarige renner van Visma | Lease a Bike Development ontwikkelt zich de laatste twee seizoenen erg sterk en is volgend jaar prof. Hij komt tot z’n recht in zware eendagskoersen en klimt dit jaar beter dan ooit te voren.

Menno Huising in de Tour of Norway – foto: Cor Vos

Dat belooft toch wel iets voor vrijdag. Met een zevende plek in de Giro della Regione Friuli Venezia Giulia begin deze maand (gewonnen door zijn ploeggenoot Nordhagen) toonde hij aan dat de vorm goed is. Hij krijgt de voorkeur omdat Van Bekkum de meer pure klimmer is, terwijl het parcours voor powerhouse Artz net iets te zwaar lijkt. Maar het zou niet voor het eerst zijn als hij verbaast. Ook Nederlands kampioen Tibor Del Grosso kan op dit parcours – zeker met zijn sterke eindschot na een lastige koers – een heel eind komen en misschien zelfs winnen. Wessel Mouris zal vooral in dienst rijden. Wel is het nog altijd een raadsel waarom Tijmen Graat er niet bij is.

Het komt zelden voor dat een Afrikaan de voorbeschouwing van het WK voor beloften haalt. De laatste keer – en meteen ook enige keer – dat die eer aan iemand was toebedeeld, was Biniam Girmay in 2021. Hij krijgt opvolging. Op dit parcours moeten de Europeanen en Amerikanen rekening houden met Nahom Zerai uit Eritrea. De 22-jarige renner van de opleidingsploeg van Q36.5 Pro Cycling is explosief, maar toch meer klimmer dan puncheur. Op een eerlijke aankomst in de Tour of Rwanda werd hij op de Muur van Kigali (scherprechter van het WK volgend jaar) vierde, waar Blackmore won voor een aantal profs. Maar ook in Europa onderstreepte hij zichzelf.

Zerai werd eind mei derde in een UCI 1.2-koers over een heuvelachtige omloop in en rond Castelfidardo (Italië). Half juli werd hij dan weer twaalfde in de door Jan Christen gewonnen profkoers Giro dell’Appennino, maar eindigde de Eritreeër wel voor Widar. Eind juli was hij dan weer derde in een nationale Italiaanse koers met aankomst op Monte Grappa. Een paar dagen later werd hij tweede in een klassieker met aankomst op Monte Cengio, net voor Max van der Meulen. Namens het WCC reed hij ook een sterke Tour de l’Avenir, waar hij elfde werd. Vorig weekend was het dan raak: Zerai won na een sterk nummer solo Milaan-San Remo voor beloften.

Outsiders

Met drie uitgesproken topfavorieten en een aantal toptalenten als voornaamste uitdagers, is de lijst met outsiders lang. Zo brengt Spanje – zijn naam is al een paar keer gevallen – klimwonder Pablo Torres aan het vertrek. Het 18-jarige vlieggewicht (komend jaar ook al prof bij UAE Emirates) kende een fantastische zomer en reeg de topresultaten in het rondewerk aaneen, maar de verwachting is dat het parcours in Zürich niet zwaar genoeg voor hem is om het verschil te maken. Met Igor Arrieta (voor de verandering ook lid van de Emiraten-ploeg) en de verrassende kersvers wereldkampioen tijdrijden Iván Romeo kan Spanje op meer kansrijke paarden wedden.

Pablo Torres – foto: Cor Vos

Een aantal outsiders zijn al aangehaald bij de grootste favoriet van hun land, maar er ontbreken naast Spanje nog een aantal traditionele landen. Frankrijk is er daar ook een van en ook zij hebben meerdere ijzers in het vuur. Met klimmers Brieuc Rolland en prof Ewen Costiou (Arkéa-B&B Hotels) kunnen ze anticiperen in een voorfinale, terwijl ze met Frans kampioen Noa Isidore en afmaker Thibaud Gruel (onlangs nog achtste in de Bretagne Classic) klassiekerspecialisten in spe in de ploeg hebben. Wanneer zij door de concurrentie niet overboord zijn gesmeten in de slotronde, hebben ze een groot probleem. Ook als je Christen, Morgado of Del Toro heet.

Een van de meer succesvolle landen in de U23-categorie, is Denemarken. Zij brengen met Simon Dalby wel een goede klimmer aan het vertrek en hebben met Rasmus Søjberg Pedersen ook een goede klassiekerspecialist in hun rangen. Waar Salby normaal tekort komt tegen de echte exploten, lijkt het parcours te zwaar voor de snelle Pedersen. Dat geldt ook voor de sterke Zweed Jakob Söderqvist, die bovendien geen sterke ploeg rond zich heeft. Emil Herzog heeft dat bij Duitsland wel, maar de 19-jarige wereldkampioen bij de junioren in 2022 wist dit seizoen enkel in Milaan-Turijn (zevende) te overtuigen. Zijn landgenoten Tim Torn Teutenberg en Niklas Behrens deden dat wel, maar zij komen beter tot hun recht tijdens vlakkere klassiekers dan in Zürich.

Matyáš Kopecký – foto: Cor Vos

Dat laatste geldt overigens ook voor de rappe Robert Donaldson bij de Britten. Luxemburg heeft met Mats Wenzel en Mathieu Kockelmann dan wel weer twee gevaarlijke outsiders die je niet te veel ruimte moet geven. Ook Tsjechië is niet te onderschatten, met de in Nederland geboren en opgegroeide Matyáš Kopecký, onlangs nog tiende op het EK en vijftiende in de Ronde van Denemarken. Zijn landgenoot Pavel Novák kan ook een eind komen. De jonge klimmer won in april de lastige heuvelklassieker Trofeo PIVA en werd vijfde in de Giro Next Gen. Als stagiair van Jayco-AlUla reed hij zijn laatste twee koersen – Giro della Toscana en Coppa Sabatini – niet uit.

Tot slot komen we nog bij drie profs en een toekomstig beroepsrenner uit. De resultaten van de Slowaak Martin Svrček bij Soudal-Quick-Step zijn niet veel beter dan in 2023. Maar toen werd hij wel derde op het WK, opletten dus. In zijn tijd als junior behoorde Andrii Ponomar tot de besten van de wereld. Hij werd als eerstejaarsbelofte meteen prof, maar de nog altijd maar 22-jarige Oekraïner heeft zijn potentie nog nooit volledig getoond. Alleen op zo’n WK kan er altijd iets raars gebeuren. Andrew August maakte diezelfde stap als Ponomar, maar de 18-jarige Amerikaan werd twee maanden terug wel zevende in de Ronde van Tsjechië. Kan hij zijn kunsten etaleren?

Glivar laat Ramon Sinkeldam afzien in de Ronde van Turkije van vorig jaar – foto: Cor Vos

Dan nog de grootste dark horse voor deze wegwedstrijd. Dat is Gal Glivar, 22 jaar uit Slovenië. Als stagiair maakte hij vorig najaar indruk in dienst van zijn landgenoot Tadej Pogačar bij UAE Emirates. Glivar rijdt dit jaar ook voor de nieuwe opleidingsploeg van dat team. De Sloveen was vooral op dreef in april, met de zege in de Giro del Belvedere als grootste succes. Onlangs was hij in de Tour de l’Avenir en de Giro della Regione Friuli Venezia Giulia ook twee keer dichtbij een ritzege, maar moest hij genoegen nemen met plek twee. Komend seizoen maakt hij zijn profdebuut bij een klassiekerploeg op WorldTour-niveau. Glivar moet je zien kwijt te spelen. 

Favorieten volgens WielerFlits
**** Jan Christen
*** Isaac Del Toro, António Morgado
** Joseph Blackmore, Jørgen Nordhagen, Davide De Pretto
* Darren Rafferty, Jarno Widar, Menno Huising, Nahom Zerai

Deelnemerslijst (CyclingFlash)
Website organisastie


Weer en tv

De weergoden hebben niet het allerbeste weer in petto voor de beloften vrijdag, voorspelt Weeronline. Hoewel het aan het begin van de middag nog zonnig is, zal de regen dat in de loop van de middag overnemen. Het kwik stijgt tot zeventien graden Celsius en de wind steekt niet verder op dan windkracht drie uit het westen. Op zich prima koersweer, maar mogelijk hebben de jongens die wat zonniger weer gewend zijn het wat lastiger.

De wegrit voor beloften mannen is vrijdag – van start tot finish – live te volgen op Eurosport 1 en de online kanalen HBO Max en Discovery+. Sporza (VRT1) is er later op de middag bij, vanaf half drie. Bekijk alle tv-zenders en uitzendtijden in onze tv-gids Wielrennen op TV.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.