Tour de France
Semur-en-Auxois - Colombey-les-Deux-Églises
Uitslag
Informatie
Steken de vluchters de sprinters de loef af in Côte-d’Or?
De achtste rit van de Tour de France wordt door de ASO geclassificeerd als een vlakke rit, maar een korte blik op het parcours doet de sprinters achter de oren krabben. Liefst 2300 hoogtemeters staan op het programma in de rit van Semur-en-Auxois naar Colombey-les-Deux-Églises, die goed is voor zeven gecategoriseerde beklimmingen over 176 kilometer. Geen van de klimmen is duizelingwekkend lang of steil, maar de opeenstapeling kan de avonturiers in de kaart spelen.
De renners stappen op dag acht nog steeds in Bourgondië op de fiets. In departement Côte-d’Or is Semur-en-Auxois het decor van de start. Het dorp kende in de Middeleeuwen zijn hoogtijdagen. De ligging bovenop een heuvel, die uitzicht biedt over de rivier de Armançon, maakte het een lastig in te nemen vesting.
Hedendaags wordt deze Middeleeuwse geschiedenis ieder jaar geëerd aan de hand van de Course de la Bague, ofwel ‘De race om de Ring’. Ruiters proberen in het centrum van het dorp zo snel mogelijk twee kilometer af te leggen, waarbij de winnaar een gouden zegelring ontvangt. Deze strijd wordt al sinds 1639 gestreden, wat het de oudste race van Frankrijk maakt.
De renners zullen op hun beurt op een stalen ros op pad gaan richting het debuterende Colombey-les-Deux-Églises. De renners verlaten Bourgondië om te arriveren in de plaats die gekenmerkt wordt door - verrassing - kerken. Tegenwoordig staan er liefst negen kerken in het dorp, waar voormalig president Charles de Gaulle zijn laatste rustplaats vond. Een jaar na zijn aftreden trok De Gaulle zich terug op zijn landhuis La Boisserie. Vandaag de dag is het landhuis, net als zijn gedenkteken, te bezoeken in het kleine plaatsje.
Onderweg komen de renners de nodige heuvels tegen. Alleen al in de eerste vijftig kilometer trotseren zij de Côte de Vitteaux (3,2 km à 5,7%), Côte de Villy-en-Auxois (2,7 km à 5,4%) en Côte de Verrey-sous-Salmaise (3,6 kilometer à 5,1%). De volgende vijftig kilometer zijn ook zeker niet vlak, maar de eerstvolgende klim doemt pas rond kilometer honderd op. De Côte de Santenoge (1,5 km à 6,9%) laat de sprinters nog een extra inspanning leveren.
Na de Côte de Bay-sur-Aube (2,7 km à 4,7%) en de Côte de Giey-sur-Aujon (1,4 km à 7,0%) moeten de renners nog zo’n vijftig kilometer afleggen en is het meeste klimwerk achter de rug. Over vlakke tot glooiende wegen kunnen de sprintploegen de balans opmaken. Is hun kopman nog fris? Zo’n vijftien kilometer voor de meet wacht een laatste prikkel in de vorm van de Côte de Eufigneix. (2,2 km à 4,5%), voordat de finish in Colombey-les-Deux-Églises wordt bereikt. Vluchters, sterke sprinters of toch gewoon een massasprint in deze ‘vlakke’ etappe? Alle scenario’s liggen op tafel.