‘Zwaar teleurstellend Team DSM moet waken voor verdere leegloop’
Opinie Het is niet het jaar van Team DSM. Die conclusie konden wel al na het voorjaar, na de Giro d’Italia en inmiddels ook halverwege de Tour de France maken. Vraag de gemiddelde wielerfan om het shirt van nieuwkomer Team DSM te omschrijven en er is een grote kans dat hij geen flauw benul heeft hoe het er uitziet. Het tekent hoe onzichtbaar de ploeg in het introductiejaar van de nieuwe hoofdsponsor is.
De manschappen van Iwan Spekenbrink staan op de 21ste plaats in de UCI-ranking. Alleen Intermarché-Wanty doet het als WorldTour-formatie slechter. In de zegestand staat Team DSM met slechts één overwinning van Cees Bol in Parijs-Nice op een schaamteloze 76ste plaats. Zelfs hun development-ploeg doet het beter. En in deze Tour zag de ploeg op de Mont Ventoux hun kopmannen Tiesj Benoot en Søren Kragh Andersen respectievelijk uit koers stappen met de naweeën van een valpartij en op drie seconden van de tijdslimiet binnen komen.
Toch benadrukte de technische staf dit voorjaar in Dagblad De Limburger, in de regio waar het hoofdkantoor van multinational DSM staat, dat de ploeg heel tevreden is. “Ik snap dat de buitenwereld naar de uitslagen kijkt. Maar wij letten vooral op het groeiproces”, verklaart hoofdcoach Rudi Kemna. Het is volgens hem een kwestie van tijd voordat er goede resultaten komen. Het team toont immers al jarenlang aan dat hun werkwijze succesvol is.
En juist in die laatste uitspraak wringt de schoen. De leiding van de ploeg leeft in een cocon. Vrijwel iedereen in de wielersport heeft groot respect voor de organisatie die er is neergezet. Voor 90% procent doen ze alles goed, maar in die laatste 10% ontbreekt de flexibiliteit. De leiding lijkt niet het vermogen te hebben om kritisch naar zichzelf te kijken.
Groeiproces
In de topsport kun je niet jarenlang keer op keer je beste renners laten gaan. Als je in 2019 Tom Dumoulin ziet vertrekken en een jaar later laat je opnieuw cruciale mannen als Michael Matthews, Marc Hirschi, Wilco Kelderman en Sam Oomen vertrekken, dan weet je dat je zogenaamde groeiproces wreed wordt verstoord.
En ook dit dit seizoen is alweer duidelijk geworden dat de 25-jarige Jai Hindley, vorig jaar tweede in de Giro, de ploeg gaat verlaten omdat hij zich in de strakke protocollen gevangen voelt. Hindley wordt inmiddels gelinkt aan BORA hansgrohe. En ook Søren Kragh Andersen, vorig jaar goed voor twee ritzeges in de Tour de France, heeft dit seizoen in Parijs-Nice al een felle botsing met de teamleiding over zijn fietspositie gehad. Inmiddels is er vanuit zijn kader ook al bij een aantal andere teams geïnformeerd of er interesse is.
Deze week werd via WielerFlits bekend dat het Belgische talent Ilan van Wilder (21 jaar en in 2019 3e in de Tour de l’Avenir) ook zijn contact tot eind 2022 niet zal uitdienen na een fikse confrontatie met de teamleiding. Een van de onderdelen waar Van Wilder op botste was dat hij in tegenstelling tot andere renners geen tijdritfiets ter beschikking kreeg.
Vanuit de ploeg werd aangegeven dat bepaalde materialen momenteel slechts schaars geleverd kunnen worden. Zo moeten door de verandering van fietssponsor (Scott in plaats van Cervélo) er nu ook nieuwe wielen geleverd voor deze aerodynamische modellen (niet meer allemaal schijfremmen) geleverd worden. En ook hier stuit men op het containerprobleem om producten vanuit Azië in Europa te krijgen.
Structureel probleem
De problemen met vele renners stappelen zich momenteel dusdanig op dat je kunt spreken van een structureel probleem. Een rondgang rond de paddock in de Tour de France maakt duidelijk dat bij diverse ploegen meerdere DSM-renners die nog onder contract staan worden aangeboden. Hun renners klagen over geen begeleiding tijdens diverse nationale kampioenschappen (waaronder het NK), dat sommigen in tegenstelling tot anderen hoogtestages voor eigen kosten moeten nemen en er zijn zelfs renners die zelf de portemonnee moesten opentrekken om Tour-ritten te verkennen. Je zou je gaan afvragen of DSM daadwerkelijk het gewenste sponsorbedrag inbrengt?
Structureel zit er dus iets fout. Van Wilder is de zoveelste renner die zijn contract vroegtijdig afbreekt. Eerder kochten Marcel Kittel, Warren Barguil, Edward Teuns, Tom Dumoulin, Michael Matthews en Marc Hirschi al hun contract af.
Al deze renners klagen over de rol van hoofdcoach Rudi Kemna. Hij blijkt totaal ontactvol en respectloos met de renners om te gaan en juist toppers laten zich niet zomaar door iemand in de hoek drukken. Teammanager Iwan Spekenbrink wordt al jaren door vele personen gewezen op de rol van Kemna, maar hij behoudt om onduidelijke redenen het volste vertrouwen in zijn rechterhand. Juist in deze Tour is Kemna de baas van de ploeg, omdat Spekenbrink door de gevolgen van een fietsongeluk noodgedwongen thuis moet revalideren.
Wake-up call
Het is te hopen dat de zwaar tegenvallende prestaties van Team DSM eindelijk eens een wake-up call zijn voor Spekenbrink. Dat er eindelijk eens het besef komt dat de leiding zelf ook mee moet gaan in het groeiproces van de ploeg. Dat talenten die zich ontwikkelen naar kampioenen het verdienen om ook als kampioenen behandeld te worden. Dat renners met jarenlange ervaring ook inzichten hebben ontwikkeld die een stem in het beleid verdienen. Het strenge regime vol regels en protocollen werkt misschien voor talenten die net de overstap maken, maar in de evolutie van een renner hoort ook de ruimte voor een eigen mening te zijn.
Met een sponsorovereenkomst voor minimaal vier jaar (tot eind 2024) met DSM kun je wel denken dat je je eigen wil kunt blijven doorvoeren, maar je kunt beter acteren voordat een sponsor gaat ingrijpen…
Om te reageren moet je ingelogd zijn.