In de tweede etappe van de Vuelta a España 2024 krijgen de sprinters direct een kans op dagsucces. Na de openingstijdrit in de omgeving van Lissabon blijft het peloton nog een dag op Portugees grondgebied. Wie knalt naar de ritzege? WielerFlits blikt vooruit.

Een vroege kans voor de sprinters? Dat is in de recente geschiedenis van de Ronde van Spanje wel eens anders geweest: in 2022 was er meteen een lastige finale op de Montjuïc, uit 2020 herinneren we ons nog de rit naar Lekunberri en in 2019 won Nairo Quintana in Calpe.

Maar goed, dit jaar zijn de sprinters dus al vroeg aan zet in de Vuelta, als het peloton in noordelijke richting door Portugal raast van Cascais naar Ourém. Het betekent een verplaatsing van het district Lissabon naar het district Santarem over voornamelijk vlakke wegen dicht bij de kust.

Onderweg liggen wel nog twee beklimmingen van de vierde categorie. Na negen kilometer wordt de top gerond van de Alto do Lagoa Azul (5,3 km aan 4,8%) en in de finale ligt nog de Alto da Batalha (6,7 km aan 3,4%) op 19 kilometer van de meet. Pure sprinters kunnen het op deze beklimming nog wel eens lastig gaan krijgen, maar types als Kaden Groves, die in 2023 drie keer raak schoot, zullen hier in principe niet in de problemen geraken.

De laatste 20 kilometer van de etappe zijn vlak of in dalende lijn naar de heuvelachtige finishplaats Ourém. De organisatie had er in dit dorp nog voor kunnen kiezen om de finishlijn bovenop een heuvel in het middeleeuwse stadscentrum te trekken, maar blijft in het nieuwe gedeelte van het dorp, verderop in het dal.

In de laatste kilometers van de rit zitten nauwelijks nog bochten, waardoor de sprintersploegen zich nog goed kunnen organiseren.