Tour de France
Gap - Barcelonnette
Uitslag
Informatie
Heuveltje op, heuveltje af met slopend slotweekend voor de deur
We naderen langzaamaan de apotheose van de Tour de France van 2024. Voordat de laatste drie ritten definitief uitmaken wie de winnaar is van deze editie, heeft de ASO ook nog een heuvelrit ingevoegd. De achttiende etappe brengt de renners van Gap naar Barcelonnette. De rit is 178 kilometer lang en huisvest zes beklimmingen van uiteenlopende soorten en maten. Sterke sprinters, klimmers en avonturiers: grijp uw kans!
Pau is een graag geziene gastheer in de Tour de France. Al 26 keer organiseerde de plaats in Hautes-Alpes een start of finish van de prestigieuze rittenkoers. Vaak leverde dit een resultaat op voor de aanvalslustige renner. Denk aan Jean-François Bernard (‘86), Pierrick Fédrigo (‘06), Thor Hushovd (‘11) of Rui Costa (‘13). Ook dit jaar zou Gap zomaar weer een avonturier kunnen toevoegen aan dit rijtje.
De renners zetten koers richting Barcelonnette. Nee, het heeft niets te maken met die Spaanse stad. Toch kent de plaats in de Ubaye Vallei wel Spaanstalige invloeden. In de negentiende eeuw emigreerden veel inwoners van het stadje naar Mexico om hun geluk te beproeven in de mijnindustrie. Bij hun terugkomst drukten hun Mexicaanse gewoontes en rituelen een stempel op de keuken en architectuur van het plaatsje.
Naast deze Mexicaanse invloeden is ook het wielrennen de plaats niet vreemd. Sterker nog, de roots van één van de grootste Franse wielrenners in de laatste jaren liggen in Barcelonnette. De familie Bardet komt hier vandaan. De Fransman is er zelf niet geboren, maar een link is er zeker.
Voor Romain Bardet voelt het dus toch een beetje als thuiskomen in deze achttiende rit, waarin de vluchters een parcours op maat vinden. Al na ruim vijftien kilometer doemt de Col du Festre (13,8 km à 4,3%) op. Een mooie groep kan hier het ruime sop kiezen. Een afdaling brengt de renners naar de Côte de Corps (3,3 km à 4,5%) gevolgd door de Côte de Costes (2,6 km à 6%).
Bijna twintig vlakke kilometers brengen de renners vervolgens halfweg koers, als de Col de Manse (6,3 km à 3,7%) aan de beurt is. Genoeg plekken dus om bergop even de concurrentie te testen, voordat wellicht de lastigste klim van de dag opdoemt. De Côte à Saint-Apollinaire (7,9 km à 5,2) zal een definitieve schifting teweegbrengen, waar de moegestreden aanklampers overboord gaan. Tijd voor de finale.
De Côte de Demoiselles Coiffées (6,4 km à 3,8%) is de laatste gecategoriseerde aanslag op de spieren van deze rit. Op de top hebben de renners nog zo’n veertig kilometer te gaan. Een afdaling en een kort klimmetje van twee kilometer brengt de renners op vals plat wegdek. Enkel de laatste acht kilometer lopen weer vlak. Weten enkele klimgeiten zich los te rukken van de concurrentie? Of overleven de sterke sprinters de 3.000 hoogtemeters?