Zes conclusies na het WK wegwielrennen 2024
foto: Cor Vos
Youri IJnsen
maandag 30 september 2024 om 17:40

Zes conclusies na het WK wegwielrennen 2024

Het WK wielrennen 2024 in Zürich zit erop. Het leverde prachtige, nieuwe wereldkampioenen op. Maar er hangt ook voor altijd een donkere wolk met een blinkende ster boven deze editie. Dat heeft uiteraard alles te maken met het overlijden van Muriel Furrer, de 18-jarige Zwitserse die overleed na een val tijdens de juniorenkoers. WielerFlits zet zes conclusies op een rij.

Een must-have voor wielerfans! Op 20 september verschijnt er weer een nieuwe RIDE Magazine. Onze 172 pagina’s dikke najaars-editie staat weer vol met prachtige wielerverhalen om heerlijk van te genieten. Bestel jouw exemplaar nu online voor slechts € 9,95. Snelle beslissers ontvangen 15 euro korting bij FuturumShop. RIDE extra voordelig lezen? Neem dan nu een abonnement en krijg 20% korting!

Pogacar hard op weg de beste ooit te worden
Een ongekend nummer dat zijn weerga niet kent. Tadej Pogačar behoorde al tot de allerbeste renners van zijn generatie, als hij al niet de beste is. Maar de net 26-jarige Sloveen is generatie-overstijgend goed. Eerder dit jaar won hij al de Giro d’Italia en de Tour de France, met het WK erbij is dat de Triple Crown of Cycling: in één jaar wereldkampioen, de Tour en nog een tweede grote ronde winnen. Slechts drie renners gingen hem voor: levende legende Eddy Merckx (1974), Stephen Roche (1987) en Annemiek van Vleuten (2022).

Een unieke prestatie die zelden voorkomt. Het kenmerkt de renner die Pogačar is. En ja, erelijsten mag je niet vergelijken. Aan die van Merckx – volgens velen de beste renner ooit – zal hij nooit kunnen tippen, simpelweg omdat de concurrentie toen een stuk minder groot was. Toen kwamen renners slechts uit een paar (veelal Europese) landen, nu is het een mondiale sport. Eentje die de Sloveen domineert op een wijze die volgens de overlevering alleen Merckx kon.

Bauke Mollema op de afspraak, waar België collectief faalt bij afwezigheid Wout van Aert
Een bijna foutloos blazoen heeft Sven Vanthourenhout als het gaat om de juiste renners te selecteren voor kampioenschappen. In zijn laatste kunstje als bondscoach ging het echter goed mis. Met nog 75 kilometer te gaan waren zes van de acht Belgen al uit koers, vrijwel allemaal klassiekertypes en Tiesj Benoot die niet de superdag had die nodig was op dit zware parcours. Er bleken vooral klimmers nodig te zijn op het parcours in Zürich en die waren behoudens Remco Evenepoel zelf en aanvaller Laurens De Plus niet aanwezig.

Bij Nederland had diens collega Koos Moerenhout dat beter begrepen. Hij had een mix samengesteld van klassiekerrenners zoals Daan Hoole, Oscar Riesebeek en Sjoerd Bax, maar ook klimmers als Frank van den Broek, Wilco Kelderman, Bart Lemmen, Sam Oomen én Bauke Mollema. De 37-jarige krijger toonde zich andermaal taai en betaalde Moerenhout zijn vertrouwen terug met een ijzersterke koers. Mollema had een plan – inclusief maandenlang niet praten met de media – en liet zien nog altijd bij de beste renners van Nederland te horen. Of zoals Moerenhout altijd zegt: “Op Bauke kun je bouwen.”

Hij wil het niet, maar kan het wel: Mathieu van der Poel weet de formule om Luik en Lombardije te winnen
Op een WK-parcours dat eigenlijk te zwaar voor hem was, was MVDP na Pogačar de sterkste in koers. Hij verloor de laatste weken gewicht (zo’n twee kilo, denkt hij zelf), overleefde de klimmetjes in Zürich goed en kan in een koers met 4400 hoogtemeters op het podium staan. Dan kun je ook winnen. De Sloveen zal nooit altijd kunnen soleren en dus zou Van der Poel ooit zijn strive for five kunnen vol maken: het winnen van alle monumenten. Milaan-San Remo, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix won hij al, Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije ontbreken nog. Er is alleen één probleem: MVDP zelf ziet dat plan niet zitten.

Nieuwe bondscoach vrouwen moet sterke persoonlijkheid zijn
De tactiek van de vrouwen was zaterdag niet voor het eerst belabberd. Er zijn te veel goede rensters in Nederland. Waar Moerenhout al jaren een meester is in het smeden van groepscohesie bij de mannen, is dat bij de vrouwen onder leiding van Loes Gunnewijk eigenlijk nooit echt goed gelukt. Met zo af en toe alle gevolgen van dien (denk aan Tokio, Leuven en nu in Zürich). Zij neemt afscheid en dus moet de KNWU goed kijken naar de kwaliteit verbinden. Er is een nonsense mentaliteit nodig, iemand die durft te kiezen en daarop ook actie onderneemt. Annemiek van Vleuten heeft alvast bedankt voor de eer. Wie durft het wel aan?

Nederlandse mannen niet goed genoeg voor de prijzen op WK2025
In alle categorieën hebben we amper klimmers. Tijmen Graat en Menno Huising (nu 21 en 20 jaar) doen dat wel bij de beloften, maar mogen door nieuwe regels volgend jaar als profs niet meer meedoen. Mollema, Poels, Kruijswijk en Kelderman komen normaal altijd tekort. Eigenlijk volgt dit WK een jaar of vijf te laat, toen hadden we ook nog Robert Gesink en Tom Dumoulin in goeden doen. Zij zouden in hun hoogtijdagen een dijk van een ploeg kunnen vormen tijdens het WK in Rwanda.

Moerenhout heeft in de aanloop naar dit WK globaal naar het parcours gekeken (5475 hoogtemeters) van volgend seizoen gekeken. Die werd namelijk voor afgelopen weekend bekendgemaakt. Veel kon de BondsKoos er nog over zeggen. Maar het zal een hoofdpijndossier zijn. Thymen Arensman als kopman? Of vrijbuiten en vaststellen dat het parcours volgend jaar niet voor Nederland gemaakt is?

WK rouwt slechts een beetje om Muriel Furrer
Het WK wegwielrennen kreeg vrijdag een mokerslag van jewelste te verwerken. Muriel Furrer overleed. Het onderzoek loopt nog altijd, maar het lijkt er steeds meer op dat zij bijna twee uur onopgemerkt en net buiten het zicht van het parcours heeft gestreden tegen de dood. Het kampioenschap zou vanaf vrijdag sober verdergaan, maar daar was in de dagen erna weinig van te merken. Waar Lotte Kopecky in haar flashinterview meteen haar condoleances uitsprak aan de familie, waren de overige Belgische dames Furrer even later op het podium alweer vergeten. Alsof het zo moest zijn gleden ze met Kopecky onderuit, toen ze met haar wilden vieren.

Het bracht ook het thema veiligheid weer naar voren. Kopecky, Pieterse, Evenepoel, Van der Poel en Pogačar: allemaal werden ze ernaar gevraagd de laatste dagen. Allemaal vonden ze het gemeend verschrikkelijk wat er is gebeurd en waren ze echt ontdaan. Maar allen concludeerden ook hetzelfde: het hoort – helaas – bij de sport. Parcoursen of passages zijn vaak op het randje. Maar als het goed gaat, hoor je er niemand over. Het moet eerst fout gaan. Alleen is de oplossing niet simpel, want anders was die er allang geweest. Wel is de trieste gebeurtenis aanleiding om voor de invoering van oortjes op het WK te pleiten, met het oog op veiligheid.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.