WK 2024: Voorbeschouwing wegrit elite mannen – Driestrijd met Pogacar, Van der Poel en Evenepoel?
Een titanenstrijd tussen de grootste wielerkampioenen op een bijzonder lastig parcours in Zürich. Dat is het WK op de weg in een notendop. Met Tadej Pogacar staat er een duidelijke topfavoriet aan het vertrek, maar vlak Remco Evenepoel zeker niet uit. En wat kan de regerende wereldkampioen Mathieu van der Poel? Zoveel vragen, maar zijn er al antwoorden? WielerFlits blikt vooruit!
Historie
Laatste winnaars UCI World Championship Glasgow
Laatste editie
Na de start in Edinburgh, de hoofdstad van Schotland, duurde het toch wel eventjes voordat de vroege vlucht ontstond. Een kansloze ontsnapping met veel exoten, wat we toch regelmatig zien op een WK, kwam er niet. Negen renners wisten uiteindelijk toch weg te rijden: Owain Doull (Groot-Brittannië), Matthew Dinham (Australië), Harold Tejada (Colombia), Kevin Vermaerke (Verenigde Staten), Patrick Gamper (Oostenrijk), Rory Townsend (Ierland), Ryan Christensen (Nieuw Zeeland), Krists Neilands (Letland) en Petr Kelemen (Tsjechië) vonden elkaar.
Met nog 190 kilometer was er een zeer opvallend koersmoment. Door een protestactie kon de koers namelijk niet passeren. Een viertal activisten had zich aan het asfalt geplakt en het duurde uiteindelijk vijftig minuten voor de koers hervat kon worden. De negen koplopers kregen bij de hervatting een voorsprong van 6.15 minuut, die snel zou teruglopen. Vooral België en Australië nestelden zich aan kop van het peloton om de kopmannen uit de problemen te houden. Even was er stress bij Nederland, omdat kopman Mathieu van der Poel achter een gaatje zat dat ontstond op het smalle parcours.
Die situatie werd snel hersteld, waardoor een compleet peloton op het lokale circuit afstevende. Het werd een heuse massasprint voor het opdraaien van het rondje van 14,3 kilometer met liefst 48 (!) haakse bochten. Met de Denen op kop en ook Wout van Aert op de voorposten, draaide het peloton Glasgow in. De achterstand op de vroege vluchters liep zo terug tot vier minuten.
Wat er zich vervolgens allemaal afspeelde in de straten van Glasgow, is bijna niet te beschrijven. In een krankzinnig koersverloop werd er slag om slinger gedemarreerd en bleek er geen tijd om ook maar even op adem te komen. De eerste aanval bij de favorieten volgde al op 135 (!) kilometer van het einde. Al snel bleek dat de koers zou niet meer stilvallen. Matteo Trentin, Mads Pedersen en Mathieu van der Poel: ze schudden allemaal meer dan eens aan de boom.
Het was echter Alberto Bettiol die in regenachtige omstandigheden – als eerste – een serieuze voorsprong wist uit te bouwen. De Italiaan reed een tijdje alleen voorop, maar werd op 22 kilometer van de finish voorbijgesneld door vier tegenaanvallers. En het waren niet de minste namen, met Pogacar, Van der Poel, Van Aert en Pedersen. Van dit viertal bleek Van der Poel over de sterkste benen te beschikken. Met een splijtende demarrage ging hij op en over Bettiol, terwijl de rest moest passen.
De Nederlander pakte zo gelijk een gat op de andere drie, want Bettiol viel stil. Pedersen, Pogacar en Van Aert mochten niet stilvallen, maar zagen Van der Poel steeds kleiner worden. Zijn voorsprong liep uit naar 15 seconden, 20 tellen en zelfs 25 seconden… Maar dan. Van der Poel nam alle risico’s en schoof zo onderuit in een natte bocht. Wielerminnend Nederland kreeg een hartverzakking, maar hij kon snel weer op de fiets springen en, met schade aan zijn shirt en schoenen, zijn weg vervolgen.
Even kwamen de achtervolgers terug tot op twintig seconden, maar Van der Poel hervond zijn krachten en liep opnieuw uit. Zijn voorsprong bij het ingaan van de slotronde? 31 seconden… Niets of niemand kon de Nederlander die dag afstoppen, zoveel was duidelijk. Van der Poel reed op indrukwekkende wijze bijna twee minuten weg van zijn naaste belagers. De emoties namen bij het binnenrijden van de laatste kilometer de overhand bij de Nederlandse alleskunner, die in het veldrijden ook al meermaals wereldkampioen was geworden.
Niets stond een wereldtitel meer in de weg voor Mathieu van der Poel. Met gebalde vuist kwam hij na 271 kilometer over de finish en trad zo in de voetsporen van Joop Zoetemelk (1985), Jan Raas (1979), Gerrie Knetemann (1978), Hennie Kuiper (1975), Harm Ottenbros (1969), Jan Janssen (1964) en Theo Middelkamp (1947). Het zilver ging naar Wout van Aert, die in de slotkilometer nog wegreed bij Pedersen en Pogačar. De Sloveen wist het sprintje voor het brons nog te winnen van zijn Deense opponent.
Parcours
Zürich was in het verleden al drie keer gastheer van de WK wielrennen op de weg. Ook in 1923, 1929 en 1946 werd er in de Zwitserse stad om de wereldtitel gestreden. Naast de WK wielrennen op de weg is de stad in 2024 het decor van de wereldkampioenschappen para-cycling.
Zürich was niet de enige gegadigde om de mondiale titelstrijd te organiseren. Ook de stad Bern had haar kandidatuur ingediend. Na bestudering van de bidbooks ging de voorkeur echter uit naar de stad die jarenlang gastheer was van het Kampioenschap van Zürich. Deze koers, die in 2006 voor het laatst werd georganiseerd, maakte jarenlang deel uit van de Wereldbeker.
De elite mannen beginnen hun wedstrijd in Winterthur. Vanaf daar gaat het in ongeveer zeventig kilometer – over de klim naar Buch am Irchel (4,8 km à 4,2%), Kyburg (1,2 km à 12%) en Suessblatz (1,7 km à 8,5%) – naar het lokale circuit in Zürich. Deze ronde wordt eerst al een keer zo goed als volledig afgelegd, voordat de streep voor de eerste keer wordt gepasseerd.
De finale speelt zich af op een omloop van 26,8 kilometer in en rond Zürich. Het begin van de ronde is het lastigst, met twee hellingen die elkaar snel opvolgen. Eerst is er de Zürichbergstrasse (1,1 km à 7,4%). Deze klim begint op een brede weg, maar via een rechtse en linkse bocht komen de renners op een smalle weg en begint het echte klauterwerk. De klim loopt in trapjes omhoog en het venijn zit hem in de staart. De laatste honderden meters zijn bijzonder steil, met een uitschieter tot 16%
Na deze Zürichbergstrasse volgt een vrijwel vlakke tussenstrook van 1,5 kilometer, gevolgd door de tweede scherprechter op de lokale omloop: de Witikonerstrasse (3,5 km à 4,4%). De renners klimmen hier de hele tijd op een brede weg. De eerste stroken zijn niet al te uitdagend, eerder vals plat, maar eenmaal terug in de bewoonde wereld volgt er één kilometer aan een gemiddelde van 7 à 8%. Naar het einde toe vlakt de klim weer af, maar na ruim 250 kilometer – en meerdere passages – zal deze helling zeker in de benen kruipen.
Daarop volgt eerst een plateau van zo’n tien kilometer op het glooiende terrein van de Pfannenstiel – met nog een aantal korte knikjes – zoals de Zollikonstrasse (650 m à 5,5%) en de Farlifangstrasse (800 m à 3,6%), vooraleer de afdaling wordt ingezet naar Küsnacht. Wat dan nog rest, is een niet al te lastige klim van 1,5 kilometer (maximaal 5%) op de Alte Landstrasse richting Zollikon. Dit is op vijf kilometer van de streep.
Vervolgens trekken de renners langs het meer van Zürich – eerst via een flauwe afdaling en dan twee vlakke kilometers – naar de finishstreep in Zürich. Dan volgt voor de winnaar – na 273,9 kilometer en liefst 4.470 hoogtemeters – de ultieme beloning: de zo felbegeerde regenboogtrui.
Een parcours voor klimmers?
Ter indicatie: in Luik-Bastenaken-Luik zaten er dit jaar 4.260 hoogtemeters, verspreid over een afstand van 254,5 kilometer. Mogen we daarom al concluderen dat het WK-parcours te lastig is voor de wat zwaardere klassieke types als titelverdediger Mathieu van der Poel? De Belgische bondscoach Sven Vanthourenhout is het daar niet mee eens. “De afstand en het aantal hoogtemeters kunnen dan wel vergelijkbaar zijn, een WK is altijd anders”, liet hij eerder dit jaar weten in gesprek met Het Nieuwsblad.
“Ook al omdat je te maken krijgt met lokale rondes. Dat is toch anders dan in bijvoorbeeld Luik-Bastenaken-Luik. Op een lokaal circuit wordt vaak anders gekoerst. En het is niet omdat Van der Poel net iets te kort komt in Luik, dat dit ook zo op het WK zal zijn. Ik herinner mij nog dat ik op het WK in Imola in 2020 renners zag lossen, die twee weken eerder in een grote ronde een dik klassement reden. Terwijl op dat moment Vlaamse klassieke renners zoals Oliver Naesen en Wout van Aert wel nog vooraan in koers zaten.”
“Op een WK wordt er anders gekoerst, wordt die koers anders ingedeeld. Dan kan het resultaat ook helemaal anders zijn. Nogmaals: in dat opzicht vind ik een WK altijd een heel aparte wedstrijd”, schetst Vanthourenhout.
Zondag 29 september, Winterthur – Zürich (273,9 km)
Start: 10.30 uur, Winterthur
Finish: tussen 16.40 en 17.20 uur, Zürich
Favorieten
Het WK wielrennen is altijd een van de hoogtepunten van het wielerjaar en dat is dit jaar niet anders. Met de mondiale titelstrijd bereikt het wielerseizoen komende zondag zijn climax. Want zeg nu zelf: we kijken allemaal uit naar een tweestrijd tussen Tadej Pogacar en Remco Evenepoel. De eerste clash had eigenlijk eerder dit jaar moeten plaatsvinden in Luik-Bastenaken-Luik, maar een zware valpartij van Evenepoel in de Ronde van het Baskenland gooide roet in het eten. Zondag volgt gelukkig een herkansing.
De twee wielerfenomenen vinden in Zürich een parcours op maat, een omloop naar hun smaak en mogelijkheden. Over een afstand van maar liefst 274 kilometer moeten de deelnemers 4.470 hoogtemeters overwinnen, waardoor we wel paralellen kunnen trekken met een Luik-Bastenaken-Luik of misschien zelfs de Ronde van Lombardije. En laat dat nu wedstrijden zijn, waar Pogacar en Evenepoel steevast in uitblinken. Maar, we doen er goed aan om ons niet blind te staren op een (eventuele) tweestrijd. Er zijn immers nog veel meer kapers op de kust.
Maar één ding staat als een paal boven water: Tadej Pogacar is dé belangrijkste gegadigde voor de regenboogtrui. Waarom? Allereerst omdat Pogacar de beste renner van zijn generatie is. Van alle huidige toppers in het peloton, wist hij de meeste adelbrieven te verzamelen in het zware, klassieke werk. Wie drie keer de Ronde van Lombardije kan winnen en tweemaal Luik-Bastenaken-Luik op zijn palmares heeft staan, hoeft geen schrik te hebben voor het parcours in Zürich. Voor een goede Tadej Pogacar, heeft het meer iets weg van een speeltuin.
De nog altijd maar 26-jarige Sloveen won in zijn carrière al legio prestigieuze wielerwedstrijden, maar hij wil voor het einde van zijn carrière zeker nog één hiaat opvullen. Pogacar werd namelijk nog nooit wereldkampioen. In Zwitserland krijgt hij een uitgelezen kans om de regenboogtrui te veroveren. Hoewel er bij de klimmer weinig twijfels waren over zijn vormpeil, zette hij in de Canadese klassiekers nog even de puntjes op de i. Alle wielersterren lijken goed te staan voor Pogacar, maar kan hij het op het moment suprême ook waarmaken?
Binnen de Sloveense ploeg zijn de meeste ogen gericht op Pogacar, al moeten we ook rekening houden met een scenario waarin zijn landgenoot Primoz Roglic in een positie komt om de wereldtitel op te eisen. Het gaat in aanloop naar de titelstrijd maar weinig over de renner van Red Bull-BORA-hansgrohe en dat is eigenlijk niet terecht. De 34-jarige renner boekte zijn grootste successen op rondegebied, maar heeft zich ook al bewezen als eendagscoureur. Wie won in 2020 ook alweer de corona-editie van Luik-Bastenaken-Luik? Juist.
Het veeleisende en explosieve klimparcours in Zürich is een goede Roglic op het lijf geschreven. En wat ook in zijn voordeel kan uitdraaien, is dat de concurrentie vooral bezig is met Pogacar. Dit geeft Roglic misschien wel de vrijheid om in een eerdere fase van de wedstrijd – wellicht in de prefinale – mee te schuiven in een gevaarlijke vlucht. Om vervolgens de koers naar zijn hand te zetten. En wat krijgt Pogacar dan te horen van de bondscoach? Mag hij dan nog zijn eigen koers varen, of moet hij vooral in het Sloveense belang denken?
Selectie Slovenia in UCI World Championship Zurich 2024
Bij een ‘klassiek’ wedstrijdverloop – daarmee doelen we op een koerssituatie waarin Pogacar naar hartenlust kan en mag aanvallen – is er misschien maar één renner in staat om te volgen. Remco Evenepoel weet – in tegenstelling tot zijn Sloveense opponent – al hoe het is om wereldkampioen te zijn. De 24-jarige Belg soleerde twee jaar geleden in het Australische Wollongong op onnavolgbare wijze naar zijn eerste wereldtitel bij de profs. Inmiddels staat de teller al op drie, want Evenepoel mag zich inmiddels ook een tweevoudig wereldkampioen tegen de klok noemen.
Zijn tweede wereldtitel in het tijdrijden behaalde Evenepoel afgelopen zondag, na een bloedstollende tweestrijd met Filippo Ganna. De ‘Aerokogel van Schepdaal’ is met deze winst de eerste man die in één jaar wereldkampioen- en olympisch kampioen tijdrijden is geworden. Zondag kan Evenepoel nog meer wielergeschiedenis schrijven: hij kan tevens de eerste renner worden die zich in één en hetzelfde seizoen kroont tot wereldkampioen tijdrijden- en op de weg. Er is met Abraham Olano überhaupt slechts één andere coureur met wereldtitels in beide disciplines.
Selectie Belgium in UCI World Championship Zurich 2024
Recordman Evenepoel kan in zijn jacht op een vierde regenboogtrui rekenen op steun van een sterke Belgische equipe. Met Tiesj Benoot, Jasper Stuyven, Tim Wellens en Victor Campenaerts zijn vier renners geselecteerd die reeds gepokt en gemazeld zijn en al voor heel wat WK-vuren hebben gestaan. Quinten Hermans, Laurens De Plus en Maxim Van Gils vervolledigen de selectie. Die laatste is de enige WK-debutant, maar Van Gils zal worden uitgespeeld als schaduwkopman. Een mogelijk nadeel voor Evenepoel: hij kan dit keer niet terugvallen op ‘bliksemafleider’ Wout van Aert. Wat voor invloed heeft dit op het koersverloop?
Pogacar en Evenepoel gaan in Zürich maar voor één ding, de wereldtitel, en hopen Mathieu van der Poel te onttronen als wereldkampioen. De Nederlander zal zijn huid echter duur verkopen en stiekem, in zijn achterhoofd, toch hopen op titelprolongatie. Van der Poel heeft de afgelopen weken weinig aan het toeval overgelaten. Om zo goed mogelijk voor de dag te komen in Zürich, moest hij toch iets doen aan zijn gewicht. De 29-jarige klassiekerspecialist oogt momenteel dan ook een stuk scherper dan tijdens de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix.
Dat is ook wel nodig, als hij komende zondag een rol van betekenis wil spelen. Het parcours in Zürich is voor een kasseienvreter als Van der Poel wat aan de zware kant. Te zwaar? Dat is de grote vraag, al liet de Nederlandse kopman in aanloop naar het WK wel veelbelovende dingen zien in de Ronde van Luxemburg. Van der Poel maakte in deze meerdaagse wedstrijd een zeer goede indruk op terrein dat doet denken aan het parcours in Zürich. Zo kwam hij sterk voor de dag in de koninginnenrit met bijna 4.000 hoogtemeters.
Selectie Netherlands in UCI World Championship Zurich 2024
Van der Poel sprak na afloop van de Ronde van Luxemburg dan ook over een geslaagde test, maar we zijn benieuwd of hij zich op het WK kan opwerpen tot een serieuze concurrent voor Pogacar en Evenepoel. Als we iets hebben geleerd van de voorbije jaren, dan is het wel dat we een meesterpieker als Mathieu van der Poel nooit, maar dan ook nooit mogen uitvlakken. Met Wilco Kelderman, Bauke Mollema, Sam Oomen, Oscar Riesebeek en Daan Hoole kan MVDP rekenen op ervaren krachten. Verder is er plek voor debutanten Bart Lemmen, Frank van den Broek en Sjoerd Bax.
Pogacar, Evenepoel, Van der Poel en Roglic zijn de meest in het oog springende namen op de deelnemerslijst. Maar de renner die zondag het luidst zal worden toegeschreeuwd, is ongetwijfeld Marc Hirschi. De 26-jarige renner moet als kopman van de Zwitserse ploeg zien om te gaan met de druk van een ganse natie. Hirschi hoopt in zijn thuisland een gooi te kunnen naar de wereldtitel. Als man-in-vorm zijn veel ogen op hem gericht. De explosieve coureur won in de weken voor het WK maar liefst vijf opeenvolgende eendagskoersen.
De verwachtingen zijn dus hoog, maar kan Hirschi ze ook waarmaken voor eigen volk? We weten dat hij vaak uitblinkt in koersen tot iets boven de tweehonderd kilometer, maar dat hij weleens moeite heeft met het zesde wedstrijduur. Al is het wel belangrijk om hier een kanttekening bij te plaatsen. Hirschi werd in het voorjaar namelijk ‘gewoon’ tweede in de Amstel Gold Race, wat ook een bijzonder lastige (klim)klassieker is van ruim 250 kilometer. We verwachten hem dus ook zondag in de spits van de koers, net als zijn landgenoten Mauro Schmid en Stefan Küng.
Wie we ook zeker opschrijven voor de finale, is Julian Alaphilippe. De wereldkampioen van Imola (’20) en Leuven (’21) koerst na enkele mindere seizoenen weer op een hoog niveau, wat hij onlangs nog wist te demonstreren met podiumplaatsen in de Clásica San Sebastián (2e) en de GP de Montréal (3e). Twee wedstrijden die toch enigszins vergelijkbaar zijn met wat we zondag krijgen voorgeschoteld. Binnen de Franse equipe van Thomas Voeckler kijken we ook uit naar de verrichtingen van de herboren David Gaudu, Romain Bardet en Valentin Madouas.
Groot-Brittannië komt ook met een sterke WK-ploeg op de proppen, met maar liefst vier speerpunten: Tom Pidcock, Stephen Williams en de tweelingbroers Adam en Simon Yates. Van dit viertal lijkt Pidcock de renner met de beste papieren, al kende de veelzijdige coureur een verre van vlekkeloze voorbereiding richting de wereldkampioenschappen. Het is maar de vraag of hij zondag in zijn beste vorm aan de start zal verschijnen.
Verder houden we op een WK rekening met de Denen, al zijn er wel een aantal vraagtekens. De beoogde kopman van de Deense selectie, Mattias Skjelmose, moest vorige week na een valpartij opgeven in de Ronde van Luxemburg. Er was geen sprake van ernstig letsel, maar wonden aan de elleboog, heup en knie kun je – zo vlak voor het WK – missen als kiespijn. Misschien verschuift de focus binnen de ploeg wel naar Mads Pedersen, al lijkt het parcours in Zürich echt te zwaar voor de oud-wereldkampioen.
De Spaanse WK-gangers zullen dan weer verlekkerd hebben gekeken naar de omloop. Met Mikel Landa, Enric Mas, Carlos Rodríguez, Juan Ayuso Pello Bilbao, Pablo Castrillo, Alex Aranburu en Roger Adrià heeft Pascual Momparler veel om uit te kiezen, al ontbeert het Spanje aan een échte afmaker. Dit geldt ook voor Italië, al kan keuzeheer Daniele Bennati het wel over een aanvallende boeg gooien met Giulio Ciccone, Andrea Bagioli, Diego Ulissi en Antonio Tiberi. Alberto Bettiol, misschien wel de gedroomde kopman van de Italianen, is er niet bij.
We zijn er nog niet, want de Amerikanen hebben met Matteo Jorgenson, Neilson Powless, Brandon McNulty en Kevin Vermaerke vier sterke renners in huis. Australië heeft met Ben O’Connor en Michael Matthews dan weer twee schaduwfavorieten in de gelederen. Duitsland hoopt op een uitschieter van Florian Lipowitz of Maximilian Schachmann, terwijl Daniel Felipe Martínez en Santiago Buitrago de Colombiaanse WK-ploeg aanvoeren.
Tot slot noteren we de namen van Eddie Dunbar (Ierland), Felix Großschartner (Oostenrijk), Michael Woods (Canada), Attila Valter (Hongarije), Ben Healy, Archie Ryan (Ierland), Toms Skujiņš (Letland), Tobias Halland Johannessen (Noorwegen), Finn Fisher-Black (Nieuw-Zeeland), João Almeida (Portugal) en Aleksandr Vlasov. Die laatste mag als individuele atleet meedoen aan het WK.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Tadej Pogacar
*** Remco Evenepoel, Mathieu van der Poel
** Marc Hirschi, Primoz Roglic, Matteo Jorgenson
* David Gaudu, Tom Pidcock, Julian Alaphilippe, Maxim Van Gils
Website organisatie
Deelnemerslijst (CyclingFlash)
Weer en TV
Het lijkt zondag een redelijk frisse koersdag te worden in Zürich en omgeving, als we afgaan op de laatste weersvoorspellingen. Volgens Weeronline schommelt de temperatuur in de middaguren rond de vijftien graden Celsius. De zon krijgt af en toe de ruimte om door te breken en in de middaguren blijft het zo goed als droog. Er waait een matige wind uit het zuidwesten.
De wegrit voor elite mannen is zondag – van start tot finish – live te volgen bij Sporza (VRT1), Eurosport 1 en de online kanalen HBO Max en Discovery+. De NOS (NPO1) schakelt wat later in, maar zal de wedstrijd ook live uitzenden. Bekijk alle tv-zenders en uitzendtijden in onze tv-gids Wielrennen op TV.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.