De renaissance van de Tour de France in de stad van klassieke kunst en cultuur

De Tour de France 2024 gaat op zaterdag 29 juni in het Italiaanse Florence van start met een stevige rit van 206 kilometer van de hoofdstad van Toscane naar badplaats Rimini. Het is voor het derde jaar op een rij dat Le Grand Départ niet in Frankrijk zelf plaatsvindt, maar toch is het een unicum. Voor het eerst in de geschiedenis van de Tour wordt het startsein gegeven in Italië. In Florence - of Firenze, zoals de inwoners zelf zeggen - vonden in 2013 de wereldkampioenschappen wielrennen plaats. Rui Costa won bij de mannen, Marianne Vos en Ellen van Dijk (tijdrit) bij de vrouwen. En bij de junioren won toen ene Mathieu van der Poel.

Startplaats Florence is buiten de wielersport over heel de wereld bekend vanwege haar kunst, cultuur en architectuur. Toeristen komen naar de stad om te lopen over de Ponte Vecchio en te genieten van de Toscaanse zon. De werken van beroemde kunstenaars als Sandro Botticelli, Michelangelo Buonarroti en Leonardo da Vinci maken het plaatje compleet. En laatstgenoemde heeft misschien meer te maken met wielrennen dan je denkt.

Leonardo da Vinci zou je namelijk zomaar de vader van de wielersport kunnen noemen. In de aantekeningen van deze homo universalis is een schets ontdekt van een fiets, terwijl werd gedacht dat het ontstaan van de fiets pas in de negentiende eeuw plaatsvond. Experts beweren echter dat Italiaanse monniken al dan niet bewust deze schets hebben toegevoegd aan de aantekeningen van Da Vinci. Het lijkt dus te mooi om waar te zijn, maar Da Vinci als pater van de wielersport is wel een heel mooie gedachte.

Terug naar 2024, waar de eerste rit zal eindigen in Rimini. Deze plaats aan de Adriatische kust, die de Romeinen Ariminum noemde, is een populaire locatie om te genieten van de zon, de zee en het strand. Voor de renners zal er geen tijd zijn voor ontspanning. Eenmaal aangekomen in Rimini hebben zij namelijk al 3800 hoogtemeters achter de rug. Voor de beeldvorming: daarmee ligt dat tussen de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik in.

De strijd om de eerste gele trui vecht het peloton uit in de Apennijnen. Tussen Florence en Rimini ligt een etappe met zeven beklimmingen. Na de start op het Piazzale Michelangelo in het historische centrum van Florence, wordt vroeg in de rit viervoudig wereldkampioen en tweevoudig eindwinnaar van de Tour Gino Bartali geëerd met een passage door zijn geboorteplaats Ponte a Ema. Na een vlakke dertig kilometer is het tijd voor de eerste klim: Col de Valico Tre Faggi (12,5 km à 5,1%). Na vijftig kilometer in koers bereiken de renners de top.

Een afdaling van 25 kilometer leidt naar de Côte des Forche (2,5 km à 6,2%), die kort daarna wordt gevolgd door de Sella di Raggio ofwel Côte de Spinello (7,1 km à 6%). Op de top zijn de renners halverwege. Wederom een lange afdaling brengt de renners naar het zwaarste deel van de route met vier beklimmingen binnen vijftig kilometer. De Côte de Barbotto (5,8 km à 7,6%), Côte de San Leo (4,6 km à 7,7%) en Côte de Montemaggio (4,2 km à 6,6%) voeren de renners richting San Marino. 

De laatste klim van de dag, de Côte de Saint-Marin (7,1 km à 4,8%) leidt naar de hoofdstad van de dwergstaat. De top is 25 kilometer verwijderd van de meet. De eerste tien kilometer gaan bergafwaarts terug naar Italië, terwijl de laatste vijftien kilometer vlak zijn.