Ilnur Zakarin mikt tijdens de aankomende Giro d’Italia op een plaats in de top van het algemeen klassement. In gesprek met Cyclingnews laat hij weten op koers te liggen voor de eerste grote ronde van het wielerseizoen. “Er zullen veel grote namen aan het vertrek staan, maar ik geloof dat ik het kan.”

Zakarin was in het verleden al succesvol in de Giro. Zo won hij in 2015 een etappe. Een jaar later leek hij hard op weg naar een plek bij de eerste vijf toen een zware valpartij in de afdaling van de Colle dell’Agnello roet in het eten gooide. In de afzink waar Steven Kruijswijk zijn vermoedelijke eindzege verspeelde brak de Tataar zijn sleutelbeen en schouderblad. De top vijf-klassering kwam er een jaar later alsnog: in 2017 werd hij vijfde op bijna twee minuten achterstand van eindwinnaar Tom Dumoulin.

“Giro is altijd interessant”
Afgelopen seizoen richtte Zakarin zich op de Ronde van Frankrijk, maar hier kwam hij niet geweldig uit de verf. Een negende plaats bleek het hoogst haalbare voor de Rus. Maar dit jaar is de Giro d’Italia zijn hoofddoel: “Ik houd van de Giro. Het is een zware koers die altijd interessant is. Naar mijn mening is ze opener dan de Tour de France”, verklaart Zakarin de liefde aan de Corsa Rosa.

Tijdens de Giro wil Zakarin zich opnieuw bij de eerste vijf rijden: “Er zullen veel grote namen aan het vertrek staan, zoals Tom Dumoulin en Primoz Roglic,maar ik geloof dat ik het kan. De opbouw bestaat uit de zelfde soort koersen als afgelopen jaren, dus dat is goed. Met een goede ploeg weet ik dat ik een kans heb.”

“Voel me OK”
Momenteel rijdt Zakarin de Volta a Catalunya. Hierin wil de klassementsrenner van Katusha-Alpecin zich ook van voren laten zien: “Een plaats bij de eerste tien zou mooi zijn. Na mijn val in de UAE Tour had ik wat last van mijn knie, maar nu voel ik me OK.”

Na de Ronde van Catalonië trekt Zakarin naar Tenerife om zich op hoogte verder voor te bereiden op de Giro. Ook staan Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Romandië nog op zijn programma voor de Giro op 11 mei begint in Bologna.