WK Apeldoorn succesvolste ooit voor Nederland
Het wereldkampioenschap baanwielrennen van 2018 in Apeldoorn is het meest succesvolle mondiale toernooi ooit geweest voor Nederland. Maar liefst twaalf medailles werden er behaald door de Nederlandse afvaardiging. Van deze twaalf medailles waren er vijf goud, vijf zilver en twee brons.
Voor de bondscoach op de duuronderdelen, Peter Schep, is het WK helemaal goed verlopen. Met Kirsten Wild behaalde hij maar liefst drie gouden medailles (omnium, scratch en puntenkoers). “Ik wist dat Kirsten in orde was, maar we hadden niet kunnen denken dat ze zo boven de concurrentie uit zou steken”, zegt Schep na afloop. Met een zilveren medaille op de koppelkoers samen met Amy Pieters deed Wild er nog een schepje bovenop en mocht ze naar huis met maar liefst vier medailles.
Ook Jan Willem van Schip (tweemaal zilver) en Annemiek van Vleuten (zilver) deden nog een duit in het zakje voor Schep, die zijn ploeg in totaal zeven medailles zag halen. “Jan Willem toonde zijn klasse in de wereldbeker in Minsk, maar kon het ook waarmaken tegen de absolute wereldtop”, zegt Schep tevreden over zijn pupil.
Wel opvallend dat hoe dominant België is in het veldrijden, ze hier in een echte mondiale strijd totaal ontbreken.
Omdat 1 kilometer korter is dan 3 kilometer..
De 1km (voor de mannen) is een inspanning van 1 minuut. Dat is grofweg zo'n beetje de bovengrens om een maximale inspanning vol te houden. Kijk naar Hoogland zijn rit als perfecte illustratie hiervan.
De individuele achtervolging (3km voor de vrouwen en 4km voor de mannen) duurt te lang om een maximale inspanning vol te houden. Bij dit onderdeel zal je daarom je krachten toch enigszins in moeten delen.
Wat betreft België vind ik het iets te overdreven om te zeggen dat ze totaal ontbreken, want ze halen toch 1 gouden en 1 zilveren medaille binnen. Verder zijn ze ook in het (recente) verleden regelmatig succesvol geweest op de duuronderdelen. Dit WK kwam het er om verschillende redenen niet echt uit op de duuronderdelen (o.a. vanwege de blessure van Lotte Kopecky).
Wat betreft de sprintonderdelen is het ander verhaal. Zo ver ik weet hebben ze daar nooit echt toppers gehad. Daarbij kan je van de weg of het veld ook niet zomaar de switch maken naar 1 van de sprintonderdelen. Dat vergt gewoon heel andere training.
Totaal ontbreken is toch ook overdreven, niet?
Een gouden medaille en twee zilveren is op zich niet erg slecht en iemand als De Ketele had er met wat meer geluk ook nog kunnen rapen.
De vergelijking met het veldrijden gaat natuurlijk ook gewoon niet op. Waar veldrijden een sport is die in onze contreien uitgevonden en groot geworden is, is baanwielrennen dat niet, traditioneel zijn het eerder de landen uit de commonwealth die hier hard op inzetten.