Sam Bennett is blij dat de Giro dit jaar al na drie dagen een rustdag kent. De sprinter van BORA-Hansgrohe kampt al enkele dagen met ziekteverschijnselen, zo vertelt hij in zijn column in de Ierse krant de Irish Independent.

Terwijl zijn ploeggenoot Lukas Pöstlberger tijdens de openingsdag de roze trui veroverde, vocht Bennett tegen buikloop. “Ik had een paar bezoekjes aan de wc voor de etappe van vrijdag, maar dacht dat het aan de zenuwen lag. Maar die bezoekjes waren een teken aan de wand. Die nacht besteedde ik meer tijd op het toilet dan in bed”, kijkt hij terug. “De volgende dag kwam ik drie kilo lichter aan het ontbijt.”

Zaterdag kende hij een zware dag. “Ik heb enorm afgezien en had last van een opgeblazen buik en pijnlijke gewrichten”, kijkt hij terug. “Terwijl mijn ritzege uit het zicht verdween, sleepte Jan Barta mij er de laatste vijftig kilometer doorheen. Zonder hem had ik ongetwijfeld de finish niet gehaald.”

Na een nacht waarin hij elf uur sliep, stond hij zondag weer aan de start. Hij voelde zich beter dan de dag ervoor. “Ik voelde mijn maag nog steeds een beetje, maar ik kon ermee omgaan. Zaterdag dacht ik nog dat ik doodging.”

Hij is blij met de komst van de rustdag. “Ik hoop dat ik volledig kan profiteren van een dag zonder wedstrijd zodat ik de dag erna weer de oude ben.”