‘Zeven weken voor de Tour de France was ik op sterven na dood’
Youri in gesprek met Mathieu van der Poel tijdens de Tour - foto: Cor Vos
Youri IJnsen
zaterdag 21 december 2024 om 18:31

‘Zeven weken voor de Tour de France was ik op sterven na dood’

Terugblik Het wielerjaar 2024 was er een vol met hoogtepunten. Om het kalenderjaar met een positieve noot te eindigen, delen tien redacteuren van WielerFlits en RIDE Magazine hun persoonlijke hoogtepunten van het afgelopen seizoen. Wat maakten zij zelf? Welk moment was bijzonder omdat ze zelf aan het werk waren? Vandaag het verhaal van verslaggever Youri IJnsen.

Het is een klassieke voetbalblessure. Maar ook een klassieke voetbalblessure die soms resulteert in heel goede wielrenners: een afgescheurde kruisband. Mij overkwam het in het voorjaar van 2019, tijdens een voetbaltraining op de woensdag tussen Parijs-Roubaix en de Amstel Gold Race. Ik weet nog goed dat ik tijdens die laatste wedstrijd van de dokter helemaal nog niet mocht lopen. Maar ik had het gevoel dat daar iets bijzonders ging gebeuren. En zo geschiedde.

Waar in 2019 Mathieu van der Poel vlak na de finish voor onze voeten op de grond plofte, zo lag ik op de vroege dinsdagmorgen ná Parijs-Roubaix van afgelopen voorjaar op een operatietafel in Heerenveen. Lang verhaal kort: die kruisbandreconstructie stond nog open. Ingreep duurde veertig minuten, het herstel verliep bovenverwachting goed. Tot ik me tweeënhalve week later wat minder fit begon te voelen. Elke dag iets slechter, zoals ook in deze Pooltips-video (achteraf) te zien is.

‘Je hartslag is te hoog, maar je doet niets’
Op krukken kostte het me steeds meer moeite om door huis te bewegen, ondanks dat de thuisoefeningen goed gingen. Maar bij de eerste keer fysio liep ik tegen de muur. Tijdens de eerste inspanningsoefening werd het licht in mijn hoofd. En even later weer. Een hartslag van 130 en die daalde ook niet. Iets wat ik de avond ervoor na het eten ook al had bemerkt op mijn polshorloge. Een etmaal later bezocht ik voor de zekerheid de huisarts. Diagnose: een onderliggend virusje wat er op deze manier uitkwam.

Tot het de volgende dag gruwelijk misging. Het was de donderdagnamiddag voor de Giro d’Italia. Ik deed nog video-interviews met Tadej Pogačar en Cian Uijtdebroeks, maar ondertussen had mijn horloge al elf keer gezegd: ‘je hartslag is te hoog, maar je doet niets’. Dat klopt, want met mijn geopereerde knie werkte ik vanop de bank. Met veel moeite bereikte ik omstreeks 16.15 uur de wc. En daar werd ik onwel. Niet veel later was de ambulance er en een dik uur later was ik met de helikopter vanaf Ameland in het ziekenhuis aangekomen.

Op de spoedeisende hulp – met in rust een hartslag van 148 – in Leeuwarden werd ik binnen drie uur door de complete medische molen gehaald. Rond 20.30 uur ’s avonds kwam het verdict: twee forse longembolieën. Met de mededeling van de arts: ‘Als je hier vanavond, vannacht of morgenochtend was binnengebracht, was het einde verhaal’. Een acute opname op de IC en 72 uur totale bedrust volgden. Ik mocht alleen scrollen op mijn telefoon en op de knopjes van de afstandsbediening drukken. Voor de rest: niets.

Race tegen de klok
Nu hoor ik mensen denken: dit is toch ábsoluut geen hoogtepunt? Nee. Ik ben volgend jaar ook voornemens om niet weer zo’n ik-verhaal te schrijven. Het was de schrik van mijn leven. Maar gelukkig kan ik het vertellen. Na vier dagen IC en nog eens twee op de longafdeling, mocht ik weer naar huis. Spierkracht in mijn geopereerde been weg, conditie (compleet) weg. En een half jaar aan de bloedverdunners en een jaar een steunkous om voor de oorzaak: een trombosebeen wegens immobilisatie na de operatie.

Maar ik keerde ook huiswaarts met een doel: voor het eerst zou ik de hele Tour de France gaan doen, hadden we in de winter bepaald. Toen ik op woensdag 8 mei weer thuiskwam, was onze vertrekdatum binnen zeven weken: maandag 24 juni. Samen met de artsen en fysio maakten we een plan om dat te halen. Maar toen ik op 7 juni nog altijd op één kruk liep, niet kon traplopen en niet mocht autorijden, kreeg ik er een hard hoofd in. Uiteindelijk gingen de lichten elf dagen later op groen.

Zodoende haalde ik toch de Tour, terwijl ik zeven weken ervoor op sterven na dood was. Een heel aparte gewaarwording. Maar hoe tof was het dat tijdens de Tour vrijwel niemand iets aan me merkte, behalve dat ik aan één been een kous droeg. Het allermooiste was nog wel dat we als WielerFlits zijnde onze stempel op de Tour hebben kunnen drukken met dagelijks een podcast, veel mooie verhalen en het nodige nieuws. Dat hele proces met haar voorgeschiedenis, was voor mij mooier dan welk wielermoment dan ook.

Foto vlak na de finish in Nice: job done, in goede gezondheid (en gelukkig nog steeds!)


Was was voor jou als wielerfan persoonlijk hét hoogtepunt van het wielerjaar? Was je bij een koers op locatie of keek je tv op een speciale plek? Bij welk wielermoment sprong je van de bank of moest je gelijk een appje sturen in de groep wielervrienden? Laat het weten in de comments!

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.