Dylan Groenewegen na teleurstellende sprint: “Kwestie van de benen”
Voor Dylan Groenewegen was de zestiende etappe van de Tour de France er een om snel te vergeten. De Nederlander van Jayco AlUla kwam in Nîmes nauwelijks aan sprinten toe en strandde op de negentiende plaats. “Ik had niet de beste benen”, zei hij tegen de NOS.
“Ik zat ook niet lekker in positie. Op die rotondes moet je eigenlijk zorgen dat je vooraan zit. Maar, op een gegeven moment zitten we naast Alpecin-Deceuninck, en die komen er uiteindelijk wel, dus dan is het ook gewoon een kwestie van de benen niet hebben”, concludeerde Groenewegen.
Het peloton hield het kruit voor het grootste deel van de rit droog, maar door de hitte was het toch geen makkelijke dag. “Het was rustig, ik voelde me ook wel oké. Ik was niet slecht, maar miste het laatste kleine beetje om er overheen te komen. Ik zat niet in positie, maar Philipsen redt het wel, dus dan ligt het toch gewoon aan de benen.”
“Voelt als Parijs”
In de zesde etappe boekte de Amsterdammer al een ritzege, maar dat hij daar geen gevolg aan kon geven zit Groenewegen toch een beetje dwars. “We wisten dat we vol hadden ingezet op de eerste week. Daar hebben we een kans gepakt en daar kwamen we ook voor, maar als je dan vooruit kijkt wil je ook de tweede rit, en dat lukt uiteindelijk niet. Toch ben ik blij met die ene overwining”, aldus de Nederlands kampioen.
Het restant van de Tour zal voor Groenewegen, net als voor de andere sprinters, een kwestie van overleven zijn, want sprintkansen liggen er niet meer. “Dit interview voelt een beetje alsof ik in Parijs sta. We wisten dat de benen goed moesten zijn aan het begin, want de slotweek hoef ik het niet van te hebben, dus ik ben blij dat het toch weer gelukt is, al was het leuker als ik vandaag ook nog had kunnen winnen”, besloot de 31-jarige renner.
Geplaatst als onderdeel van: Tour 2024: Zo blikken verschillende Belgen en Nederlanders terug op hun drieweekse
Om te reageren moet je ingelogd zijn.