Fabio Jakobsen had het bijzonder zwaar in het Italiaanse openingsweekend van de Tour de France, maar vandaag kwam de Nederlandse sprinter niet in de problemen in de eerste bergetappe over de Col du Galibier naar Valloire. “Ik voelde me ook beter”, vertelde hij na afloop aan WielerFlits.

“Al was het wel een lastige start. Ik denk dat ik nog nooit een uur zo hard bergop heb gefietst. Maar het ging dus wel. Ik zat in een mooie gruppetto. Het draaide goed rond in de vallei naar de Galibier. Op de Galibier ontstond er een kleiner groepje. Op 2000 meter begin je het wel te voelen, dan beginnen je benen te branden. We hebben daarna een goede afdaling gereden en waren ruim op tijd binnen.”

Was Jakobsen eigenlijk bang voor de rit over de Galibier? “Ja, natuurlijk!”, laat hij weten met een brede glimlach. “Ik heb voor elke bergrit wel een beetje angst. Het is niet mijn ding, maar ik kan het wel. Dat heb ik in het verleden al laten zien en dat blijf ik doen.”

“Ik voelde me onderweg ook beter. Het is nu iets minder warm. Ik heb in de eerste twee dagen echt een klap gehad van de warmte. Ik begin er nu weer een beetje door te komen.”

Nieuwe sprintkans
En dat is goed nieuws voor de renner van dsm-firmenich PostNL, want woensdag wacht er weer een sprintkans in Saint-Vulbas. “Morgen gaan we ons er weer tussen gooien. Eerst weer een nachtje slapen, de benen laten masseren en dan gaan we proberen om het beter te doen”, klinkt het vastberaden.

Geplaatst als onderdeel van: Tour 2024: Zo blikken verschillende Belgen en Nederlanders terug op hun drieweekse